woensdag 1 mei 2013

Gebruik van sociale netwerken op school


Een aspect van het hoger gebruik aan ICT het laatste decennium die me vooral opschiet is het deelnemen aan sociale netwerken op het internet. Meerdere studies hebben al aangetoond dat het gebruik van sociale netwerken een norm geworden is die jongeren en ouderen gebruiken om een sociale identiteit te ontwikkelen (Buckingham, D. & Martinez-Rodriguez, J.B., 2013; Muros et al., 2013; Stornaiulo et al., 2013). Aangezien het nu volkomen deel uitmaakt van de maatschappij vroeg ik me af hoe sociale netwerken gebruikt kunnen worden in het onderwijs. Ik heb in de literatuur één concreet leerdoel gevonden (die men kan onderverdelen in meerdere “sub”-leerdoelen) waarvoor sociale netwerken gebruikt kunnen worden: het ontwikkeling van het besef van burgerschap.


Pro’s en contra’s

Sinds de ontwikkeling van ICT werden er pro- en contra-argumenten naar voren gebracht voor het gebruik ervan in het onderwijs. Er werd beoordeeld dat ICT een bron was van afleiding en oppervlakkig denken of dat het de werkelijkheid onbeduidends voorstelde. Dit zou leiden tot een daling van “sociaal kapitaal” en van burgerparticipatie. Anderzijds was er de mening dat ICT tot een “onderwijsrevolutie” zou leiden en dat het de fundamenten met zich meebracht om een authentieke, efficiënte en leerling georiënteerde omgeving te creëren. De nadruk wordt nu niet meer gelegd op de vraag of leerkrachten digitale media moeten gebruiken maar eerder op hoe ze het moeten gebruiken en voor welke leerdoelen. (Buckingham, D., 2013)

Ontwikkeling van burgerschap

Ik heb twee verschillende artikels gelezen waarin het gebruik van sociale netwerken in het onderwijs wordt beschreven en waarvoor het ook gebruikt kan worden. De eerste studie (Stornaiulo et al.,2013) beschrijft het gebruik van sociale netwerken voor de ontwikkeling van communicatie vaardigheden en wederzijdse uitwisseling dat ethisch alert en sociaal bewust kan zijn. Ze leggen de nadruk op de wederzijdse onderhandeling tussen leerlingen in een sociaal netwerk om hun relatieve posities en functies in een groep en tegenover elkaar te bepalen rond een case-study of probleem die ze moeten oplossen. De tweede studie (Middaugh & Kahne, 2013) legt de nadruk op het gebruik van nieuwe media en sociale netwerken in de ontwikkeling van burgerschapsbesef. Ze duidden aan dat sociale netwerken gebruikt kunnen worden om vier doelen te vervullen: 1) het ontwerpen van authentieke leeromgevingen, 2) leerlingen als individu’s aan te sluiten bij de maatschappij, 3) de meningsuiting van de jeugd te ondersteunen en 4) leerlingen aanmoedigen zich te engageren in hedendaagse kwesties. Ik vond dat het aspect waar de eerste studie de nadruk op legt terug te vinden is in de leerdoelen van de tweede studie. Ik zal me dus daarop focussen.
Wat vooral interessant is in het artikel (Middaugh & Kahne, 2013) is dat het een aantal voorbeelden geeft van leerplatforms op het internet die deze leerdoelen gezamenlijk vervullen. Ik zal er hieronder een aantal beschrijven. 
In www.dosomething.org en www.generationon.org worden elektronische toolkits ter beschikking gesteld om de leerlingen uit te nodigen om een variëteit van kwesties te exploreren waarvoor ze interesse in hebben. Projecten worden er voorgesteld waarop leerlingen zich kunnen indiepen. In Citizen Science (www.tigweb.org) worden de leerlingen aangemoedigd om een bijdrage te leveren voor het opstapelen en beschikbaar maken van data rond een specifieke kwestie (onder te verdelen in milieu en sociale kwesties). Daarin wordt er een sociaal netwerk platform aangeboden voor het wisselen van ideeën rond deze kwesties. Ze tonen uiteindelijk de beschikbaarheid aan van online spelletjes met complexe milieu en sociale kwesties waarvoor de leerlingen een oplossing moeten vinden. In http://fateoftheworld.net bijvoorbeeld worden de leerlingen aangezet tot het ontwikkelen van meerdere beleidsmaatregelen om de klimaatverandering tegen te gaan. Deze maatregelen kunnen evengoed de situatie verbeteren als verergeren.

Conclusie

In die literatuur wordt vooral een aantal pro-argumenten naar voren gebracht rond het gebruik van nieuwe media en sociale netwerken in het onderwijs. Dit vind ik onontbeerlijk voor de ontwikkeling van het gebruik ervan in het onderwijs aangezien het belang ervan. Ik wil niettemin een aantal kritische punten naar voren brengen die ik vind dat men niet uit het oog mag houden. In het voorbeeld van online spelletjes is het belangrijk te weten te komen of die spelletjes geen te hoge simplificatie en misvatting van de werkelijkheid kunnen veroorzaken (ze zijn daarbij soms niet gratis). Het is dus belangrijk twee keer na te denken vooraleer men zoiets gebruikt. Het andere punt waarvoor men als leerkracht voorzichtig moet zijn is het gebruik van de sociale netwerken. Het is belangrijk de nadruk te leggen bij de leerlingen op een effectief en verantwoord gebruik ervan, desnoods door de wisselwerking in de sociale netwerken (in de context van de les) te controleren of na te kijken.



Bronnen

-Buckingham, D., Martinez-Rodriguez, J.B., 2013. Interactive Youth: New Citizenship between Social Networks and School Settings. Comunicar, 40, XX, 2013, Scientific Journal of Media Education; ISSN: 1134-3478 • e-ISSN: 1988-3293 • Pages 10-13
-Middaugh, E., Kahne, J., 2013. New Media as a Tool for Civic Learning. Comunicar, n. 40, v. XX, 2013, Scientific Journal of Media Education; ISSN: 1134-3478; pages 99-107.
-Muros, B., Aragón, Y. en Bustos, A., 2013. Youth’s Usage of Leisure Time with Video Games and Social Networks. Comunicar, n. 40, v. XX, 2013, Scientific Journal of Media Education; ISSN: 1134-3478; pages 31-39.
-Stornaiulo, A., DiZio, J.K. en Hellmich, E.A., 2013. Expanding Community: Youth, Social Networking, and Schools. Comunicar, n. 40, v. XX, 2013, Scientific Journal of Media Education; ISSN: 1134-3478; pages 79-87.

4 opmerkingen:

  1. Ik ben van mening dat die controle van de wisselwerking in de sociale netwerken onontbeerlijk is. Op mijn stageschool hadden leerkrachten een facebookpagina van de school opgezet. Deze pagina bevatte onder andere grappige klasfoto's. De leerkrachten hebben deze pagina weer moeten verwijderen van de directie, omdat er leerlingen, en ook niet-leerlingen, gemene of zelfs onbeschofte commentaren schreven. Als we kijken hoe jongeren bijvoorbeeld op facebook reageerden op het voorstel van CD&V om de vakantie in te korten tot 6 weken, is dit ronduit onbeschoft. Jongeren lijken veel meer te durven op internet, doordat ze zich wat kunnen verstoppen achter hun computer. Ik vraag me af of deze jongeren hetzelfde face to face zouden durven zeggen.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik zou het niet veralgemenen. Het is inderdaad wel zo dat sommige leerlingen "gemene" of "onbeschofte" (om de termen te gebruiken die je hebt vernoemd) commentaren achterlaten, maar dit geldt niet voor alle leerlingen. Op de school (Laken) waar ik stage heb gelopen is een groot aantal van de leerlingen actief geëngageerd in tal van activiteiten, die ze promoten op de Facebookpagina van de school. Bovendien maakt een sociaal netwerk het mogelijk om informatie, ideeën en bestanden uit te wisselen. Wat ik uiteraard een pluspunt vind. Oudleerlingen kunnen op die manier ook in contact komen met de "nieuwe generatie" en hen wat tips meegeven.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Geachte,

    Na het lezen van uw tekst moet ik me deels aansluiten. Deels omdat ik nog steeds niet overtuigd ben dat deze nieuwe technologische evolutie van alles wel zo ver moet door getrokken worden. Als toekomstige leerkracht L.O. vind ik dat de leerlingen beter, als ze s’avonds thuis zijn, buiten zouden moeten spelen. Dit is namelijk ook zeer goed voor hun ontwikkeling en voor het sociaal functioneren met andere kinderen. Plus voor mij geeft dit nog een extra waarde omdat ze zich zo ook lichamelijk als mentaal verder ontwikkelen. Ik zelf woon op de boeren buiten en als ik naar kinderen (14jarigen) kijk die in het stad wonen dan kan ik constateren dat er bij zijn die nog nooit in hun leven een hamer of een zaag hebben vast gehad of laat staan het gras afgereden hebben of niet weten wat graan of tarwe zijn. Nog nooit gezien klink het en weten niet wat het is of waar het voor gebruikt wordt, schandalig. Ook denk ik dat het ergens goed is. U geeft aan dat op deze site (http://fateoftheworld.net) de leerlingen beleidsmaatregelen zelf kunnen ontwikkelen om bijvoorbeeld de klimaatsveranderingen tegen te gaan. Zo zijn er waarschijnlijk nog honderden goede sites maar dan is de vraag op welke leeftijd zou je dit willen gaan stimuleren om tijdens hun vrije tijd de computer te gaan gebruiken? Of wanneer is het de geschikte leeftijd waarop kinderen een gsm krijgen of een tablet? Er zijn aan heel dit gebeuren zeker goede maar ook, in mijn ogen, slechte punten aan verbonden.
    Het laatste zinnetje van u conclusie heeft me wel aan het denken gezet en ik volg hierin uw mening voor 100% ik citeer: Het is belangrijk de nadruk te leggen bij de leerlingen op een effectief en verantwoord gebruik ervan, desnoods door de wisselwerking in de sociale netwerken (in de context van de les) te controleren of na te kijken. => het leren verantwoordelijk omgaan met de steeds vernieuwende media, dit omdat leerlingen en ook ouderen (soms) “naïef” kunnen omgaan met de technologie en zo hun eigen privacy te grabbelen kunnen gooien op het net. Waar uiteraard misbruik van kan gemaakt worden.
    Het laatste wat ik er nog wil aan toevoegen is dat het zeker geen slecht idee is dit in de schooltijd te gaan introduceren en het zal zeker later tijdens hun carrière een meerwaarde geven als men met mediatools overweg kan maar waarom dan de afschaffing van de ICT lessen?

    BeantwoordenVerwijderen