Een zoektocht op het internet naar nieuws omtrent
onderwijstechnologie bracht me bij het adviesrapport ‘Trends in
onderwijstechnologie” van 2014. Hierin wordt weergegeven “Alles wordt Social
Media”. Gezien mijn persoonlijke
interesse in social media deed ik een meer diepgaandere search omtrent dit
topic. Uiteindelijk kwam ik uit op het artikel “’Friending’ Vygotsky: A Social Constructivist Pedagogy of Knowledge Building Through Classroom Social
Media Use” van Churcher, Downs en
Tewksbury (2014) waarin dieper ingegaan wordt op het gebruik van social media
als een pedagogisch tool in het onderwijs. Door enerzijds de kosten-efficiëntie en populariteit
van social media bij jongeren en anderzijds de steeds aangescherpte budgetten
in het onderwijs, moet volgens de auteurs sterk overwogen om social media in te
zetten voor pedagogische doeleinden.
Het zou geen academisch artikel zijn, mocht er niet
verwezen worden naar een of ander theoretisch model of theorie. De auteurs
geven dan ook aan dat er nood is aan een theorie omtrent het gebruik van social
media in de klas om op die manier de leerresultaten van leerlingen te
maximaliseren. Churcher et al. proberen alvast het gebruik van social media als
pedagogisch middel te linken aan de theorie van het sociaal constructivisme. Volgens
deze theorie bestaat er geen objectieve werkelijkheid die gekend kan worden,
maar construeren leerlingen kennis door het geven van betekenis aan ervaringen
met de wereld om hen heen (Vermeulen, 2007). En waar worden er nu meer
ervaringen gedeeld dan op social media …
Verder trachten Churcher et al. aan de hand van twee
case studies te illustreren hoe social media geïmplementeerd kan worden in de
traditionele manier van lesgeven in klaslokalen. De eerste case studie maakte
gebruik van Facebook. De leerlingen werden verplicht om te reageren via
Facebook op specifieke vragen die gesteld werden door de leerkracht tijdens de
les in de klas. De tweede case studie ging dieper in op het gebruik van
“user-generated content” via wikis. De leerlingen moesten namelijk zelf een
aantal multiple-choice vragen opstellen waarvan een bepaald percentage
effectief zou worden opgenomen in hun uiteindelijke examen.
Op basis van deze twee case studies werd
geconcludeerd dat social media (zoals Facebook en wikis) veel mogelijkheden biedt
als relatief nieuw pedagogisch instrument naast de traditionale lesmethoden in
de klas. De auteurs geven duidelijk aan dat social media technologieën geen
vervanging kunnen zijn van het begeleidend leren, maar dat het eerder beschouwd
kan worden als een aanvulling hierop. Ze zijn er dan ook van overtuigd dat
social media als pedagogisch middel het leren bij leerlingen bevordert. Een
niet te onderschatten rol hierbij is deze van de leerkrach. In de klas moet
hij/zij een ‘leerkracht’ zijn, in social media-omgevingen moet hij/zij optreden
als een moderator. De leerkacht moet het proces faciliteren, maar enkel in die
mate dat het echt nodig is. Hierbij is het niet onbelangrijk dat de leerkracht
een duidelijke online taak meegeeft. Het moet gezegd worden … in dit laatste
zie ik vele gelijkenissen met de manier waarop wij de verschillende taken voor het
opleidingsonderdeel ‘Onderwijstechnologie’ dienen te voltooien.
Zoals bij vele technologieën zijn ook aan het gebruik
van social media als pedagogisch instrument een aantal voor-en nadelen
verbonden. Churcher et al. gaven alvast volgende zaken aan:
- Het biedt tijd en ruimte om naast de traditionele lessen dieper in te gaan op bepaalde topicsStudenten kunnen op hun eigen tempo van elkaar leren en kunnen op hun eigen tempo informatie verwerken in een potentieel minder bedreigende omgeving.
- Social media platformen hoeven niet per se de plaats in te nemen van klassikale discussies, maar het biedt wel een alternatief forum om bepaalde discussies verder te zetten. Dit maakt ook dat men op het einde van de les niet tot een consensus hoeft te komen.
Nadelen
- Het gebruik van sociale media in een klascontext is zowel voor de leerkracht als de leerlingen vrij nieuw. De meeste leerlingen zijn gewoon van geëvalueerd te worden door middel van het afleggen van examens, het maken van een individuele of groepsopdracht, … Dit brengt met zich mee dat leerlingen onzeker zijn over de manier waarop men geëvalueerd wordt op de bijdragen die ze leveren op een social media platform.
Kritische reflectie
Ik kan me zeker vinden in het gebruik van social
media in het onderwijs enerzijds als een pedagogisch instrument, maar
anderzijds ook als een communicatiemiddel. Ik gebruik zelf facebook om bepaalde
zaken te communiceren met mijn studenten. Als pedagogisch middel deed ik dit
nog niet eerder, maar ik zie er wel het nut van in. Als je op die manier studenten
meer kan motiveren, aangezien het past binnen hun interesseveld, kan de
kwaliteit van het eindproduct alleen maar toenemen.
Er bestaan dan ook reeds een aantal succesverhalen
die gebruik maakten van social media om bepaalde leerstof over te brengen bij leerlingen.
Zo wordt bijvoorbeeld in Cambodja met succes seksuele voorlichting gegeven aan
kinderen via sociale netwerken (Tolson, 2014).
Naast de vele voordelen dienen we echter ook bewust
te zijn van de kritieken, soms zelfs gevaren van social media binnen een
onderwijscontext. In een artikel van de Nationale Onderwijsgids in Nederland
werd eerder reeds verwezen naar het ontbreken van onderwijskundige diepgang als
men gebruik maakt van social media als pedagogisch instrument. Indien men het
gebruik van social media wil inzetten in scholen wordt in dit zelfde artikel
ook aangehaald dat men op voorhand alvast duidelijke regels moeten vooropstellen
over het gebruik en misbruik, alsook over hoe de privacy van zowel de
leerlingen als de leerkrachten gegarandeerd kan worden.
Gezien de populariteit en de vele potentiële
educatieve mogelijkheden van social media kan me deze technologie beter omarmen
dan dit af te blokken. Het GO! onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap is alvast
een voorstander, dit bleek uit een artikel dat ze publiceerden op hun website,
getiteld “Sociale media mogen niet
ontbreken op school. GO! helpt leerkrachten op weg”. Hierin kondigden ze
ook hun boek “Sociale media op school” aan. Interessante leeslectuur voor wie
hiermee aan de slag wil, want een grondige voorafgaande analyse, gevolgd door duidelijke afspraken lijken me hier zeker noodzakelijk.
Churcher,
K., Downs, E., & Tewksbury, D. (2014). Friending’
Vygotsky: A Social Constructivist Pedagogy of
Knowledge Building Through Classroom Social Media Use. The Journal of Effective Teaching ,
14 (1), 33-50.
GO!Onderwijs
(2013). Sociale media mogen niet
ontbreken op school. Geraadpleegd op 29 maart 2015. http://www.g-o.be/Net_Persberichten/Persberichten.aspx?Id=bb077c5d-f06e-44e7-b2ef-07f175b30df3
Nationale
Onderwijsgids (2015). Social media en
educatieve apps van nut voor bieden passend onderwijs. Geraadpleegd op 29
maart 2015. http://www.nationaleonderwijsgids.nl/passend-onderwijs/nieuws/26087-social-media-en-educatieve-apps-van-nut-voor-bieden-passend-onderwijs.html
Tolson, M.
(2014). Cambodja geeft seksuele
voorlichting via sociale netwerken. Geraadpleegd op 29 maart 2015. http://www.mo.be/nieuws/cambodja-geeft-seksuele-voorlichting-sociale-netwerken
Vermeulen,
M. (2007). Het portfolio levert geen wezenlijke bijdrage aan de kwaliteit van
de specialistenopleiding. Tijdschrift
voor Medisch Onderwijs, 26, 24–25.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten