zaterdag 26 maart 2016

Strijd om de smartphone. De invloed van phubbing in de klas.



Een Amerikaanse docent pakte de telefoon van een sms ’ende leerling in de klas af, brak deze in tweeën en stopte de stukken in een glas water. “Ik heb een strikt sms beleid”, zei hij droog en vervolgde kalm zijn les. Het voorval werd opgenomen en is inmiddels meer dan twee miljoen keer bekeken op YouTube.  

De leerling in kwestie deed aan phubbing –een samenvoeging van de woorden phone en snubbing.  Phubbing refereert aan het negeren van mensen in een sociale situatie door de aandacht te richten op de mobiele telefoon en werd bedacht door het Australische woordenboek Macquarie als een marketingstrategie (Pathak, 2013). Op YouTube legt Macquarie uit hoe het woord is ontstaan. Het fenomeen komt ook voor in het onderwijs, waar leerlingen tijdens de les de docent negeren of op het schoolplein hun klasgenoten door steeds naar het scherm van hun mobiel te turen.


De Amerikaanse psycholoog en socioloog Sherry Turkle uitte al verschillende keren haar bezorgdheid over de invloed van digitale media op het onderwijs. In een interview met het tijdschrift Libelle (maart 2016) geeft Turkle aan dat leerlingen sociale vaardigheden missen doordat de persoonlijke omgang tussen leerlingen beperkt wordt door het gebruik van digitale media. Eigenschappen zoals geduld, empathie, kunnen luisteren, intimiteit en diepgang worden door de continue aanwezigheid van de smartphone niet voldoende ontwikkeld, stelt ze. De aandacht voor de telefoon is groter dan voor elkaar.

De aanwezigheid van smartphones in de klas kent ook een impact; ze belemmeren de leerervaring volgens Guliz Ugur en Koc (Procedia – Social and Behavioral Sciences, 2015). De auteurs keken naar verschillende onderzoeken over het gebruik van telefoons door universiteit studenten en de effecten daarvan. Uit die onderzoeken kwam onder meer naar voren dat de cijfers van sms ‘ende studenten lager waren en dat telefoongebruik door bepaalde studenten docenten én medestudenten afleidden. Guliz Ugur en Koc geven aan dat phubbing een relatief nieuw fenomeen is waar nog maar beperkt onderzoek naar is gedaan. Daarom hebben zij een studie uitgevoerd onder Turkse universiteitsstudenten over hun phubbing gedrag. Hieruit kwam naar voren dat de studenten niet bereid waren om het gebruik van hun mobiele telefoon in klas zonder slag of stoot op te geven. Sterker nog, ze zouden phubbing blijven proberen ook al bestond er een verbod op telefoons in het klaslokaal, schrijven de onderzoekers. De auteurs stellen dat het uitleggen van een telefoonverbod of het met de klas uitwerken van het telefoonbeleid, de studenten kan helpen om hun gedrag te corrigeren. Ook omdat ze zich vaak niet bewust zijn dat hun phubbing gedrag storend kan zijn voor hun medeleerlingen en de docent.
 
Phubbing is een probleem zowel in het klaslokaal als daarbuiten op het schoolplein. Zou een algeheel telefoonverbod op school moeten gelden? De telefoons afgeven aan de schoolpoorten om zo de leerlingen te stimuleren om face to face contact te maken en te zorgen dat niemand in de klas afgeleid wordt door mobieltjes? De aanwezigheid van smartphones op school bieden op dit moment weinig meerwaarde. Ze zijn niet integraal geïntegreerd in onderwijsvormen en het lijkt er niet op dat de telefoon, de IPad en laptop snel zal vervangen in het klaslokaal. Scholen kunnen daarom in het reglement opnemen dat telefoons worden thuisgelaten of afgegeven bij de ingang. Want ondanks het telefoonbeleid dat nu bestaat op middelbare scholen, houden leerlingen zich er niet altijd aan. De verleiding om te appen, facebooken en twitteren tijdens een les kan groot zijn. De voordelen om die verleiding rigoureus af te breken lijken dan ook groot, zowel voor de leerling als de docent.

Leerlingen kunnen het afgeven van smartphones bij het binnengaan van de school echter zien als een inbreuk op hun persoonlijke vrijheden en rechten. Of het op de inhoud van de lessen gooien; als het interessant was zou er geen phubbing gedrag te bekennen zijn. Een inbreuk op de rechten van leerlingen is het niet, de telefoon kan na schooltijd weer worden opgehaald. Het gaat erom dat leerlingen zonder afleiding van smartphones de lessen kunnen volgen en daarnaast in contact met medeleerlingen de kans hebben om hun sociale vaardigheden te ontwikkelen in de ‘echte’ wereld en niet alleen in de digitale versie. Ook kan de afwezigheid van mobieltjes invloed hebben op de sociale status van leerlingen. Doordat scholieren niet binnen de school kunnen pronken met hun nieuwste IPhone, kunnen sociale verschillen tussen pubers minder duidelijk benadrukt worden. 


Het is belangrijk om een dergelijk verbod aan de leerlingen uit te leggen. Door duidelijk te vertellen wat phubbing is en wat de effecten zijn kunnen leerlingen meer inzicht krijgen in de nadelige gevolgen voor henzelf.

Maar er kunnen ook positieve kanten zitten aan het gebruik van mobiele telefoons in de klas. Een foto maken van een ingewikkeld bordschema bijvoorbeeld, zodat de informatie later nog eens bestudeerd kan worden. Of aanvullende informatie over een lesonderwerp opzoeken. Scholen met weinig ICT faciliteiten kunnen smartphones inzetten in de lessen. Het afgeven van mobieltjes aan de schoolpoort kan leerlingen op deze wijze belemmeren in hun onderwijservaring.

Door het huidige gebrek aan een heldere rol voor het gebruik van de smartphone binnen het onderwijs, lijken de nadelen en verleidingen voor leerlingen groter dan de voordelen. Digitale media in het onderwijs zijn verrijkend, maar phubbing is dat zeker niet. 


Bronnen



2 opmerkingen:

  1. Dag Marrit,

    Ik zou graag even ingaan op jouw laatste zin die de kern van jouw argument bevat: “Digitale media in het onderwijs zijn verrijkend, maar phubbing is dat zeker niet.” Sherry Turkle (2015) spreekt in het krantenartikel uit The Guardian, dat je reeds aanhaalde, over “the lost conversations I am worried about”. Als taalleerkrachte steun ik de visie in jouw blog, aangezien ‘spreken’ een erg belangrijke taalvaardigheid is. Phubbing lijkt nauwelijks iets toe te voegen aan het vergroten van dit taalaspect, tenzij smartphones voor andere, specifieke doelen gebruikt worden. Hierbij denk ik dan aan bepaalde lesfases waarin de leerlingen even een oefening kunnen maken zoals een quiz waarin de woordenschat wordt herhaald of het beluisteren van een liedje in de doeltaal.

    Toch ben ik eerder weigerachtig om dit zelf te proberen tijdens de taallessen, omdat ik – net zoals jij en Douglas de Laet in zijn blog uit– niet meteen overtuigd ben van de toenemende aanwezigheid van digitale snufjes. Ik vraag me ook af, zoals Turkle, of een toenemend gebruik van een smartphone zal bijdragen aan het aanleren van communicatie- en sociale vaardigheden. Naar de smartphone grijpen om de motivatie van leerlingen te verhogen, lijkt me een vluchtweg en geen oplossing. Kan het bovendien niet zijn dat de leerlingen na een oefening op de smartphone net gedemotiveerder zijn om weer in de papieren klascontext aandachtig mee te werken?

    Tenslotte nog een kritische opmerking en vraag die ik me stel: ik heb zelf nog nooit ervaren wat het is om internetverbinding op een gsm te hebben. Ik heb geen smartphone of moderne gsm, dus indien de smartphone een intrede doet in de klascontext, is het dan wel gegrond dat er van mij als lerares wordt verwacht dat ik zelf weet hoe dit in elkaar zit? Want: zonder smartphone gaat het ook. Ik zal aan het einde van de technologische rit nog steeds een warm pleidooi voor woorden, papieren, gebaren en menselijke interactie vooropstellen. Smartphones verbieden in de school lijkt me echter niet nodig, maar wel het afbakenen van grenzen en afspraken maken over het gebruik in de klas.

    Bedankt voor de blog en de interessante, kritische noot.

    Rosanne


    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Dag Rosanne,

      Bedankt voor je uitgebreide commentaar.

      Het gebruik van de smartphone is de les zou voor kleine dingen kunnen, zoals het gebruik van Socrative of het snel opzoeken van informatie. Voor meer structureel gebruik gaat mijn voorkeur uit naar laptops (of iPads, e-readers), omdat de mogelijkheden groter zijn (bijvoorbeeld om een tool zoals Xerte te gebruiken).

      De motivatie van leerlingen kan verhoogd worden door het gebruik van bepaalde tools en de smartphone kan daarbij een hulpmiddel zijn. Ik denk niet dat de smartphone an sich de motivatie zal verhogen. Ik denk dat afwisseling in een les belangrijk is en dat schakelen tussen het papieren cursusboek en andere (digitale) tools een meerwaarde kan zijn. Die afwisseling kan ervoor zorgen dat de leerlingen geïnteresseerd blijven en de aandacht erbij houden gedurende de hele les. Het meer integreren van ICT in lessen en de leerlingen op andere manieren de stof laten verwerken dan alleen het papieren cursusboek zie ik dan ook als een meerwaarde. Maar dan wel via laptops of computers die de school ter beschikking heeft.

      Wat betreft de kritische noot die je plaatst of van docenten verwacht kan worden dat ze van nieuwe technologieën op de hoogte zijn, zou mijn idealistische antwoord ja zijn.
      Van zaken die niet binnen de school horen, hoeven docenten naar mijn mening niet tot in detail op de hoogte te zijn. Andere zaken die eventueel binnen de school kunnen komen, zou ik zeggen van wel. In ieder geval de globale werking. Leerlingen pikken snel nieuwigheden op en zullen in bepaalde technologische zaken eerder de weg weten dan docenten. Maar leerkrachten komen dagelijks in aanraking met de belevingswereld van jongeren en daarom is het belangrijk om mee te gaan met die wereld en ook de snel veranderende wereld in het algemeen.

      Groeten,

      Marrit

      Verwijderen