Weblogs
als tool voor tweede-taalonderwijs
Inhoud
In Weblogs: a tool for E F L
interaction, expression and self-evauation bespreken Claudia Trajtemberg en
Androula Yiakoumetti het effect van het gebruik van weblogs op het aanleren van
een tweede taal. Zij testen hier met Engels als T2 bij Chileense studenten,
maar uiteraard is hun onderzoek toepasbaar op elke T2.
Weblogs zijn het onderwerp geweest van veel recent onderzoek. De
mogelijkheid van weblogs om een authentieke leercontext combineren met
interactiemogelijkheden van zowel medeleerlingen als leraar, maken ze tot
geschikte tools voor tweedetaalonderwijs. Bovendien bieden ze de mogelijkheid
tot zelfexpressie en zelfevaluatie (door het lezen van andere blogs). Op die
manier wordt het leren autonomer dan schrijfopdrachten in het traditionele
klaslokaal.
De studenten die onderzocht werden, waren Chileense studenten die
taalzwak waren in de T2 en die bovendien een gebrek aan leermotivatie
vertoonden. De leerlingen waren vrij om te kiezen of ze blogs wilden posten of
niet.
In deze studie onderzoeken beide onderzoekers welk effect het gebruik
van weblogs op de T2 leerlingen had. Ook onderzoeken de interactiestrategieën
die de leerkracht heeft gebruikt om van de blogs een omgeving voor sociale
interactie te maken waar plaats was voor zowel reacties van de leraar als
reacties van peers. Dat laatste is een noodzakelijke voorwaarde om van weblogs
een waardige leercontext te maken. Verder onderzoeken ze de zelfexpressie,
zelfevaluatie en gevoel van vordering van de leerlingen.
Zij stelden vast dat een aantal zaken cruciaal zijn wanneer men weblogs
wil inzetten op een educatieve manier:
-
Centrale rol van de leraar, die de
interactie aangaat (de reacties gelden als feedback, maar vooral als motivatie
van de leerlingen. De leerkracht kiest op het geven van positieve feedback en
niet te focussen op de fouten.)
De strategieën die de leerkracht gebruikte,
waren: vragen stellen, een humoristische en informele taal hanteren en zijn
eigen ervaringen ook delen.
-
Interactie tussen de leerlingen
onderling : discussie over stellingen, feedback… Door interactie met anderen,
werden de leerlingen aangezet goed na te denken over hun taalgebruik en hun
posts eventueel te herzien en te verbeteren.
-
Zelf-expressie : de leerlingen
moeten een manier vinden om hun eigen stem uit te drukken op de blog in de T2.
Daarvoor beschouwen zij de T2 nu zowel als middel als het doel van de
expressie. Bovendien worden ze aangezet een persoonlijke stijl te ontwikkelen.
-
De chronologische ordening van de
blogberichten geeft de studenten een gevoel van evolutie in de tijd. Ze hebben
een duidelijk zicht op hun vorderingen.
-
Door blogs te gebruiken worden de
–normaliter- individuele taken lezen en schrijven omgezet in meer betrokken
activiteiten. Door de sociale interactie zien de leerlingen het communicatieve
doel van het leren van de T2.
Reflectie
Blogs kunnen gebruikt worden voor verschillende educatieve doeleinden.
In blended Learning, een onderzoek van KULAK naar weblogs, worden de
verschillende gebruiksmogelijkheden van weblogs op een rijtje gezet:
1)
Weblog voor informatie over cursus : gebruikt door
docenten voor het publiceren van cursus gerelateerde informatie. De studenten
zijn de doelgroep.
2)
Weblinks: blog met
achtergrondinformatie, extra illustraties, … over de cursus. De doelgroep is
opnieuw de leerlingen.
3)
Weblogs als discussie- en of coördinatietool:
Gebruikt door cursisten om informatie over een bepaald vak uit te wisselen.
4) Weblogs als portfolio: collectie van
werkstukken van cursisten die ze door middel van een blog publiceren. In
functie van de beoogde doelen, kan een weblog gebruikt worden als beoordelings-
of reflectieinstrument. Zo kunnen de docenten werkstukken van de cursist
beoordelen; andere cursisten kunnen ook feedback geven op de bijdragen van
andere cursisten. De vlotte toegang en het eenvoudig onderhoud maakt het
gemakkelijk om feedback te geven waardoor vlotte sociale interactie ontstaat.
5) Vakgebiedgerelateerde-blogs: Deze subject-blogs worden gepubliceerd door
docenten/trainers en zijn gericht op een onderwerp waarin ze gespecialiseerd
zijn. Mededocenten, vakgenoten en lerenden/cursisten kunnen hierop reageren en
aanvullen. Door middel van de commentaar komt de blogger in contact met zijn
omgeving en kan hij op deze wijze onderdeel uitmaken van een gemeenschap.
De weblogs waarvan
sprake in het artikel zijn dus weblogs die gebruikt worden als portfolio.
Hoewel ik reeds van dergelijk gebruik van blogs had gehoord, had ik nog nooit de link gemaakt naar het inzetten van weblogs voor
tweede-taalonderwijs. Ik denk dat het inzetten van blogs een zeer nuttige en
fijne tool kan zijn om de vaardigheden lezen en schrijven op een interactieve
manier in een authentieke context te oefenen.
Voordelen
-
De leerervaring wordt ‘omgekeerd’.
De leerling wordt nu verantwoordelijk voor zijn eigen leren.
-
De leerlingen zijn autonoom,
krijgen zicht op hun competentie en bovendien worden ze met elkaar verbonden.
Op die manier wordt de intrinsieke motivatie aangezwengeld.
Als leerkrachten inwerken op de behoeften aan autonomie, competentie
en relationele verbondenheid, dragen ze bij tot de autonome motivatie bij
hun leerlingen.(Caleidoscoop
6)
-
Volgens Poortman en Sloep (2005) kunnen blogs een rol spelen bij het
aanleren van verschillende vaardigheden :
1. Informatievaardigheden: betrouwbare, relevante en actuele
informatie vinden.
2. Sociale vaardigheden: discussiëren, peer review,
zelfreflectie, omgaan met kritiek, respect opbrengen voor anderen, zelfstandig
denken.
3.
Lees- en
schrijfvaardigheden: lezen, interpreteren en samenvatten worden gestimuleerd. (Utwente, Horen weblogs thuis in het onderwijs?)
-
Weblogs sluiten tevens aan bij de tweede pijler van wat Utrechtse
hoogleraar Robert Jan Simons ‘de zeven pijlers van de digitale didactiek
noemt’. De tweede pijler is creëren. Dat
houdt in dat :
Deze onderwijsvorm sluit aan bij didactische
concepten waarin de lerende en het leerproces centraal staan en de interactie
en de communicatie een centrale rol spelen […] flexibele leeromgevingen met
complexe taken, waarbij leren wordt gezien als een sociaal proces. (Rubens 2)
-
Ook aan de derde pijler: ‘naar buiten brengen: lerenden leren meer
gemotiveerd wanneer zij niet enkel voor zichzelf leren, maar zij hun
leeropbrengst ook met anderen kunnen delen’ (2), wordt voldaan
-
Aan de hand van regelmatige blogposts kan zowel aan proces- als aan
productevaluatie gedaan worden. Constructieve feedback van zowel leraars, peers
en de leerling zelf kan gecombineerd worden met een eindevaluatie.
Nadelen
Hoewel er volgens mij voornamelijk
voordelen verbonden zijn aan het gebruik van weblogs, zijn er toch een paar
dingen waar ik me vragen bij stel :
-
In het geval van het artikel, koos de leerkracht ervoor om fouten niet
te verbeteren. Dat ter motivatie. Ik vraag me af of het niet beter zou zijn om
de leerlingen van een T2 toch af en toe te wijzen waarop ze moeten letten. Op
die manier kan er echt een eventuele positieve evolutie opgemerkt worden.
-
De doorlopende opdracht kan eventueel zorgen voor chaotische posts.
-
Hoewel de leerlingen in het artikel niet verplicht waren om te posten en
alles uit vrije wil gebeurde, vraag ik me af of dit wel altijd zou aanslaan.
Het druist immers in tegen wat Maarten Vansteenkiste aangeeft in zake het
competentiegevoel van de leerlingen :
Op de competentiebehoefte kan je inspelen door structuur te bieden. Dat
kan je doen door duidelijke verwachtingen voorop te stellen, haalbare
uitdagingen te bieden en constructieve feedback te geven op wat leerlingen
doen. Zo verhoogt hun gevoel van competentie (Caleidoscoop 6)
Van een duidelijke
structuur en verwachtingen zijn er, door de vrijblijvendheid in
het artikel, volgens mij niet echt sprake. Ik geloof
dat ik, als ik een weblog zou
opgeven aan mijn leerlingen, toch nood zou hebben aan
een duidelijke opdracht.
- Bovendien vraag ik me
af of de leerlingen door middel van peer
review wel tot een interessante dialoog zouden komen. Om die te bevorderen moet
er volgens mij tijdens de les geregeld teruggekoppeld worden naar de inhoud van
de blogs om op die manier een open dialoog aan te wakkeren.
Conclusie
Aangezien de voordelen volgens mij ruimschots opwegen
tegen de nadelen, die vrij gemakkelijk te verhelpen zijn, lijken weblogs me erg
interessant. Weblogs inzetten voor een T2 lijkt mij een ontzettend nuttige
manier om de schrijfvaardigheid te bevorderen. De authentieke context en open
karakter van een weblog maken het tot een interessant educatief middel waar men
op een actieve, autonome manier kan inzetten op taalonderwijs.
PRIMAIRE BRON
Trajtemberg, C.,
Yiakoumetti A., “Weblogs: a tool for EFL interaction, expression, and
self-evaluation” ELT Journal 65.4. October
2011: 437 – 445. Online. (file:///Users/johanvandekelder/Desktop/WEBLOGS.pdf)
Geraadpleegd
op 28 maart 2015.
Rubens,
W. De zeven pijlers onder digitale
didactiek. (http://www.te-learning.nl/zevenpijlers.pdf)
Geraadpleegd
op 28 maart 2015.
Slotman,
K. Horen weblogs thuis in het onderwijs? (http://www.utwente.nl/ces/vop/archief_nieuwsbrief/afleveringen%20vanaf%20okt%202005/nieuwsbrief_19/weblogs_in_het_onderwijs_vop19/) Geraadpleegd op 29 maart 2015.
CBL, Weblogs. (https://www.kuleuven-kulak.be/BlendedLearning/Blended%20learning/weblog-technologische-casus-1). Geraadpleegd op 28 maart 2015.
Caleidoscoop.
“Hoe we kinderen en jongeren kunnen motiveren.” Caleidoscoop nr 22: 6-15. (http://www.ond.vlaanderen.be/dbo/nl/doc/Locomotiv/10%20Caleidoscoop%20-%20interview.pdf).
Geraadpleegd
29 maart 2015.
De referentie naar:
BeantwoordenVerwijderen"Trajtemberg, C., Yiakoumetti A., “Weblogs: a tool for EFL interaction, expression, and self-evaluation” ELT Journal 65.4. October 2011: 437 – 445. Online. "
is geen hyper link. Heb je een link naar dat artikel?
Goed artikel. (De vorige ook trouwens).
BeantwoordenVerwijderenToch een bedenking:
Het is zinvol om de datum van raadpleging te vermelden in een bronnen lijst, als die bron niet statisch is.
Bijvoorbeeld als men refereert naar de website van een nieuwsdienst.
Of algemeen als men refereert naar een dynamische website waar de inhoud met de tijd kan variëren.
Maar vermelden wanneer men een wetenschappelijke publicatie, (of een PDF) heeft geraadpleegd lijkt me weinig relevant. De inhoud zal niet afhankelijk zijn van het moment dat het gelezen werd, nee?