donderdag 26 maart 2015

Eerst je doelstelling, dan techniek

Eerst je doelstelling, dan techniek
“Les effets du numérique en classe”, Alexandre Roberge 

Samenvatting:

Technologie binnen het klasgebeuren is al lang een zeker feit. Maar toch ondervindt deze vernieuwing nog steeds weerstand, en die komt zowel van leerkrachten, instellingen als ouders.
Eén van de onderliggende redenen daarvoor zou kunnen zijn dat technologische vernieuwingen alle grenzen en vaste punten van het onderwijs van pakweg 10 of 20 jaar geleden verschuiven. Een conversatie met een expert over sociale netwerken, Martin Lessard, en een consulente in informatietechnologie Sébastien Wart, moet over dit onderwerp wat meer onthullen.
Enkele conclusies uit deze conversatie:
·         De aanbreng van digitale technologieën betekent niet zozeer een motivatie verhoging in de les. Na het eerste enthousiasme voor het nieuwe gadget, duikt weer hetzelfde gedrag als tevoren op: verveling, motivatiegebrek. Daarom is het de taak van de leerkracht om hier naar middelen te grijpen die de leerlingen kan motiveren, bijvoorbeeld voor taallessen videoconferenties te organiseren voor taaluitwisselingen, en dit met zo authentieke mogelijke onderwerpen.
·         Een ander probleem is het begrip en het hanteren van de technologische middelen. En hier spreken we niet enkel over ouders of leerkrachten; maar ook de leerlingen zelf zien soms het nut niet in van de nieuwe instrumenten en weten daarom ook alleen hoe ze een gratis spelletje kunnen downloaden, maar niet zozeer op welke manier ze makkelijk nota’s kunnen nemen.
·         Maar volgens de experten kan dezelfde technologie ervoor zorgen dat de muren van de klas doorbroken worden: de leerlingen kunnen op elk moment en overal leren, ze kunnen ook zelf meester worden van hun eigen leerproces. Nog een element die de leerkrachten afschrikt, maar die voor enkele ook als motivatie kan dienen om hun aanpak te veranderen.
·         De automatisering van het onderwijs schrikt ook af, het zou zorgen voor een onmenselijke dimensie van het gebeuren. Maar hier spreekt de expert George Couros dit tegen door aan te geven dat Internet alleen een reflectie is van wat er in de samenleving al gaande is, en meer nog, dat de technologie de mogelijkheid biedt aan mensen om samen te komen in ‘communities’, en om zelfs de relatie leerling-leerkracht te individualiseren. Een voorbeeld is bijvoorbeeld een leerkracht die een geautomatiseerde test voor elke leestaak, die hem de mogelijkheid biedt om de vooruitgang van elke leerling nauwkeurig in het oog te houden, en eventueel geïndividualiseerd in te grijpen bij enkele leerlingen.
·         Nochtans bieden de technologische middelen geen antwoord voor elk probleem en zullen ze de mensen niet helemaal veranderen. Ze werken zelfs als versterker voor karaktertrekken van bepaalde leerlingen, zoals de ‘nieuwsgierige’ of de ‘verstrooide’ leerling. Het is daarom de taak van de leerkracht om een adequate keuze te maken op basis van de verschillende personaliteiten, en meer nog, om voor middelen te zorgen die de motivatie van de leerlingen kunnen aanspreken.

Reflectie: 
Er wordt ons in de lerarenopleiding gevraagd om vakoverschrijdend te leren denken, en daarom zag ik het belang van dit artikel in. De nieuwe technologieën zijn vandaag de dag overal aanwezig in het onderwijs en het probleem van de weerstand er tegenover zit hem volgens mij niet alleen in het kunnen ‘hanteren’ van deze snufjes of het aanwezig zijn of niet van de nodige infrastructuur op school, maar vooral ook op welke manier ze optimaal te gebruiken. Wat wij leerkrachten in de eerste plaats voor ogen moeten houden, is het welbevinden van de leerlingen, maar vooral ook de lessen zo motiverend mogelijk op te stellen.
Het gebruik van technologie binnen de klas moet volgens mij inderdaad niet op zichzelf gezien worden als element die de motivatie van de leerling automatisch verhoogt. Zoals het artikel aangeeft, is de interesse van de leerling hoog als ze het snufje voor de eerste keer mogen uitproberen, maar dan kan de verveling evengoed weer aanslaan. Zoals ook het geval is met een klassieke lesvoorbereiding, moet grondig nagedacht worden over de keuze van de instrumenten en de doelstelling die men ermee wil bereiken.
Dat de technologieën zouden zorgen voor het onmenselijk maken van onze samenleving, daar ben ik niet helemaal mee akkoord. Binnen een les kan men deze hulpmiddelen perfect inzetten in het kader van groepswerken. Videoconferenties voor taallessen bijvoorbeeld, of het in groepsverband op zoek gaan naar informatie over een bepaald onderwerp. Binnen deze werkvormen bestaat er altijd een menselijke dimensie waardoor men ook automatisch gaat moeten rekening houden met alle leden van de groep. Ik zie ook in dat de technologische innovatie ons inderdaad de kans biedt om op snelle manier de vooruitgang bij te houden van leerlingen en daarom makkelijker oplossingen kunnen bieden voor remediering.
Een grondige keuze moet dan gemaakt worden in het middel dat we zullen gebruiken in de klas, want we zullen altijd moeten blijven rekening houden met de menselijke dimensie binnen de klas. De personaliteit van onze leerlingen moeten we in gedachten houden om op gepaste wijze in te spelen op hun motivatie, door hen aan te spreken in hun interesses, maar op dezelfde manier ook bepaalde situaties te vermijden: misschien kunnen bepaalde verstrooide leerlingen beter aangepakt worden met precieze, duidelijke instructies en een duidelijk doel, terwijl de meer creatieve en gecontroleerde leerlingen gerust hun gang mogen gaan om zelf iets in elkaar te steken.
Een verandering van mentaliteit moet absoluut plaatsvinden bij alle leerkrachten: zoals in de les steeds meer de leerling zelf verantwoordelijk wordt gesteld van zijn eigen leerproces, zo moet ook de leerling zijn eigen leermeester worden doorheen het gebruik van technologische hulpmiddelen. Daarom treedt de leerkracht hier enkel op als coach in een proces dat de leerlingen zelf verwezenlijken: ze gaan zelf op zoek om de doelstelling van de les te realiseren, en moeten daarin geleid worden door een leerkracht die bijvoorbeeld in het oog moet houden op welke manier ze opzoekingen gaan doen op Internet en welke bronnen ze gebruiken. Maar daar ligt natuurlijk ook de sleutel om de motivatie van de leerlingen aan te spreken: door autonoom een opdracht te realiseren, waarin elke leerling ook individueel een verantwoordelijkheid draagt, zullen de digitale instrumenten enkel een middel worden om hen daarbij te helpen. Ze leren deze instrumenten dan ook op de juiste wijze te hanteren om in hun verdere toekomst dan optimaal te werk kunnen gaan. Onze huidige wereld is in voortdurende evolutie en men moet daarom constant bijleren. Reden te meer dus om de technologie in onze klas een doordachte plaats te geven.
Een heel interessant onderzoek ‘Cumulusproject’ dat in het basisonderwijs op zoek ging naar verschillen in gebruik van digitale leermiddelen in de klas, verdeelde de 3 soorten gebruik op de volgende manier: een eerste groep die ‘leerkrachtgestuurd’ was (waar de leerkracht merendeels de activiteiten bepaalt), een tweede groep die ‘leerkracht-en leerlinggestuurd’ was (waar de leerkracht de les stuurt, maar waar de leerling meer betrokken wordt door bijvoorbeeld zelf beeldmateriaal te mogen presenteren, of zelfstandig enkele middelen mocht gebruiken), en een derde groep die ze als ‘leerlinggestuurd’ definieerden (in die zin dat het de leerling zelf is die onderzoeksvragen moeten beantwoorden en zelfstandig leerstof moeten ontdekken, en daarbij zelf bepalen welke technologische middelen te hanteren). De conclusie van het onderzoek was hier dat de digitale leermiddelen identiek kunnen zijn in verschillende scholen, maar dat het gebruik ervan heel sterk afhangt van de schoolvisies en natuurlijk ook van de leerkrachten zelf. Daardoor ontstonden er verschillen in de zelfstandigheid van leerlingen, maar ook in de complexiteit van de leerarrangementen, ook al hadden ze allen voor ogen om de betrokkenheid en de motivatie van de leerlingen te verhogen. Voor een beter leerarrangement pleit het artikel daarom ook voor meer tijd en ondersteuning, zowel op pedagogisch als technisch vlak.
Conclusie:
Om deze reflectie af te sluiten zou ik dus graag willen pleiten voor meer nascholing voor leerkrachten, niet zozeer over het technisch hanteren van de ICT binnen de klas, maar ook meer specifiek om op doordachte en professionele wijze een integratie te maken van de digitale leermaterialen opdat deze het leerproces van de leerlingen zou kunnen optimaliseren.

Referentie Artikel:
·         “Les effets du numérique en classe”, geraadpleegd op 25/03/2015, via http://cursus.edu/article/24187/les-effets-numerique-classe/#.VRKFHI7Cv7s
Bijkomende referenties:
·         "La technologie brise les murs de la classe.": geraadpleegd op 25/03/2015, via  http://www.zeroseconde.com/2014/08/la-technologie-brise-les-murs-de-la-classe/
·          "The Myths of Technology Series: “Technology Dehumanizes”, geraadpleegd op 25/03/2015, via http://georgecouros.ca/blog/archives/4532
·         "L’engagement et le mythe technologique en classe”, geraadpleegd op 25/03/2015, via  http://www.infobourg.com/2014/04/04/lengagement-et-le-mythe-technologique-en-classe/

·         “Eerst onderwijsvisie, dan techniek”, geraadpleegd op 26/03/2015, via http://www.kennisnet.nl/uploads/tx_kncontentelements/Nr._20_Eerst_onderwijsvisie_2C_dan_techniek.pdf 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten