In de vorige blogberichten, reacties op het
forum en bij gesprekken met andere studenten merkte ik af en toe wat terughoudendheid
om digitale technologie in te zetten in het onderwijs. Zelf ervaar ik ook de
angst om technologie te gebruiken in mijn lessen gezien ik er steeds vanuit ga
dat mijn leerlingen meer ervaring hebben met de nieuwste technologieën dan ik. Uit
onderzoek van Thompson (2013) dat collega-student Veronique Beth aanhaalt in
haar blogpost, blijkt dat de “technologiewijzen” toch niet zo ervaren zijn als
we weleens willen denken en dat er voor de leerkracht een belangrijke taak weggelegd
wordt. Uit het onderzoek bleek dat leerlingen eerder enkel gebruik maken van
Snelle Communicatie Technologie, waar sociale media bijgerekend wordt net als
snelle zoekmachines (‘zo snel mogelijk het juiste antwoord vinden’).
Leerkrachten dienen dus de digitale capaciteiten van hun leerlingen niet te
overschatten, wat ik eerder wel deed. Maar wat wordt er dan van de leerkracht
verwacht in het onderwijs?
Gezien de actuele situatie met mogelijk
drastische hervormingen van het onderwijs in Vlaanderen ben ik op zoek gegaan
naar recente artikels die een beeld kunnen schetsen van technologie in het
onderwijs na de hervormingen.
"Federaal minister van Economie Johan Vande
Lanotte benoemde Saskia Van Uffelen tot ‘Digital Champion’ voor België. Ze
heeft als taak de digitale vaardigheden te stimuleren in het onderwijs en bij
kwetsbare doelgroepen." (Vanbrussel, 27/04/2013) "Het is een deel van een project
van Europees commissaris voor Digitalisering Neelie Kroes." (Abbeloos,
26/04/2013)
Saskia Van Uffelen waarschuwt in het artikel voor de
achterstand die leerlingen oplopen op het vlak van technologie en informatica.
Zo schrapt het Katholieke Onderwijs volgend schooljaar het vak Informatica in
het beroeps- en het technisch secundair onderwijs. Het vak zou geïntegreerd
worden in andere vakken. Dit lijkt me een zeer slechte beslissing te zijn
gezien technologie en informatica toch zeer belangrijk zijn voor leerlingen in
het BSO en TSO. Deze leerlingen leren meer vaardigheden en hebben dus zeker een
goede basis in technologie nodig om in een bedrijf te kunnen functioneren. Ook
in nieuwe technologieën wordt weinig geïnvesteerd bijvoorbeeld voor de praktijkvakken.
Bijvoorbeeld 3D-printing, waarbij driedimensionale objecten ‘geprint’ kunnen
worden. Deze technologie zal de industrie sterk veranderen. Zo zou de productie
van auto-onderdelen radicaal kunnen veranderen. Een ander voorbeeld is
bijvoorbeeld lasersnijden, waarbij alle mogelijke vormen via een digitale
tekening uitgesneden kunnen worden. Het is noodzakelijk dat deze leerlingen
reeds in het onderwijs in aanraking komen met deze nieuwe technologieën, zodat
ze in hun carrière later de beste kansen hebben. Als toekomstige leerkracht die
zelf graag praktijkvakken zou geven, is er dus zeker een belangrijke taak
weggelegd, gezien de onderwijskoepel zelf zeer weinig eisen vastlegt op vlak
van nieuwe technologieën.
"Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet
heeft de Vlaamse Onderwijsraad gevraagd een nieuwe ICT-strategie uit te denken.
Zijn hervormingen zouden in mei concreet vorm krijgen. De nieuwe ICT-strategie
zou vanaf 2014 operationeel moeten zijn." (Illgems, 25/04/2013) De Vlaamse
minister lijkt te streven naar een nieuwe aanpak. Enkele scholen hebben de
tablet al omarmd, deze zouden volgens Pascal Smet een pioniersrol moeten spelen
en vooral informatie naar andere scholen moeten delen. Gelukkig blijkt uit het
artikel dat er niet enkel gefocust wordt op tablets en andere middelen voor het
verwerken van informatie. Zo wil de Vlaamse minister ook jongeren de juiste
vaardigheden aanleren om zich te kunnen aanpassen aan de digitale en
technologische evoluties.
Maar misschien begint de integratie van
technologie en ICT in het onderwijs al bij de lerarenopleiding? Waarom leren
wij in deze opleiding nog steeds werken met een bord en krijt? Ook in de
bacheloropleidingen lijkt me weinig veranderd te zijn in onderwijstechnieken
die leerkrachten krijgen aangeleerd. Wat op zich zeer jammer is, is het
opleggen van omgaan met technologie in het onderwijs via leerplannen of andere
regels. Het heeft weinig zin wanneer leerkrachten zelf niet vertrouwd zijn met
de mogelijkheden binnen de klas. Daarbij kom ik terug bij het begin van deze
tekst. Het zelfvertrouwen van leerkrachten in hun omgang met technologie zou
volgens mij een stuk hoger liggen als we daadwerkelijk ook geleerd hebben om om
te gaan met onderwijstechnologieën, waardoor deze technologieën sneller in de
praktijk gebruikt zouden worden. Ik ben dus zeker benieuwd
naar de maatregelen die Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet zal doorvoeren
bij de lerarenopleidingen en bijscholingsdagen (pedagogische studiedagen).
Abbeloos,
F. (26/04/2013). Neelie Kroes commisaris
tegen de digitale genderkloof. De Standaard, p. 27.
Illegems, M. (25/04/2013). Pascal
Smet wil meer aandacht voor ICT op school tegen 2014. Knack, Datanews.
Thompson,
P. (2013). The digital natives as
learners: Technology use patterns and approaches to learning. Computers
& Education, 65, p.12-33. Volledige tekst beschikbaar op http://www.sciencedirect.com.ezproxy.vub.ac.be:2048/science/article/pii/S0360131513000225
Vanbrussel,
E. (27/04/2013). Het Vlaamse onderwijs
dreigt diep te vallen. De Morgen, p. 26.
Beste Joke, ik vind de insteek van je artikel sterk, maar tegelijk vind ik dat je veel zaken op één hoop gooit, die toch best apart bekeken worden.
BeantwoordenVerwijderen- Wat betreft de schrik die je hebt om als leerkracht ICT in te zetten: gewoon doen als je ervan overtuigd bent dat je jouw leerdoelstellingen efficiënter bereikt door middel van ICT. Maak gebruik van de capaciteiten van je leerlingen, collega's en ict-coördinatoren moest dat nodig zijn. Wacht zeker niet op initiatieven van de overheid, maar ga zelf op zoek naar bijscholingen en informatie.
- Wat betreft ICT-vaardigheden ben ik het absoluut eens met de beslissing van het VVKSO om Informatica af te schaffen als apart vak. Dit vak ging over tekstverwerking, rekenbladen en andere computervaardigheden die niets met informatica als wetenschap te maken hebben. Deze vaardigheden kunnen wel degelijk verworven worden in andere vakken (een boekbespreking maken op de computer voor Nederlands, met spreadsheets werken in de les economie,...). Niet voor niets noemt de richting Informatica aan de VUB Computerwetenschappen, omdat de term Informatica de wetenschappelijke lading in Vlaanderen niet meer dekt. De onderwerpen die je aanhaalt (3D-printing, lasersnijden) die zogezegd zouden verdwijnen bij de afschaffing van het vak informatica in het TSO & BSO zijn ook onderwerpen die niet eens tot het actueel leerplan van informatica behoren in het BSO of TSO.
- Ik pleit als computerwetenschapper en wiskundige wel voor een inleidend vak tot de computerwetenschappen voor sterk wetenschappelijke richtingen in de 3de graad van het ASO & TSO. Hierin zou geen concrete toepassingssoftware aan bod komen, maar de absolute basis over programmeren, object-oriëntatie en algoritmiek. Dit vak ontbreekt echt, waardoor een keuze voor een computerwetenschappelijke richting in het hoger onderwijs minder evident is of juist heel onoverwogen gemaakt wordt. Bovendien is een basiskennis computerwetenschappen erg nuttig in elke wetenschappelijke richting.
- Over de rol van ICT in de lerarenopleiding verwijs ik je graag naar mijn artikel op deze blog :).
Vele groeten,
Filip