Als
leerkracht lichamelijke opvoeding heb ik me het voorbije jaar regelmatig bezig
gehouden met het integreren van videofeedback in mijn lessen LO. Tijdens mijn
zoektocht naar interessante literatuur i.v.m videofeedback stootte ik op
volgend artikel ‘Move it, tape it, watch it, scroll it, save
it, use it? De rol van videofeedback in de lerarenopleiding lichamelijke opvoeding’
van (Tijtgat et. Al 2014). In dit artikel wordt de vraag gesteld of E-learning
kan geïntegreerd worden in praktijklessen zoals lichamelijke opvoeding
E-Learning is razend populair. Tegenwoordig kan
je op elk moment en op elke plaats zowat alle mogelijke lessen online volgen.
Heel wat universiteiten bieden tal van cursussen aan via het internet. De
inhoud van deze digitale lessen is echter in nagenoeg alle gevallen overwegend
theoretisch. Maar wat met practische vaardigheden?
Kan je praktische vaardigheden aanbieden via ‘afstandsonderwijs’?
In Katholieke Hogeschool VIVES werd in ieder geval een onderzoek opgestart dat
wil nagaan of blended learning (het gecombineerde onderwijs: een mix van ons
klassieke onderwijs met afstands onderwijs ) samengaat met het verwerven van
practische vaardigheden. Concreet wordt dus de vraag gesteld of de combinatie
tussen ‘klassiek’ onderwijs en afstandsonderwijs via het internet een efficiënte
methode kan zijn bij het leren van practische vaardigheden. De toepassingen
situeren zich binen afstandsonderwijs maar evenzeer binnen ons klassiek
bewegingsonderwijs. ‘Flipping the clasroom’ (klassikale les en huiswerk
omkeren) heeft zijn plaats al verworven binnen heel wat vakken maar kan dit ook
voor lichamelijke opvoeding? Op het eerst gezicht lijkt de uitwerking hiervan
eenvoudig. Iedereen kan filmpjes maken van de te leeren vaardigheden en
vervolgen kunnen we via sites als Youtube deze instructies gaan verspreiden.
Hoewel deze methode een waardevolle eerste stap kan zijn blijft de
onderwijskracht ervan beperkt. Wie garandeert dat deze beelden correct werden
bekeken en/of begrepen? De gelijkenis met een (zwakke) leerkracht die ex
cathedra lesgeeft en nooit controleert of zijn leerlingen de leerstof begrijpen
is niet ver gezocht. Onder andere vanuit deze vragen en probleemstellingen werd
het onderzoeksproject ‘SABLE’ (Skill Acquisition in Blended Learning
Environments, PWO- project VIVES, 2013-2016) opgestart.
In dit project zal worden nagegaan op welke
manier blended learning het sterkst kan worden ingeze bij het verwerven van
praktische vaardigheden. Vragen die hopelijk een antwoord zullen vinden zijn
onder andere: Waarop moeten we letten bij het maken van een sterke
video-instructie voor praktische vaardigheden? Is het een meerwaarde als
studenten zichzelf kunnen filmen, evalueren en feedback krijgen op deze
beelden? Kunnen vormen van blende learning ons klassiek (praktijk)onderwijs
verrijken? Wordt vervolgd… Tijtgat et al. (2014)
Reflectie
Blended learning is een combinatie van face-to-face
onderwijs met open, flexibele, afstands- en elektronische vormen van leren
(computerondersteund leren). In grote lijnen kan gezegd worden dat dit laatste
deel wordt aangeboden via een online of elektronische omgeving waarin de
lerende toegang krijgt tot zogenaamde e-content (digitaal materiaal) via
verschillende digitale tools (wiki’s, blogs, weblectures, enz. ). Traditionele
colleges en cursussen worden bij deze steeds meer aangevuld met een online
omgeving waarin lerende informatie diepgaand kunnen verwerken, aan opdrachten
samenwerken, ideeën uitwisselen op discussiefora, feedback aan mekaar te geven,
zichzelf toetsen, enz.
Als ik kijk naar mijn eigen praktijklessen lijkt het me een
hele opgave om mijn lessen beschikbaar te stellen via e-content. Bij praktijklessen
dient er een nagedacht te worden over welke lesdoelen aangeboden kunnen worden
via digitaal materiaal.
Onderwerpen als conditietraining, krachtraining, spelregels
kunnen via digitaal materiaal aangeboden worden. Maar wat doe je met een
complex bewegingsverloop of turnoefeningen. Je kan niet van elke leerling
verwachten dat ze thuis het juiste materiaal hebben om een bv. salto in te
oefenen.
Een vak als lichamelijke opvoeding uitsluitend doceren via
een elektronische leeromgeving is volgens mij dus uitgesloten. Daar kan Blended
Learning een oplossing bieden. Zo kan je de leerlingen via een
digitale weg verschillende soorten leerstof aanbieden:
·
Spelregels
·
Spelvormen
·
Tactische richtlijnen
·
Videofeedback
·
Bewegingsverloop van sporttechnieken (Bv. Opslag
badminton)
·
…
Een optimale combinatie van face-to-face leren en online
leren levert belangrijke voordelen op gebied van het leren:
·
Verschuiving van docent-gestuurd onderwijs naar
lerende-gestuurd onderwijs;
·
Mogelijkheden voor samenwerkend leren;
·
Gerichte begeleiding voor de lerende;
·
Grote mogelijkheden tot interactie met
deskundigen of collega’s.
Door het leren los te koppelen van tijd en ruimte, kan
blended learning zorgen voor een flexibeler organisatie van onderwijs. Denk
maar aan het gebrek aan sportzalen en zwembaden in het onderwijs. Ook kan het
zorgen voor een kostenbesparing. Door
een deel van een opleiding of trainingsprogramma in een online omgeving te
organiseren, kunnen er bepaalde kosten bespaard worden op het vlak van tijd,
verplaatsing, overheadkosten (bv. klaslokalen, papieren syllabus, , ...). De
ontwikkeling van nieuw leermateriaal kan ook prijsvoordelig zijn; het maken van
een e-cursus is wel tijdrovend, maar eens klaar kunnen ontzettend veel mensen
er lange tijd gebruik van maken, wat uiteindelijk de kostprijs ook positief
beïnvloedt. Blended learning behoeft geen dure of gesofisticeerde technologie;
discussieforums, e-mails, blogs, enz. zijn eenvoudig te gebruiken, niet
kostelijk te implementeren en zeer efficiënt indien ze op een doordachte en
weloverwogen manier worden ingezet in het didactisch proces. (Graham, C. R.,
Allen, S., & Ure, D. (2005))
Wel moet er door de docenten op toe gekeken worden dat de
leerstof goed wordt opgesteld en dat deze ook geëvalueerd wordt tijdens de
lessen. Uiteraard mag dit alles niet ten koste gaan van de actieve lestijd en
de spelbeleving en dient het als ondersteuning van de lessen LO. Deze vorm van
leren kan een handig hulpmiddel zijn voor het differentiëren tijdens de lessen.
Momenteel is het voor mij nog een beetje uitzoeken hoe ik deze nieuwe vorm van leren kan toepassen in mijn lessen. Maar ik ben er van overtuigd dat we er in de toekomst meer en meer gebruik vanzullen maken, zelfs tijdens praktijklessen.
Erik Van Harck
Tijtgat, P., Madou, T., Cottyn, J. (2014) Move
it, tape it, watch it, scroll it, save it, use it? De rol van videofeedback
in de lerarenopleiding lichamelijke opvoeding, Tijdschrift voor Lichamelijke
Opvoeding, 2(242), p. 22-25.
Graham, C. R., Allen, S., & Ure, D. (2005).
Benefits and challenges of blended learning environments. In M. Khosrow-Pour
(Ed.), Encyclopedia of Information Science and Technology (pp. 253−259).
Hershey, PA: Idea Group Inc.
Dag Erik,
BeantwoordenVerwijderenIk vind dit een interessant topic aangezien ik zelf ook sportleerkracht wou worden en ik me na het lezen van je blog me afvraag hoe dit in de praktijk in zijn werk zou gaan. Door gebruik te maken van filmpjes zien de leerlingen effectief de oefeningen van de les en de onderdelen van je vooropgestelde LO-les. De leerlingen bekijken deze filmpjes en je gaat er dan als leerkracht van uit dat de leerlingen dit effectief ook thuis nadoen en oefenen opdat ze het kunnen. Hoe weet je nu als LO-leerkracht, zonder ze in de klas bezig te zien, dat ze dit effectief doen? Nu ja, ik weet dat er wel een examen zal zijn waarop ze aanwezig moeten zijn en de LO-oefeningen moeten reproduceren dan, maar dan kan het ook zijn dat ze misschien net de dag voor het examen met je vak bezig waren. Ik herinner me nog goed mijn LO-lessen; vaak werd er tijdens één trimester rond één thema gewerkt en werd de lat iedere week hoger gelegd, je zag dus de vooruitgang die de leerlingen maakten. In geval van blended learning en LO kun je dit als leerkracht dan niet zien en stel dat de leerling een bepaalde oefening niet kan reproduceren weet je ook niet of de leerling al dan niet vooruitgang gemaakt heeft. Wat ik hier dan zou voorstellen is dat niet alleen de leerkracht filmpjes maakt van de LO-lessen, maar dat de leerlingen zichzelf filmen wanneer ze met de ‘leerstof’ bezig zijn opdat je dan de vooruitgang ziet en dat ze effectief met jouw les bezig zijn.
Groetjes,
Elodie
Beste Erik, ik ben met de ontwikkeling hiervan bezig. Mail me even op d.spanjaard@arh.nl
BeantwoordenVerwijderen