dinsdag 31 maart 2015

De iPad op school: de toekomst of eerder het begin van het einde

Artikel

Op 12 september 2014 verscheen er in De Morgen een artikel rond het gebruik van iPads in de klas. Terwijl er in België nog maar juist sprake was van dit fenomeen, richtte Maurice De Hond in Nederland al enkele gelijksoortige lagere scholen op. Deze scholen, ook wel O4NT-scholen genoemd (Onderwijs voor nieuwe tijden), hebben een aangepast onderwijssysteem waarin de iPad een prominente rol speelt. Deze iPads worden daarbij gebruikt om onder andere te studeren, huiswerk in te leveren en hun schoolagenda bij te houden.

Reflectie:

ICT krijgt steeds een grotere rol in het onderwijs. Algemeen gaat men uit van het principe dat de technologie hierbij slechts een middel moet zijn, en nooit tot het doel verheven mag worden. Wie waagt technologie tot doel te verheffen, kan heel wat tegenstand krijgen. Dit was ook het geval bij de voorstelling van het concept ‘iPad-scholen’. Deze kregen de kritiek dat technologie eerder als doel gehanteerd werd, hetgeen toch niet de bedoeling van onderwijs kan zijn. We willen namelijk een verbetering van het onderwijs en de vraag is in welke mate dergelijke ‘iPad-scholen’ hieraan kunnen bijdragen.

Het concept kende al meer tegenstanders dan voorstanders. Het zijn dan ook vaak dezelfde nadelen die steeds aangehaald worden:



  1.    Het gebruik van iPads op school vergt een enorme organisatie en administratie. Iemand moet de iPads beheren en onderhouden. Ook het uitzoeken en downloaden van de juiste applicaties vergt enige kennis, tijd en moeite.
  2.    Het gebruik van iPads isoleert de kinderen van het dagelijks leven, waardoor de sociaal-emotionele ontwikkeling bij zeer kleine kinderen in gevaar komt. Een tablet wordt eerder zelfstandig gebruikt, waardoor we ons de vraag kunnen stellen of dit geen afstandelijkheid en gebrek aan menselijke warmte in de hand leidt        
  3.     Sommige experten geven aan dat de ontwikkeling van neuropsychologische functies in het gedrang komt door het exclusief gebruik van technologie in de klas.
  4.     Er kunnen altijd mankementen insluipen waardoor het lesgebeuren ernstig verstoord kan worden.
  5.   Het vergt voortdurend aandacht van de leerkracht om te controleren of de leerlingentijdens de lessen daadwerkelijk met hun cursus bezig zijn en niet met andere applicaties zoals Facebook, Twitter,…
  6.   De hoge kostprijs kan voor vele (armere) gezinnen een knelpunt vormen waardoorouders bewust kiezen om hun kinderen niet in te schrijven in dergelijke scholen. En wat met maximumfacturen in het lager onderwijs?
  7.     Het gebrek aan een USB-poort kan in sommige gevallen ook nadelig zijn. 
  8.     Wat met leerkrachten die ‘digibeet’ zijn? Deze moeten regelmatig bijgeschoold worden met betrekking tot het gebruik van deze tablet.




 Naast een aantal nadelen en beperkingen, heeft dergelijk concept ook aanzienlijke sterke punten:
  1. ICT is geschikt en bedoeld voor het coderen en versturen van berichten en is om die reden een belangrijk communicatiemedium. Daar waar vroeger rotstekeningen, rooksignalen, kleitabletten, morsesleutel, telegraaf,.. gebruikt werd om informatie uit te wisselen, wordt nu gebruikt gemaakt van ICT. Daarmee past deze in het rijtje door de mens gecreëerde systemen voor informatie-uitwisseling.
  2. ICT is meer dan ‘alleen’ technologie. Het grijpt in op wat ons als mensen uniek maakt nl. ons denken. Door deze koppeling valt de tablet dus mede in de categorie boek, taal, wiskunde, en andere cognitieve tools. Toch maakt niemand bezwaar tegen het gebruik van boeken op school, of wiskunde- en taalschriften. In tegendeel, hoe meer boeken, schriften, lesteksten, werkblaadjes en –schriften leerlingen tegenwoordig hebben, hoe beter. Nog maar gezwegen over het gewicht van hun boekenta.
  3. ICT  biedt de mogelijkheid om onze gedachten vast te leggen en deze over te dragen op volgende generaties. Hierdoor draagt ICT bij aan een voortdurende groei en bloei van intellectuele vaardigheden, met gevolg dat een rijkere cultuur ontstaat.
  4. Technologie is een actieve en sturende kracht die in sterke mate ons dagelijks denken en doen bepaalt. Zonder drukpers, telefoon en computer had onze wereld er helemaal anders uitgezien nl. lezen en schrijven zou nooit een basisvaardigheid worden,…
  5. De huidige praktijk en bijbehorende didactiek is het product van de huidige mogelijkheden nl. schoolbord, krijt, boek en pen. Logischerwijs gaat de tablet nieuwe vormen van leren en onderwijzen mogelijk maken, die we ons om dit moment nauwelijks kunnen voorstellen. ICT draagt namelijk in belangrijke mate bij aan de didactiek.
  6. Praktisch gezien zorgen iPads voor een verrijking van de leerstof met filmpjes, voorleesfuncties, educatieve games en de mogelijkheid om meteen te controleren of de leerling de leerstof begrepen heeft.
  7. De lange accuduur zorgt ervoor dat iPads gemiddeld 10 uur aan één stuk kunnen doorgaan. De iPads moeten dus niet opgeladen worden tijdens de les, maar kunnen gerust na de les opgeladen worden.
  8. Het gebruik van iPads werkt motiverend waardoor kinderen mogelijk meer plezier krijgen in het leerproces en het schoolgebeuren.
  9. Vermits leerlingen gedwongen worden om meer zelfstandig te werken bieden iPads de mogelijkheid op goed te differentiëren. Elke leerling kan op zijn eigen tempo en/of volgens opgelegde moeilijkheidsgraad werken.
  10. Hoewel het nog niet zwart-op wit staat, beweren vele deskundigen dat het gebruik van iPads goedkoper uitkomt dan de klassieke vorm van onderwijs. De aankoopprijs van deze iPads zou niet opwegen tegen de kostprijs van boeken en drukwerk en het regelmatig updaten van het  klassiek lesmateriaal.
  11. Het is evident dat we kinderen moeten voorbereiden op een wereld boordevol ICT, waardoor implicatie in het  curriculum een must is.


Besluit:

Na het lezen van het desbetreffende artikel was ik volledig mee met het concept  van iPads in de klas. Hoewel het in andere landen al eerder gebruikt werd, bleek dit in België en Nederland een vrij nieuw fenomeen te zijn. Door het innovatieve aspect was ik er van overtuigd dat we dit concept in de toekomst vaker gingen terugvinden in verschillende scholen in België. Toch heb ik achteraf mijn mening en verwachtingen wat moeten bijschaven. Ik had mezelf voorgenomen om alle voor- en nadelen van het concept eens op te sommen om na te gaan in welke mate dit concept kan bijdragen aan een verbetering van het onderwijs.
Eerlijk gezegd ben ik er nog steeds niet uit. Er zijn zoveel positieve en negatieve kanten aan het verhaal waardoor het zeer moeilijk is om een mening te formuleren. Ook in de literatuur blijkt deze discussie een vaak omstreden onderwerp.

Vooraleer men het concept standaard wil impliceren in ons onderwijssysteem, is het belangrijk dat nog enkele belangrijke vragen beantwoord worden. Zo moet onderzoek uitblijken of het gebruik van dergelijke iPads een invloed hebben op de leerprestaties van de leerlingen. Uiteraard zou een verbetering van deze leerprestaties als gevolg van het gebruik van iPads in de klas de implicatie van dergelijk concept versnellen. Wanneer dit daarentegen niet het geval is en de leerprestaties zelf negatief beïnvloedt, zou het concept meteen verboden moeten worden. Indien het concept noch leidt tot een verbetering, noch tot een verslechtering, is het belangrijk dat  men gaat kijken naar de motivatie van de leerlingen.
Uit grootschalig onderzoek moet blijken of dergelijke iPad-scholen een invloed hebben op de motivatie van leerlingen om o.a. naar school te komen en te leren,.. Belangrijk hierbij is ook om na te gaan in hoeverre deze ‘verhoogde motivatie’ tijdelijk of permanent is. Vermoedelijk zullen veel leerlingen bij de implicatie van dit concept enthousiast en gemotiveerd zijn, maar dit kan na enkele maanden alweer verzwakken.

Indien men er toch voor zou kiezen dit concept in scholen te gebruiken, denk ik dat het noodzakelijk is dat hier goede afspraken en reglementen rond gemaakt worden. Hierbij zal het niet alleen gaan over de kostprijs en de betaling er van, maar ook onder andere over de verzekering en aansprakelijkheid bij beschadiging van de iPads. Belangrijk hierbij is ook of de iPads aangekocht moeten worden door de ouders of school, of eerder in bruikleen uitgeleend worden aan de leerlingen.  Daarnaast is het ook belangrijk goede afspraken te maken in de klas zelf rond het gebruik ervan en het al dan niet mogen meenemen naar huis.

Zolang studies niet kunnen aantonen dat het gebruik van iPads in de basisschool slecht zijn voor de gezondheid en ontwikkeling van de kinderen, ben ik bereid het concept een kans te geven. Zeker wanneer men kan aantonen dat de leerprestaties hierdoor verbeteren, denk ik dat dit concept naar de toekomst toe, een belangrijke plaats kan innemen in ons onderwijs (uiteraard ook met andere tablets). Voorlopig blijft het toch afwachten op verder onderzoek.

Referenties:



  • Murray, T., & Olcese, R. (2011). Teaching and learning with iPads, ready or not? Pennsylvania State University.
  • RINGOG-J et al. (2014). Scherm kind, Slim kind? De Morgen. 12 sept. (7).
  • Henderson, S. & Yeow, J. (2012). ‘iPad in Education – A case study of iPad adoption and use in a primary school’. HICSS ’12 Proceedings of the 2012 45th Hawaii International Conference on System Sciences, p 78-8.
  • Curtin, R. and M. Tarnow (2013). 'Integrating iPad Technology in Learning Experiences: A Case Study of an iPad Pilot Project'. In Y. Kats (ed.), Learning Management Systems and Instructional Design. Hershey, PA, Information Science Reference.






Ouders in Kenia leasen lesmateriaal in stukjes via Pay-as-you-go app. Revolutionaire stap in democratisering onderwijs in Oost-Afrika?



Het verbeteren van onderwijs in ontwikkelingslanden met behulp van de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van onderwijstechnologie blijft onderwerp van debat en leidt tot innovatieve oplossingen.


Een recente ontwikkeling is een idee ontsproten uit het creatieve brein van de ondernemende Keniaan Tonee Ndungu. Als scholier met een dyslexieprobleem heeft hij zich een weg gebaand door het onderwijs met behulp van audioboeken op cassette bandjes om uiteindelijk van zijn eigen, waarschijnlijk moeizame ervaring in het onderwijs zijn grootste bron van inspiratie te maken. 


Tony Ndungu ontwikkelde de Kytabu app die scholieren in het primaire en secundaire onderwijs de kans geeft om schoolboeken in korte stukjes (hoofdstuk, bladzijde) digitaal aan te kopen op een goedkope tablet voor de tijd die ze het materiaal denken nodig te hebben. De betaling gebeurt met een prepaid SIM kaart. In plaats van een heel boek aan te kopen kan een scholier dus korte stukjes leermateriaal leasen op het moment dat hij het nodig heeft. Het leermateriaal kan geleased worden voor een uur, een week, aan maand of voor het hele semester. 

De Kytabu applicatie

Via Kytabu wordt leermateriaal van het officiële onderwijssysteem beschikbaar gesteld. De meeste Keniaanse scholieren gaan naar overheidsscholen en hebben vooral in afgelegen gebieden moeilijk toegang tot leermateriaal.
Tonee Ndungu legt zijn idee in onderstaand filmpje goed uit.





Het leermateriaal in de app wordt onderverdeeld in drie groepen:

  • Schoolboeken in digitale vorm
  • Audioboeken
  • Zelf ontwikkeld animatiemateriaal of van andere ontwikkelaars van leermateriaal

Daarnaast biedt de app de mogelijkheid tot het downloaden van een virtueel klaslokaal, toetsen en lesstof van de Khan Academy en National Geographic.


Lesmateriaal betalen met mobile money in een sachet economie

In Kenia, een land waar het merendeel van de bevolking met een zeer klein inkomen rond moet komen en je niet weet of er volgende week geld is voor eten, worden ‘luxe’ producten zoals waspoeder, shampoo, snacks in kleine hoeveelheden aangekocht in de bekende houten stalletjes die het straatbeeld in Afrika zo typeren. Deze aankopen worden vervolgens per mobiel betaling afgehandeld.

Terwijl betalen met je smart phone in België langzaam zijn opmars doet, gebruiken 17 miljoen Kenianen deze manier van betalen al sinds 2007. Kenia is dan ook marktleider op het gebied van betalen met je mobiele telefoon. Niet alleen voor dagelijkse aankopen maar ook om veilig en goedkoop geld naar de familie op het platteland te sturen. Via Kytabu kan lesmateriaal ook op deze manier aangekocht worden.



De voordelen van de Kytaby applicatie


Hieronder de voordelen even op een rijtje.

  • Kytabu is ter plaatse ontwikkeld met medewerking van de lokale stakeholders. Daardoor heeft dit project een grote kans van slagen.
  • Volgens de ontwikkelaars is het leermateriaal 72% goedkoper dan de aanschaf van de klassieke schoolboeken 
  • Gemakkelijker te financieren voor ouders omdat alleen aangekocht wordt wat nodig is en voor een bepaalde tijd. 
  • Het lesmateriaal kan gemakkelijk vernieuwd worden en via het mobiele netwerk verstuurd worden.
  • Rijke en moderne leerervaring voor de scholieren door gevarieerd aanbod via audio- en visueel lesmateriaal met interactieve oefeningen en spelletjes.
  • Lesmateriaal is logistiek gemakkelijker en goedkoper te verspreiden.
  • De copyright rechten van de uitgevers worden gerespecteerd.
  • Niet afhankelijk van internet, leermateriaal kan gemakkelijk beschikbaar gemaakt worden aan scholieren in afgelegen gebieden.
  • De tablet draait op zonne-energie en daardoor niet afhankelijk van veelal schaarse elektriciteit.
  • Biedt de mogelijkheid dat de school naar de leerling komt, die soms vele kilometers te voet moet afleggen naar het schoolgebouw in de hoop dat de leerkracht er ook is.


Bemerkingen

  • De Kytabu low cost tablet of dongle moet wel eerst aangekocht worden. De ontwikkelaars proberen de tablet onder de $100 op de markt te brengen maar het is niet helemaal duidelijk of dat ook zal lukken. De prijs van low cost tablets zoals de XO en de e-Limu, speciaal ontworpen voor kinderen in de ontwikkelingslanden ligt nog steeds boven de $100.
  • Er is een pilot gaande met 7300 leerlingen, de resultaten zijn nog niet bekend maar zullen bepalend zijn voor verdere invoering van de app.
  • De leerkrachten moeten goed voorbereid worden op het gebruik van de applicatie.
  • De tablet dient natuurlijk goed bewaard te worden om niet al je materiaal in één klap kwijt te raken.

Perspectief 

Ik beschouw de Kytabu applicatie als een veelbelovende ontwikkeling in het onderwijs in Oost-Afrika.

Tonee Ndungu werkt samen met alle stakeholders in het Keniase onderwijs; de regering, uitgevers van educatief materiaal, scholen, ouders en scholieren. Deze holistische aanpak creëert een grote betrokkenheid bij het Kytabuproject waardoor de kans op slagen groot is.     

In februari 2014 heeft Microsoft in het kader van hun Microsoft 4Afrika de Kytabu startup een innovatiebeurs toegekend van een onbekend bedrag. De startups die in aanmerking kwamen voor deze aanmoedigingsbeurs werden geselecteerd op basis van originaliteit, schaalbaarheid van de oplossing en de relevantie van het probleem dat ze proberen op te lossen. Kytabu valt duidelijk in deze categorie. 

Het blijft natuurlijk de vraag in hoeverre Microsoft een rendement willen terugzien voor hun gebaar en wat de impact op lange termijn hiervan zal zijn op de kosten van het studiemateriaal.



Tonee Ngungu is te zien op Tedx en is gastspreker op jaarlijkse e-learning congres in Afrika dat dit jaar plaatsvindt van 20 tot 22 mei in Addis Ababa, Ethiopië.


  
Artikelen:


Bronartikel (geraadpleegd op 29 maart, 2015):



Referenties (geraadpleegd op 28 maart, 2015):
http://www.crdfglobalannualreport.org/#!feature-kytabu/cy84
http://www.educationinnovations.org/program/kytabu
http://www.pivoteast.com/revolutionizing-textbook-delivery-system-kenya/   
http://news.microsoft.com/2014/02/03/microsoft-announces-an-innovation-grant-program-to-fast-track-african-startups/
http://www.prnewswire.com/news-releases/cgap-digital-finance-can-help-transform-critical-services-for-the-poor-236453561.html
http://www.akilah.net/news-trends/less-equals-entrepreneurs-find-success-small-batches/ https://www.crunchbase.com/organization/kytabu
http://www.economist.com/blogs/economist-explains/2013/05/economist-explains-18 http://www.itnewsafrica.com/2014/02/booking-his-place-in-kenyas-ict-history-tonee-ndungu/ http://140friday.com/microsoft-to-fund-kenyas-kytabu-and-africa118/ http://www.itnewsafrica.com/2014/02/5-african-start-ups-receive-microsoft-funding/
http://kytabu.org/


Hoe verbreedt men de horizon van onderwijstechnologie?

Het Horizon Report Europe 2014 Schools werd geschreven door de New Media Consortium in opdracht van de Europese Commissie. Het rapport beschrijft zes tendensen, zes uitdagingen en zes ontwikkelingen in de onderwijstechnologie die waarschijnlijk een impact zullen hebben op Europese scholen tussen 2014 en 2018. De achttien onderwerpen zijn geselecteerd door 53 experts vanuit het onderwijs- en vanuit het technologische veld. Elk van de achttien onderwerpen wordt geïllustreerd met voorbeelden en met beleidsmatige en praktische toepassingen. Ten eerste zijn de uitdagingen voor onderwijstechnologie geordend volgens oplosbaarheid: van makkelijk (zoals ICT in de lerarenopleiding aanbieden) tot voorlopig onmogelijk (zoals studenten betrekken als medeontwikkelaars van het leren). Ten tweede worden tendensen chronologisch geordend: binnen één jaar (zoals het toenemend gebruik van sociale media) tot binnen vijf jaar of meer (zoals de evolutie van het online leren met als voorbeeld Bednet). Ten derde zijn ontwikkelingen voorspeld binnen één jaar (zoals het gebruik van tablets, waarover in België een proefproject loopt) tot binnen vier of vijf jaren (zoals individueel aangepast leren).

Ik vind het positief dat experts op Europees niveau de koppen bij elkaar steken om tendensen, ontwikkelingen en uitdagingen te benoemen en aldoende een toekomstperspectief creëren. Het gebruik van een democratisch online overlegplatform om te definiëren welke thema’s gemeenschappelijk belangrijk zijn, vind ik ook lovenswaardig. Een ander pluspunt zie ik in de concrete politieke en praktische toepassingen die hapklaar worden voorgeschoteld voor zowel het nationale niveau als voor het niveau van schooldirecties. Deze tekst biedt een bevattelijk overzicht aan mensen zonder onderwijstechnologische achtergrondkennis.

In hoeverre sijpelt de inhoud van het Europese Horizon Report door tot het regionale niveau van het Vlaams secundair onderwijs, tot zelfs het individuele niveau van de leerkracht?  Ik heb onvoldoende ervaring om een vanuit de praktijk beargumenteerd antwoord te bieden. Toch vind ik het interessant om dit op Europees niveau aangeboden kader theoretisch te vergelijken met het Masterplan van de Hervorming van het Secundair Onderwijs in Vlaanderen. Zoals het Horizon Report, voorziet ook het Masterplan namelijk ook een stapsgewijze invoering van concrete maatregelen in de komende jaren.

In het Masterplan Hervorming S.O. wordt rechtstreeks naar de acht Europese sleutelcompetenties verwezen, waarvan digitale vaardigheden er één van is. In het Horizon Report worden de té beperkte digitale vaardigheden van de studenten inderdaad aangekaart als een oplosbare uitdaging. Dit is een eerste gelijkenis.
Een tweede overlapping vindt men in het Masterplan als volgt: “Verbeterpunten: er is te weinig aandacht voor maatschappelijke relevantie: techniek is alomtegenwoordig. Maar de technologische vorming zoals die vandaag is ingevuld in het basisonderwijs en in het secundair onderwijs, heeft niet het gewenste effect op de belangstelling voor en kennis van techniek en technologie bij onze jongeren.” Dit kan inderdaad opgelost worden door de handreiking in het Horizon Report: het is een moeilijke maar oplosbare uitdaging om het formeel en informeel leren in elkaar te laten overlopen en om authentieke leerkansen bieden. Dit kan de belangstelling van leerlingen doen vergroten.
Ten derde wordt in de brochure voor leerkrachten over de onderwijshervorming op Vlaams niveau een voorbeeld aangehaald uit de provinciale secundaire school in Diepenbeek waar de tablet als activerend leermiddel dient. De school biedt enerzijds educatieve toepassingen aan, bruikbaar voor alle merken van tablets en geselecteerd door de vakgroep, en anderzijds  biedt de school een cloud aan binnen het draadloos netwerk. Dit is een concreet voorbeeld van een in het Horizon Report beschreven ontwikkeling voorzien binnen één jaar:  cloud computing en tablet computing.

In deze drie voorbeelden wijzen de regionale en Europese neuzen in dezelfde richting. Toch blijft de beschrijving in het Masterplan veel algemener. Woorden vermeld het Horizon Report zoals onderwijstechnologie, computer, sociale media, open educatieve bronnen, online leren, mobiel leren en games komen niet aan bod in het Masterplan van de Vlaamse Regering. Verschillen tonen zich dus in de diepgang van de beschrijving van onderwijstechnologie. Het Masterplan formuleert algemene richtlijnen over technologie, terwijl het Horizon Report talrijke concrete handreikingen benoemt.

Zo vertelt het Masterplan niets over het ICT-onderwijs in de lerarenopleidingen, terwijl dit wel een oplosbare uitdaging is volgens het Horizon Report. Al biedt het Masterplan hiervoor geen richtlijn, toch wordt deze uitdaging reeds gerealiseerd, bijvoorbeeld aan de Vrije Universiteit van Brussel. De Europees gefinancierde cursus TACCLE 2 is hier eveneens een concrete toepassing van.
Een tweede verschil is de groeiende alomtegenwoordigheid van sociale media, wat niet aan bod komt in het Masterplan, maar wel door Horizon Report als een tendens voorspeld wordt voor de komende eerste twee jaren. Concreet bestaat er toch een aanbod om in het Vlaamse onderwijs sociale media aan bod te laten komen.  Het op universitair onderzoek gebaseerd lessenpakket Mediawijsheid op school: Risico's op sociale netwerksites is hiervan een mooie uitwerking.

Te besluiten valt dat onderwijstechnologische tendensen, technologieën en ontwikkelingen van het Horizon Report Europe 2014 Schools inderdaad  terug te vinden zijn in het regionale Masterplan Hervorming Secundair Ondrewijs, al is dit laatste plan minder gedetailleerd uitgewerkt. Hieruit besluiten dat de Vlaamse onderwijshervorming onvoldoende aandacht besteedt aan onderwijstechnologische innovatie, is een brug te ver. Meer bronnen over het Vlaams onderwijs zouden deze veronderstelling moeten bevestigen of weerleggen. Kenden de makers van het Masterplan in 2013 reeds inzichten van het Horizon Report dat het jaar 2014  in zijn titel draagt? Alleszins zijn talrijke concrete handleidingen te vinden op het niveau van de individuele leerkracht, zoals bijvoorbeeld initiatiecursussen en gebruiksvriendelijke lessenpakketten. Misschien is het zo slecht niet om leerkrachten vrij onderwijstechnologieën te laten implementeren zonder dwingende regelgeving, me dunkt. Ik ben alvast nieuwsgierig welke onderwijstechnologische tendensen, uitdagingen en ontwikkelingen aan de horizon zullen verschijnen in mijn loopbaan.

Referenties
A. De Laet (red.) en schrijf. be, Agentschap voor Onderwijscommunicatie: Hervorming secundair onderwijs. Wat verandert er in het secundair onderwijs? Brochure voor leraren, Brussel, 2013. Depotnummer:  D/2013/3241/88.

L. Johnson, S. Adams-Becker, V. Estrada, e.a., Puny, Europese Commissie en  The New Media Consortium: Horizon Report Europe: 2014 Schools Edition, Luxemburg, 2014.

Masterplan Hervorming S.O. VR 2013 0406 DOC. 0563/1, Brussel, 2013.

E. Vanderhoven, T. Schellens en M. Valcke, Security and Privacy in Online Social Networks, Lespakketten Risico’s op sociale netwerksites, Gent, 2014.

Kijk mama wat ik heb gemaakt! Over de impact van een 3D printer in het klas

Samenvatting

Een nieuw technisch snufje deed onlangs zijn intrede in het onderwijs: de 3D printer. Leerkracht Ron Smith uit de richting Engeneering and Metal Fabrication getuigt over wat zijn ervaringen zijn met de Afina 3D printer. Zo motiveert de 3D printer de leerlingen om meer actief deel te nemen aan de les. De printer brengt de tekeningen "tot leven" waardoor de leerlingen het vaker willen doen. 3D printen helpt leerlingen uit diverse richtingen om creatief te zijn en hun kennis in de praktijk te brengen. 3D printen hoort dus zeker niet alleen thuis in een ingenieursklas. Zo gebruikten de studenten uit de les Advanced Placement American History de technologie om via scans van het Smithsonian Institute replicas van het gelaat van Abraham Lincoln te printen. 

Het hele maakproces leert leerlingen om zichzelf in vraag te stellen en ideeën aan te passen. Het gebruiken van deze technologie helpt de studenten ook om bij zichzelf te achterhalen in welke sector ze willen werken. De leerlingen leren bepaalde vaardigheden aan in groepsverband. Bovendien is er de mogelijkheid dat leerlingen uit hogere jaren de jongere studenten opleiden. Dit geeft hen meer verantwoordelijkheid. Ook een belangrijke vaardigheid die van pas komt in hun professionele carrière. De tekensoftware die wordt gebruikt, is aangepast aan de leeftijdscategorie van de leerlingen. De jongere kinderen gebruiken Tinkercad om hun ontwerpen te maken. De oudere studenten gebruiken het meer geavanceerde SketchUp. Maar ook studenten met een beperking kunnen de voordelen ondervinden van 3D printen. Zo werkten de leerlingen van The widener Memorial school aan een project om hun computergebruik aangenamer te maken. 

Naar de toekomst toe moeten we ons volgens Ron Smith afvragen wat we kunnen doen met 3D printen dat we anders niet zouden kunnen doen. Pas dan is deze tool pas écht waardevol.

Reflectie

Wat zijn volgens mij de positieve aspecten aan 3D printen in het onderwijs? Wat ik vaststel is dat via deze technologie enkele belangrijke vakoverschreidende competenties worden ontwikkeld. Het interessantste aspect aan 3D printen is de creativiteit die het vereist van de leerling. Zonder idee, geen concept. Zonder concept, geen product. Leerlingen worden met andere woorden gestimuleerd om na te denken, om zich vragen te stellen bij de realiteit. Ze krijgen ook voeling met de producten en met de industrie.


Ten tweede, nodigt 3D printen uit tot twee interessante werkvormen: werken in groep en zelfstandig werken. Bovendien stimuleert het de leerling om zichzelf in vraag te stellen. Op die manier draagt het bij tot de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de leerling, ongeachte de studierichting. Maar ook de leerkracht heeft baat bij de integratie van 3D printen in de lespraktijk. Leerlingen gaan actiever deelnemen aan het leerproces. Vanuit het motto "al doende leert men", worden de leerlingen uitgenodigd om hun talenten in te zetten en kunnen ze zich maximaal ontplooien. 

Ten derde, loont het gebruik van 3D printen ook na de studieperiode. De leerlingen leren werken met software die ook op de werkvloer wordt gebruikt. Op die manier, verklein je de stap tussen het onderwijs en de bedrijfswereld. Leerlingen krijgen voeling met de werkelijkheid. Ze worden gestimuleerd om te innoveren in verschillende onderwijsdomeinen: (in het ASO) van geschiedenis (archeologisch onderzoek) tot plastische opvoeding (kunst). Je geeft leerlingen een zekere verantwoordelijkheid en je legt je verwachtingen hoog. Deze technologie daagt leerlingen uit. 

Als je 3D printen integreert in je les, werk je praktijkgericht. Op die manier krijgen theoretische lessen in het ASO ook een praktische dimensie. Maar ook in het BSO kent de technologie een positief effect: op het niveau van de leerling biedt het leerlingen de kans om zich maximaal te ontplooien. Op het niveau van de richting draagt het bij tot het opkrikken van het imago. Bovendien helpt het leerlingen in het bijzonder onderwijs tot het oplossen van een persoonlijk probleem. Het helpt hen te werken aan hun zelfwaarde én het is geschikt voor alle leeftijden. Het maakt geen onderscheid tussen jongens of meisjes. 

Desondanks al de positieve aspecten die ik opsomde, is er ook een keerzijde van de medaille. Zo is een 3D printer vrij duur in aankoop. Men kan zich de vraag stellen of de aankoop van zo'n printer wel écht een prioriteit is binnen het onderwijs. Zeker in tijden waarin de basisinfrastructuur van sommige scholen een oplapbeurt kan gebruiken. Misschien is 3D printen eerder een luxe? 

Vervolgens leg je bij de integratie van deze technologie in je les, de nadruk op het materiële. Naar mijn mening, is dit in sommig lessen (zoals zedenleer) niet echt wenselijk. Leid dat materialisme niet onbewust tot kapitalisme? En is het wel ethisch verantwoord de leerlingen zodanig voor te bereiden dat ze zich enkel focussen op het product? Moeten we niet nadenken of dit wel ecologisch verantwoord is? Bovendien staat de technologie nog niet volledig op punt. 


Als we deze technologie integreren in het ASO, maken we het dan niet te praktijkgericht? Besteden we de schaarse tijd van ons intellectueel kapitaal niet beter aan het innoveren van de theoretische kaders? Het zijn zeker vragen die we ons moeten stellen bij de intrede van deze nieuwe "hype". Bovendien kunnen we ons de vraag stellen of de taken niet te artificieel ingericht zijn? Als leerkracht geef je je leerlingen haast nooit de volledige vrijheid om creatief bezig te zijn. Er zijn grenzen van praktisch-financiële aard. Dit doet, denk ik, afbreuk aan het element dat deze technologie zorgt voor meer creativiteit. 

Ten slotte moeten we ook toegeven dat niet ieder kind geïnteresseerd is in 3D technologie. Zouden we niet beter technologieën integreren die nauwer aansluiten bij de leefwereld van het kind? (Youtube, Facebook, e.d.) 


Edtechmagazine.com - "3D printers add a new dimension to classrooms, Tommy Peterson  13/01/2015 - Geraadpleegd op 30/03/2015. http://www.edtechmagazine.com/k12/article/2015/01/new-dimension


3Dprintingindustry.com - http://3dprintingindustry.com/2015/01/22/subscribe-weekly-magazine-build-3d-printer. Geconsulteerd op 30/03/2015