Bedenkingen bij de conceptnota rond mediawijsheid
Op 10 mei 2012 verstuurde het Kabinet van de Vlaams minister
voor Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel een persbericht met daarin een
woordje uitleg over de beleidsnota Mediawijsheid. De Vlaamse regering had op
woensdag 09 mei 2012 de conceptnota
Mediawijsheid van Ministers Ingrid Lieten en Pascal Smet goedgekeurd. Beide
ministers spreken over 40 concrete acties, maar er liggen eigenlijk vier
strategische doelstellingen op de tafel.
1.
Het creëren van een duurzaam en strategisch
kader voor mediawijsheid. Waaronder het oprichten van een kenniscentrum
Mediawijsheid.
2.
Het stimuleren en verhogen van competenties.
Door onder meer het verder verankeren van media- en beeldgeletterdheid in het
onderwijscurriculum en vormingsaanbod van leerkrachten. Maar bijvoorbeeld ook
het lanceren van educatieve games.
3.
Het creëren van een e - inclusieve samenleving.
Zoals het zorgen voor betaalbare internettarieven. De sociale tarieven voor
internet dienen in overleg met de federale regering en andere betrokken actoren
te worden opgevolgd.
4.
Het creëren van een veilige en verantwoorde
mediaomgeving: een voorbeeld hier van een actie is het sensibiliseren van
ouders en opvoeders, ondermeer door de e-safety campagne en 120 ouderavonden
van nu tot september 2013
Andere acties bestaan uit subsidies voor mediawijsheid, die
mensen uit de sector, kansarmen en jongeren trainen en begeleiding aanbieden.
Ook met de VRT is er in de beheersovereenkomst opgenomen dat Ketnet
mediawijsheid aan de kinderen moet bijbrengen door hen in een veilige omgeving
vertrouwd te maken met online toepassingen. Omdat deze materie te uitgebreid is
om allemaal aan te halen in deze publicatie verwijs ik naar de beleidsnota
zelf: http://www.ond.vlaanderen.be/ict/beleid/conceptnota-mediawijsheid.pdf
Wat is mediawijsheid?
Mediawijsheid is een brede thematiek die gaat over
uitdagingen zoals de toegankelijkheid van de “nieuwe” media, omgaan en
interpretatie van deze media en implementaties. Mediawijsheid is een thema dat
niet enkel in het beleidsdomein onderwijs en media van belang is, maar ook
binnen innovatie, cultuur, welzijn en armoedebestrijding aanbod komen.
Waarom is dit nodig?
“Nieuwe “ media hebben een steeds grotere impact op onze
samenleving, daarom is het belangrijk dat zowel kinderen, jongeren als
volwassenen – ongeacht hun sociale en economische achtergrond – inzien hoe “nieuwe”
media functioneren en hoe ze deze kunnen toepassen in hun dagelijkse leven. Om
actief deel te nemen van de samenleving van vandaag en morgen moeten we allen
voldoende media – wijsheid verwerven. We leven nu éénmaal in een kennis- en communicatiemaatschappij
waar ook kinderen al op heel jonge leeftijd worden geconfronteerd met allerlei
media. Wanneer we dan willen zorgen dat we van onze kinderen volwaardige
burgers maken die instaat zijn op eigen benen te staan in de samenleving is het
ook belangrijk dat onderwijs voldoende aandacht heeft voor deze “nieuwe media”
en mee evolueert.
De feiten
Bij het begin van zijn legislatuur liet van de minister van
Onderwijs Pascal Smet in 2010 “mediawijsheid” opnemen in de eindtermen voor het
secundair onderwijs, toch blijkt dat er onduidelijkheid heerst over de mate
waarin veilig gebruik van sociale netwerksites daadwerkelijk is opgenomen in
het curriculum. De vakgroep Onderwijskunde van de Universiteit van Gent toonde
aan dat de bestaande lespakketten die rond dat onderwerp bestaan quasi onbekend
zijn bij zowel leerlingen als leerkrachten.
Sociale netwerksites
winnen aan populariteit, gemiddeld hebben mensen 115 online vrienden en de
online contacten gebeuren normaal gezien met mensen die ze ook in het echt
ontmoeten (Smits, W., 2009). In België is het internetgebruik van kinderen en
jongeren “gemiddeld” wanneer we dit vergelijken met andere EU-landen (tussen de
65% en 85%) (Tsatsou, Pruulmann-Vengerfeldt
& Murru, 2009). De blootstelling aan diverse internetrisico’s neemt in
België ook een middenpositie in (Hasebrink, Livingstone & Haddon, 2008). In
2010 toonde Vandonick aan dat het surfen naar risicovolleinhouden afhankelijk is van de band tussen de jongere
en de ouders, maar ook de sociale context speelt een belangrijke rol, waarbij
het opleidingsniveau van de ouders niet onderschat mag worden. “Laagopgeleide
ouders zijn vaak minder vertrouwd met computers en internet, hetgeen kan leiden
tot meer onzekerheid inzake regulering en begeleiding van het internetgebruik
van hun kinderen en tot een onderschatting van de online risico’s waarmee hun
kinderen geconfronteerd kunnen worden” (Vandonick e.a., 2010).
Enkele cijfers ter illustratie van de risico’s die kinderen
lopen op het internet. Van de 9- tot 16 jarige hebben 14% in de afgelopen 12
maanden online beelden gezien die duidelijk seksueel getint zijn,… Voor meer
cijfers en referenties hierover verwijs ik graag naar de conceptnota
mediawijsheid 2012 van de Vlaamse overheid.
Mijn bedenkingen bij deze conceptnota
In de eerste plaats meen ik at het belangrijk is dat er een
conceptnota mediawijsheid werd neergelegd. Dit wil immers zeggen dat de
beleidmakers van dit land toch bezig zijn met deze materie. Ik vindt het ook
positief dat er concrete actiepunten naar voor worden geschoven, alleen lijkt
het een beetje dat de kwantiteit belangrijker is dan de kwaliteit. Mijn eerste
opmerking of bevraging die ik dan ook heb is, “Wordt de doelgroep wel bereikt?”
Eén van deze 40 concrete acties is het organiseren van 120 ouderavonden,
hierbij maak ik dan de bedenking dat wanneer we weten dat er op het einde van
2012 1068 (enkel erkende en gesubsidieerde of gefinancierde) scholen in het
secundair onderwijs alleen al waren in Vlaanderen, dat we moeten beseffen dat
we een heel select groepje van ouders gaan bereiken. Een andere concrete actie
is dat erin de beheersovereenkomst met
de VRT wordt opgenomen dat ze mediawijsheid moet bijbrengen bij kinderen. Op
zich is dit een zeer goed initiatief, maar er zou toch beter gedacht moeten
worden over de invulling. Nadat op vrijdag 1 februari Ketnet aan de kinderen
vroeg om eigenervaringen rond pesten via een videoboodschap te posten op de
Ketnet-site en dus op het net was de VRT op dinsdag 5 februari al verplicht
deze filmpjes te verwijderen. Sommige van deze kinderen stelde zich zo
kwetsbaar op dat de VRT wel moest ingrijpen. VRT - woordvoerder Björn Verdoodt
gaf dan ook namens de VRT toe dat ze in de fout waren gegaan. http://www.standaard.be/artikel/detail.aspx?artikelid=DMF20130205_00459134
Allemaal goed en wel, maar het was wel op het net gepubliceerd en het is niet
omdat het van de site van de VRT wordt verwijderd dat het van het net af is. Dus
vraag ik mij af waar de actie een veilige omgeving aanbieden via de Ketnet – site
concreet op inslaat. Deze filmpjes hadden nl nooit de kans mogen krijgen om
online te komen.
Het mogen dan wel goede intenties zijn maar voor een beleid
te voeren lijkt mij dit ruim onvoldoende. Het is een tekst die een aanzet mag
zijn, maar geen beleid.
Wat merk ik nog op, dat is dat naar aanleiding van de versie
van 2010 al werd aangegeven dat er onduidelijkheid heerst over de mate waarin
veilig gebruik van sociale netwerksites daadwerkelijk is opgenomen in het
curriculum voor het secundair onderwijs. De vakgroep Onderwijskunde van de
Universiteit van Gent toonde aan dat de bestaande lespakketten die rond dat
onderwerp bestaan quasi onbekend zijn. Nu wordt er in de nieuwe versie wel af
en toe gesproken over sociale netwerksites maar over een concrete aanpak is er
weinig te vinden. Nu ben ik na onderzoek blijkbaar toch niet de enige die deze opmerking had
ook Marleen Vanderpoorten (oud-minister van Onderwijs en Vorming) en zelf
gewezen lerares heeft hierover samen met Bart Tommelein een resolutie over ingediend
bij het Vlaams parlement en zij motiveerde dit als volgt.
Bart Tommelein “Jongeren maken massaal gebruik van de nieuwe en sociale media.
Deze zijn nauwelijks nog weg te denken uit de leefwereld van de
Facebook-generatie. Kinderen zijn vaak al van in het basisonderwijs actief op sociale
netwerksites zoals Facebook en Netlog, zelfs al ligt de wettelijke
minimumleeftijd hoger. Eenmaal in het secundair onderwijs neemt het gebruik van
die nieuwe media nog toe. Onderzoek wijst echter uit dat hoewel een belangrijk
deel van de jongeren privacy-instellingen gebruikt, jongeren meer risicovolle
informatie op hun profielpagina plaatsen naarmate ze ouder worden”.
Vanuit
onderwijsstandpunt betekent dit dat jongeren de nodige strategische
vaardigheden aangeleerd moeten krijgen op school om met dergelijke netwerksites
om te gaan. Zo stelt Vlaams Volksvertegenwoordiger Marleen Vanderpoorten:
"Kinderen en jongeren beschikken
vaak wel over de technische vaardigheden, maar kennis over de zogenaamde netetiquette
ontbreekt nog al te vaak. We mogen de ogen niet sluiten en blind zijn voor het
gebruik op jonge leeftijd. Integendeel. Naast de gevaren bieden deze netwerken
ook enorme opportuniteiten. Het gaat hier immers om meer dan een rage, een
cultuurfenomeen. Ik denk dat sociale media een wezenlijk onderdeel van ons
leven zullen worden. Kinderen en jongeren moeten dan ook vanaf de basisschool
de nodige vaardigheden aangeleerd krijgen om een verstandig gebruik aan te
scherpen. Het is evenwel van cruciaal belang dat de leerkrachten in dit verhaal
worden betrokken. De Vlaamse Regering moet daarom concrete actie ondernemen om
ook leerkrachten de nodige vaardigheden inzake sociale media aan te leren."
Bronnen:
Apestaartjaren 3, Onderzoeksrapport 2010
SMITS, W., Sociaal
Cultureel Werk, Participatie in Vlaanderen I, Basisgegevens van de
Participatiesurvey 2009,
Den Haag, ACCO Leuven,
2009, p. 159-160.
D’HAENENS, L. en VANDONINCK, S., Hoe digitaal geletterd zijn Belgische kinderen en jongeren
in
vergelijking
met leeftijdgenoten in Europa?, 2011 .
Kinderen moeten zeker gesensibiliseerd worden maar ouders ook... Tot een bepaalde leeftijd is het voor ouders ondenkbaar om hun kinderen alleen op straat te laten lopen. Zo zou het ook moeten zijn voor internet... De meeste regels kunnen thuis alleen door de ouders worden gezet. Ik denk bijvoorbeeld aan het vastleggen van een maximum aantal uren per dag, het verboden (en blokeren) van bepaalde sites, enz. Jammer genoeg, denk ik, weten bepaalde ouders niet hoe ze bepaalde sites kunnen blokeren.
BeantwoordenVerwijderenMisschien zouden er ook bepaalde wetten moeten worden aangepast hiervoor om juist die kinderen te kunnen beschermen. In een bibliotheek bijvoorbeeld heb je niet een mengeling van kinderboeken met boeken voor volwassenen. Hetzelfde als je in een videotheek gaat...
Leerlingen moeten inderdaad veel meer informatie over het veilig gebruik van het net ontvangen via allerlei kanalen.
BeantwoordenVerwijderenIk kan me wel vinden bij jouw opmerking over de manier waarop Ketnet dit niet goed heeft aangepakt. Als je 'les' wil geven over de risico's m.b.t. het internet zouden het net zij moeten zijn die zich bewust moeten zijn van de repercussies van videomateriaal op het internet.
Toch is het een goed idee om via TV informatie te verspreiden aangezien het inderdaad moeilijk is om alle ouders te bereiken via oudercontacten. Dit moet tweevoudig zijn. Een eerste luik kan erin bestaan om gebruik te maken van serieuze programma's op bijvoorbeeld op één of op Canvas (denk maar aan Koppen XL). Hierin kan men aan ouders duidelijk maken wat de gevaren van het internet zijn, maar vooral wat ouders hiertegen kunnen doen. Het heeft geen zin om ouders bang te maken van het internet als je ze geen oplossing biedt. De TV-programma's gericht aan ouders kunnen eventueel ook verwijzen naar websites waarin alles duidelijk uitgelegd staat. Onderaan staan een aantal voorbeelden van zulke websites. De eerste website toont op een speelse manier aan kinderen hoe ze het internet veilig moeten gebruiken.
Het andere luik van TV informatie kan dan inderdaad op kinderen gericht zijn. Er kunnen talrijke leuke programma's bestaan om kinderen aan te leren wat de gevaren zijn. Denk maar aan die website, iets in die aard kan misschien ook op TV.
http://www.clicksafe.be/kinderen/
http://www.veiligonline.be/
Hier ook twee sites gemaakt om ouders en kinderen te sensibiliseren :
BeantwoordenVerwijderen- Samen Media Maken : is een toolkit voor leerkrachten en schoolleiders dat tips en voorbeelden geeft om ouders te betrekken via sociale media. http://www.mediawijzer.net/professionals/nieuws/toolkit-voor-scholen-om-samen-media-te-maken
- Diploma Veilig Internet : lespakket dat leerlingen leert om om te gaan met mogelijkheden en risico's van internet : http://diplomaveiliginternet.kennisnet.nl/