woensdag 1 mei 2013

Kinderen met snelle vingers


« Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd »


Net als Nadia hield ik mij bezig met de discrepantie tussen “knopvaardigheid” en “digitale geletterdheid”. Hiervoor baseerde ik me op een artikel van Kirschner waarin de stelling van Prensky dat digital natives (dit zijn jongeren en kinderen die nooit zonder digitale technologie hebben geleefd) spontaan en efficiënt kunnen leren van en met ICT wordt ontkrachtigd.

In de visie van Prensky wordt onderwijs gereduceerd tot de ondersteuning van het autonome kennisverwervingsproces via ICT. Uit onderzoek van Rowlands blijkt echter dat deze stelling de mogelijkheden van autonoom leren met ICT overschat, voornamelijk op het vlak van informatie zoeken, vinden en beoordelen. Jongeren zijn wel knopvaardig maar gebruiken ICT niet om ervan te leren. Nog meer onderzoek heeft aangetoond dat zelfs universiteitsstudenten een zeer beperkt aanbod aan technologieën gebruiken. Het gaat hier dan om de gevestigde technologieën, die bovendien voornamelijk passief en oppervlakkig worden gebruikt.

Voorts geeft Kirschner aan dat ook de mythe van Veen & Vrakking betreffende de homo zappiens en zijn mogelijkheid tot multitasken (kinderen die verschillende cognitieve taken tegelijkertijd kunnen uitvoeren zoals huiswerk, chatten en sms’en) wordt ontkrachtigd door onderzoek. Zo blijkt inderdaad dat elk van deze cognitieve taken een eigen denkwerk vereist en onze hersenen niet in staat zijn om dit samen te laten gebeuren. Zo kan er enkel sprake zijn van task switching waarbij er wordt overgeschakeld van een (deel)taak naar een andere, wat lijkt op het verrichten van meerdere taken tegelijkertijd. In werkelijkheid kunnen onze hersenen slechts één activiteit laten plaatsvinden, tenzij voor taken die geautomatiseerd zijn. Bovendien kwam Stroop tot de vaststelling dat interferentie tussen taken leidt tot twee keer zo veel fouten en dat het twee keer langer duurt om de taken foutloos te verrichten. Zo blijkt dat hoewel ICT het aankan om te multitasken, onze hersenen niet meekunnen, waardoor dit geen betere cognitieve prestaties tot gevolg heeft, integendeel.

Uiteindelijk richt Kirschner zich op de eerste generatie digital natives die tegenwoordig het onderwijs instappen als leerkracht. Ook zij blijken een zeer beperkt gebruik te maken van de bestaande software en eveneens vooral op een passieve manier sociale media te raadplegen. Zodoende is het niet vanzelfsprekend dat deze generatie ICT gaat gebruiken, laat staan aanpassen voor het onderwijs. Bijgevolg besluit Kirschner dat het efficiënt inzetten van technologie in het onderwijs een vaardigheid is, die – net als alle andere – geleerd moet worden.

Persoonlijk vond ik dit een zeer boeiend artikel. Vooral de term “knopvaardig” vond ik interessant, omdat die zo goed verwoordt op welk niveau de spontane vaardigheid van onze generatie digital natives zich bevindt. In vergelijking met onze ouders voelen we ons inderdaad zeer digitaal vaardig, maar dat zijn we eigenlijk niet. Zoveel wordt duidelijk wanneer we voor een vak als onderwijstechnologie zelf een toepassing moeten bedenken en op die manier meer in contact komen met de technische kanten van technologie. We zijn duidelijk slechts knopvaardig. Zo blijkt verder ook uit de toepassingen die we kiezen voor onze lesvoorbereidingen. Het kan beter, gevarieerder, doeltreffender, maar dat vraagt tijd en die hebben we niet.

Zeer interessant vond ik ook dat er gewezen wordt op de zwakke zoek-, vind- en beoordelingscapaciteiten van de digital natives. Toen ik een inleidingsles gaf in het 6de jaar over de filosofen van de Verlichting en daarvoor een korte ICT-zoekopdracht in groepjes had voorzien, bleek hoezeer de leerlingen moeite hadden met het vinden en het selecteren van de belangrijke informatie. Dit ondanks de stuurvragen die ik gesteld had. In dit verband vond ik ook het onderzoek van Van Synghel (2010) zeer interessant. Zij onderzocht het effect van webquest gekoppeld aan information problem solving-instructie op de leerprestaties van BSO leerlingen. Hoewel haar resultaten niet significant waren, bracht het mij aan het denken. Volgens mij moet er broodnodig gewerkt worden aan de zoekvaardigheden van de leerlingen en dit op een vakoverschrijdende manier. Hierbij lijkt probleemoplossend denken mij een goede methode. Ondanks de onderzoekscompetenties zijn de leerlingen niet in staat om efficiënt op te zoeken. Zelf heb ik pas bij het overstappen naar de universiteit begrepen wat “opzoeken op internet” werkelijk inhield. Internet is namelijk een beetje een vergiftigd geschenk op dat vlak: massa’s informatie beschikbaar, maar eveneens veel tegenstrijdige, onvolledige of gewoonweg foute informatie. Leerlingen moeten leren hier veel nauwkeuriger te zijn.

Ten slotte vond ik het aspect van multitasken versus task switchen zeer interessant. Onlangs gaf ik in het 4de jaar een leesoefening over de impact van nieuwe technologieën op het brein . In dat artikel werd uitgelegd dat het brein inderdaad telkens moet kiezen tussen de verschillende taken op basis van de respectievelijke doelstellingen, aangezien het slechts één systeem heeft om de informatie te verwerken, namelijk “de aandacht”. Voorts bleek hoezeer het voortdurend switchen het brein uitput. Na de leesoefening vroeg ik de leerlingen een korte reflectie uit te voeren en daarna volgde een discussie. Het overgrote deel van de leerlingen meende absoluut geen last te ondervinden van de massa prikkels die nieuwe technologieën met zich meebrengen. Hoewel ze meenden hierdoor niet uit hun concentratie te worden gehaald, merkte ik telkens tijdens de lessen dat hun aandacht zeer snel verzwakt. Ik heb jammer genoeg niet de kans gehad om hier veel verder op in te gaan met de leerlingen, maar ik zou het echt de moeite vinden om hen stil te laten staan bij het storende effect van multimedia op de aandacht. Zelf ervaar ik namelijk grote vermoeidheid van het voortdurend switchen tussen al deze taken.


Referenties

Kirschner, P. (2013), “Knopvaardig is wat anders dan digitaal geletterd”, 4W, online geraadpleegd via http://4w.kennisnet.nl/artikelen/2013/03/08/knopvaardig-digitaal-geletterd.

Lachaux, J-P (2012), “SOS, cerveau en surchauffe!”, online geraadpleegd via http://www.planete-plus-intelligente.lemonde.fr/sante/sos-cerveau-en-surchauffe-_a-11-1054.html.

Van Synghel, V. (2010), Effect van de Webquest gekoppeld aan Information Problem Solving (IPS)-instructie op de leerprestaties van BSO leerlingen, online geraadpleegd via http://dspace.learningnetworks.org/bitstream/1820/2847/1/OWVVanSynghel-21092010.pdf.



3 opmerkingen:

  1. Beste Audrey,
    Je vermeldt dat de eerste generatie digital natives niet noodzakelijk meer gebruikt maakt van technologie in klasverband. Persoonlijk ben ik het hiermee eens. Ikzelf zou er meer gebruik van kunnen maken maar deels is het ook denk ik omdat ik nooit enorm veel interesse hierin gehad heb. Die interesse begint nu pas te komen. Ik ga volledig akkoord met de stelling van Kirschner dat dit aangeleerd moet worden.
    Ik kan ook je ervaring beamen. De leerlingen hebben het inderdaad enorm moeilijk met gericht zoeken en nemen alles voor waarheid wat erop sites als wikipedia verschijnt. Naar mijn mening is het zeer positief dat je een voorstel doet om hieraan te werken! Een taak voor ons als leerkrachten in spe!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Beste Axelle,
    Bedankt voor je reactie. Er staat ons volgens mij inderdaad nog een zware taak met het aanleren van deze zoekvaardigheid en vaardigheid om efficiënt te leren aan de hand van technologie. Deze vaardigheden zouden eigenlijk de ons welbekende 4 taalvaardigheden moeten komen aanvullen ...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Ik ga volledig akkoord met de stelling van Axelle.
    Technologie moet een plaats krijgen in het onderwijs, maar men mag de basisvaardigheden niet uit het oog verliezen. Uit een onderzoek van onderzoeksbureau Motivaction uitgevoerd in 2006 blijkt dat: "87 procent van de scholieren internet gebruikt bij het zoeken naar informatie. Slechts 4 procent gebruikt hiervoor boeken uit de bibliotheek". Het internet is makkelijk en je kan op korte tijd veel informatie verzamelen, maar studenten staan te weinig stil bij de kwaliteit van het gezochte materiaal.
    Dit zal inderdaad nog een grote uitdaging vormen om kinderen terug de basis uit te leggen van zaken op te zoeken.

    bron: http://doc.utwente.nl/60703/1/beoordelen_en_selecteren.pdf

    BeantwoordenVerwijderen