« Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd »
Net als Nadia hield ik mij bezig
met de discrepantie tussen “knopvaardigheid” en “digitale geletterdheid”. Hiervoor
baseerde ik me op een artikel van Kirschner waarin de stelling van
Prensky dat digital natives (dit zijn
jongeren en kinderen die nooit zonder digitale technologie hebben geleefd) spontaan
en efficiënt kunnen leren van en met ICT wordt ontkrachtigd.
In de visie van Prensky wordt onderwijs
gereduceerd tot de ondersteuning van het autonome kennisverwervingsproces via
ICT. Uit onderzoek van Rowlands blijkt echter dat deze stelling de mogelijkheden
van autonoom leren met ICT overschat, voornamelijk op het vlak van informatie
zoeken, vinden en beoordelen. Jongeren zijn wel knopvaardig maar gebruiken ICT
niet om ervan te leren. Nog meer onderzoek heeft aangetoond dat zelfs
universiteitsstudenten een zeer beperkt aanbod aan technologieën gebruiken. Het
gaat hier dan om de gevestigde technologieën, die bovendien voornamelijk
passief en oppervlakkig worden gebruikt.
Voorts geeft Kirschner aan dat ook de mythe van
Veen & Vrakking betreffende de homo
zappiens en zijn mogelijkheid tot multitasken (kinderen die verschillende
cognitieve taken tegelijkertijd kunnen uitvoeren zoals huiswerk, chatten en
sms’en) wordt ontkrachtigd door onderzoek. Zo blijkt inderdaad dat elk van deze
cognitieve taken een eigen denkwerk vereist en onze hersenen niet in staat zijn
om dit samen te laten gebeuren. Zo kan er enkel sprake zijn van task switching waarbij er wordt
overgeschakeld van een (deel)taak naar een andere, wat lijkt op het verrichten
van meerdere taken tegelijkertijd. In werkelijkheid kunnen onze hersenen
slechts één activiteit laten plaatsvinden, tenzij voor taken die geautomatiseerd
zijn. Bovendien kwam Stroop tot de vaststelling dat interferentie tussen taken
leidt tot twee keer zo veel fouten en dat het twee keer langer duurt om de
taken foutloos te verrichten. Zo blijkt dat hoewel ICT het aankan om te
multitasken, onze hersenen niet meekunnen, waardoor dit geen betere cognitieve
prestaties tot gevolg heeft, integendeel.
Uiteindelijk richt Kirschner zich op de eerste
generatie digital natives die
tegenwoordig het onderwijs instappen als leerkracht. Ook zij blijken een zeer
beperkt gebruik te maken van de bestaande software en eveneens vooral op een
passieve manier sociale media te raadplegen. Zodoende is het niet
vanzelfsprekend dat deze generatie ICT gaat gebruiken, laat staan aanpassen
voor het onderwijs. Bijgevolg besluit Kirschner dat het efficiënt inzetten van
technologie in het onderwijs een vaardigheid is, die – net als alle andere –
geleerd moet worden.
Persoonlijk vond ik dit een zeer boeiend artikel.
Vooral de term “knopvaardig” vond ik interessant, omdat die zo goed verwoordt op
welk niveau de spontane vaardigheid van onze generatie digital natives zich bevindt. In vergelijking met onze ouders
voelen we ons inderdaad zeer digitaal vaardig, maar dat zijn we eigenlijk niet.
Zoveel wordt duidelijk wanneer we voor een vak als onderwijstechnologie zelf
een toepassing moeten bedenken en op die manier meer in contact komen met de
technische kanten van technologie. We zijn duidelijk slechts knopvaardig. Zo
blijkt verder ook uit de toepassingen die we kiezen voor onze
lesvoorbereidingen. Het kan beter, gevarieerder, doeltreffender, maar dat
vraagt tijd en die hebben we niet.
Zeer interessant vond ik ook dat er gewezen wordt
op de zwakke zoek-, vind- en beoordelingscapaciteiten van de digital natives. Toen ik een
inleidingsles gaf in het 6de jaar over de filosofen van de
Verlichting en daarvoor een korte ICT-zoekopdracht in groepjes had voorzien,
bleek hoezeer de leerlingen moeite hadden met het vinden en het selecteren van
de belangrijke informatie. Dit ondanks de stuurvragen die ik gesteld had. In
dit verband vond ik ook het onderzoek van Van Synghel (2010) zeer interessant.
Zij onderzocht het effect van webquest gekoppeld
aan information problem solving-instructie op de leerprestaties van BSO
leerlingen. Hoewel haar resultaten niet significant waren, bracht het mij aan
het denken. Volgens mij moet er broodnodig gewerkt worden aan de zoekvaardigheden
van de leerlingen en dit op een vakoverschrijdende manier. Hierbij lijkt
probleemoplossend denken mij een goede methode. Ondanks de
onderzoekscompetenties zijn de leerlingen niet in staat om efficiënt op te
zoeken. Zelf heb ik pas bij het overstappen naar de universiteit begrepen wat
“opzoeken op internet” werkelijk inhield. Internet is namelijk een beetje een
vergiftigd geschenk op dat vlak: massa’s informatie beschikbaar, maar eveneens
veel tegenstrijdige, onvolledige of gewoonweg foute informatie. Leerlingen
moeten leren hier veel nauwkeuriger te zijn.
Ten slotte vond ik het aspect van multitasken
versus task switchen zeer interessant. Onlangs gaf ik in het 4de
jaar een leesoefening over de impact van nieuwe technologieën op het brein . In dat artikel werd
uitgelegd dat het brein inderdaad telkens moet kiezen tussen de verschillende
taken op basis van de respectievelijke doelstellingen, aangezien het slechts
één systeem heeft om de informatie te verwerken, namelijk “de aandacht”. Voorts
bleek hoezeer het voortdurend switchen het brein uitput. Na de leesoefening
vroeg ik de leerlingen een korte reflectie uit te voeren en daarna volgde een
discussie. Het overgrote deel van de leerlingen meende absoluut geen last te
ondervinden van de massa prikkels die nieuwe technologieën met zich meebrengen.
Hoewel ze meenden hierdoor niet uit hun concentratie te worden gehaald, merkte
ik telkens tijdens de lessen dat hun aandacht zeer snel verzwakt. Ik heb jammer
genoeg niet de kans gehad om hier veel verder op in te gaan met de leerlingen,
maar ik zou het echt de moeite vinden om hen stil te laten staan bij het
storende effect van multimedia op de aandacht. Zelf ervaar ik namelijk grote
vermoeidheid van het voortdurend switchen tussen al deze taken.
Referenties
Kirschner, P. (2013), “Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd”,
4W, online geraadpleegd via http://4w.kennisnet.nl/artikelen/2013/03/08/knopvaardig-digitaal-geletterd.
Lachaux, J-P (2012), “SOS, cerveau en surchauffe!”, online geraadpleegd via
http://www.planete-plus-intelligente.lemonde.fr/sante/sos-cerveau-en-surchauffe-_a-11-1054.html.
Van Synghel, V. (2010), Effect van de
Webquest gekoppeld aan Information Problem Solving (IPS)-instructie op de
leerprestaties van BSO leerlingen, online geraadpleegd via http://dspace.learningnetworks.org/bitstream/1820/2847/1/OWVVanSynghel-21092010.pdf.
Beste Audrey,
BeantwoordenVerwijderenJe vermeldt dat de eerste generatie digital natives niet noodzakelijk meer gebruikt maakt van technologie in klasverband. Persoonlijk ben ik het hiermee eens. Ikzelf zou er meer gebruik van kunnen maken maar deels is het ook denk ik omdat ik nooit enorm veel interesse hierin gehad heb. Die interesse begint nu pas te komen. Ik ga volledig akkoord met de stelling van Kirschner dat dit aangeleerd moet worden.
Ik kan ook je ervaring beamen. De leerlingen hebben het inderdaad enorm moeilijk met gericht zoeken en nemen alles voor waarheid wat erop sites als wikipedia verschijnt. Naar mijn mening is het zeer positief dat je een voorstel doet om hieraan te werken! Een taak voor ons als leerkrachten in spe!
Beste Axelle,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie. Er staat ons volgens mij inderdaad nog een zware taak met het aanleren van deze zoekvaardigheid en vaardigheid om efficiënt te leren aan de hand van technologie. Deze vaardigheden zouden eigenlijk de ons welbekende 4 taalvaardigheden moeten komen aanvullen ...
Ik ga volledig akkoord met de stelling van Axelle.
BeantwoordenVerwijderenTechnologie moet een plaats krijgen in het onderwijs, maar men mag de basisvaardigheden niet uit het oog verliezen. Uit een onderzoek van onderzoeksbureau Motivaction uitgevoerd in 2006 blijkt dat: "87 procent van de scholieren internet gebruikt bij het zoeken naar informatie. Slechts 4 procent gebruikt hiervoor boeken uit de bibliotheek". Het internet is makkelijk en je kan op korte tijd veel informatie verzamelen, maar studenten staan te weinig stil bij de kwaliteit van het gezochte materiaal.
Dit zal inderdaad nog een grote uitdaging vormen om kinderen terug de basis uit te leggen van zaken op te zoeken.
bron: http://doc.utwente.nl/60703/1/beoordelen_en_selecteren.pdf