vrijdag 2 mei 2014

TPACK: the story continues...


In het hoorcollege werd reeds het TPACK-model aangehaald. Het onderzoek aan de hand van het TPACK-model wordt echter voortgezet, zoals men kan lezen in dit artikel van Joke Voogt, Petra Fisser, Jo Tondeur en Johan van Braak in het wetenschappelijke tijdschrift 4W op www.kennisnet.nl.

Het TPACK-model is bedoeld om leraren kritisch te laten reflecteren over hoe ze ICT op een zinvolle manier kunnen integreren in hun vak.
Er wordt gekeken naar de 'fit': hoe effectief is de integratie van een bepaalde ICT-toepassing voor een bepaalde functie in het leerproces.
Er wordt ook nagegaan hoe leraren staan ten opzichte van de verschillende deelgebieden, in hoeverre zij de overlappende gebieden als aparte kennisdomeinen zien.
Men ontwikkelt een meetbaarheid voor TPACK bij een lessenpakket, een lesobservatie of bij de vaardigheden van leerkrachten.

Een eerste kennismaking met TPACK werd al in 2010 gepubliceerd, en is beschikbaar via de pagina http://www.kennisnet.nl/themas/ict-bekwaamheid/tpack/

Voor meer praktische informatie over TPACK kan men terecht op www.tpack.nl, waar leerkrachten aangezet worden om didactische werkvormen met ICT te combineren door middel van een online spel, dat bedoeld is om te gebruiken bij workshops of teamvergaderingen over integratie van ICT.


Reflectie:

Het lijkt me zinvol om een algemeen model te volgen voor de integratie van ICT in het onderwijs, zodat leerkrachten daarin beter wegwijs kunnen geraken, en zich beter bewust worden van de verschillende deelgebieden en mogelijkheden.
Het zou misschien ook zinvol zijn om bij een website als http://www.klascement.be/ meer duiding te geven aan de hand van dit model, zodat een leerkracht sneller kan zien welke toepassingen geschikt zijn voor welke soort les.
Bij het zoeken naar ICT-toepassingen kunnen leerkrachten misschien soms nog het gevoel krijgen dat ze veel tijd moeten investeren in het zoeken op zich, en dat ze niet altijd zeker zijn of een bepaalde toepassing wel geschikt is voor het leerdoel dat ze willen bereiken.

In het artikel wordt vermeld:
TPACK leer je niet uit een boekje. Het zijn kennis en vaardigheden die een leraar (gaandeweg) zelf ontwikkelt.”
Eigenlijk heb ik wat vragen bij deze uitspraak, omdat het volgens mij lijkt of men de verantwoordelijkheid voor dit leren afschuift op (vage) eigen initiatieven van de leerkracht zelf, op toevallige bijscholingen, waarbij men dus nooit zeker is of een leerkracht wel degelijk (de juiste) TPACK ontwikkelt.
Ik denk dat het TPACK-model juist wel een kader kan zijn om deze vaardigheden op een gestructureerde manier aan te brengen, zodat het verwerven ervan niet op toeval hoeft gebaseerd te zijn.
Natuurlijk kunnen daar extra vaardigheden bijkomen die een leerkracht op toevallige wijze kan ontwikkelen, maar dat neemt volgens mij niet weg dat er basisvaardigheden zijn die wel duidelijk omlijnd kunnen aangebracht worden.  

Goedele Van kerkhoven

Referenties:

Voogt J., Fisser P., Tondeur J. & Van Braak J. (2013) TPACK: kennis en vaardigheden voor ict-integratie. 4W Kennisnet, http://4w.kennisnet.nl/artikelen/2013/05/29/tpack-kennis-en-vaardigheden-voor-ict-integratie/

Kennisnet: www.kennisnet.nl
TPACK: www.tpack.nl

donderdag 1 mei 2014

MOOC, nascholing vanuit de sofa… voor wie er één heeft


Samenvatting van het artikel “Op nascholing vanuit je zetel” gepubliceerd op klasse.be op 25-02-’14

In dit artikel wordt MOOC, Massive Open Online Courses, naar voren geschoven als een interessante, maar in Vlaanderen nog vrij onbekende manier om zich als leerkracht bij te scholen. Losstaande vakken, aangeboden door universiteiten, hogescholen of andere onderwijsinstituten kunnen gratis door iedereen over de hele wereld gevolgd worden, met deelnemersaantallen tot in de (tien)duizenden.

Naar de gewenste MOOCs kan gezocht worden op specifieke internetplatformen. Naast tekstmateriaal, kan men op een MOOC o.a. ook video’s, toetsen, online vergaderingen, opdrachten met peer evaluatie en vragen voor een discussieforum vinden. Deelnemers kunnen zelf de informatie selecteren die ze nodig hebben, zonder per se de volledige cursus af te werken. Dit kan ook een voordeel zijn voor leerkrachten, aangezien MOOCs soms te intensief zijn om te combineren met een fulltime onderwijsopdracht.

Dillenbourg, pionier aanbieder van MOOC in Europa, vindt de synchroniciteit van MOOC een meerwaarde vergeleken met andere vormen van online leren. Hij ziet ook de mogelijkheid voor leerlingen uit het secundair om zich verder in de leerstof te verdiepen of om een idee te krijgen van wat er aan de universiteit gedoceerd wordt. “De muren van de universiteit worden opengebroken.” 

In Vlaanderen wordt onderzocht wat het potentieel van blended learning is voor de universiteiten, om studenten aan te zetten zich ook buiten de les in de vakken te verdiepen. Georges Van der Perre, voorzitter van de expertengroep die zich over deze vraag buigt, stelt dat het secundair onderwijs kan leren uit de experimenten en vorderingen van het hoger onderwijs op dit vlak en wijst er tevens op dat het past in een steeds meer leefwereldgericht secundair onderwijs.

Reflectie

MOOCs lijken interessant om verschillende redenen. De internationalisering die zich meer en meer in de Vlaamse klassen toont, wordt hier door leerkrachten op een ander niveau ervaren, nl. in samenwerkingsverbanden die toch betrekking hebben op hun job, maar waarbij ze zich in de positie van leerling/student bevinden. Hun persoonlijk ervaring zal hen sterker en vertrouwder maken in het organiseren en begeleiden van verwante projecten in hun klas en op hun school. Andere zienswijzen, methodieken, … uit een breed netwerk verspreid over de wereld kan een frisse wind met zich meebrengen op lokaal niveau. Verder kunnen MOOCervaringen inspiratie vormen voor technologiegebruik in de klas of op school. Op ecologisch en tijdsgebonden gebied worden verre verplaatsingen uitgespaard, terwijl toch van overal in de wereld kan worden deelgenomen. Op deze manier worden lange termijn nascholingen mogelijk, wat andere perspectieven biedt. Tegelijk is er een mogelijkheid om de cursus op eigen tempo en selectief te volgen. Zowel organisatoren als deelnemers hebben veel mogelijkheden om creatief te zijn. Constructieve ontmoetingen kunnen leiden tot internationale samenwerkingsprojecten. Het thema van de meertaligheid komt uiteraard aan bod, aangezien de meeste cursussen in het Engels gegeven worden. Het feit dat de cursussen gratis zijn, heeft een enorme democratische waarde.

Echter kan men ook vraagtekens plaatsen bij de altruïstische indruk die dit nalaat. Ghanashyam Sharma, een assistent retorica en schrijven aan de State University of New York, schreef een artikel over deze kwestie vanuit zijn eigen ervaring om als docent met pakken ervaring in Nepal verder carrière te maken op een Amerikaanse universiteit.


Hij stelt: “…we need more research about how students learn in massive open online platforms, and a better understanding of how students from different academic, cultural, social, and national backgrounds fare in such spaces.”
“Academic disciplines and teaching/learning environments (or, put simply, courses) are almost always highly specialized and situated in local academic systems and cultures.”
“It took several years of training for me to gain the ability and confidence to teach the type of more advanced courses that I had already taught in a different country and academic system. In fact, even in the case of the more context- and culture-neutral subjects like the natural sciences, the local begins to trump the universal very quickly in terms of language used, references made, applications shown, and so on.”

Een mooi voorbeeld hiervan is te vinden in deze BLOSSOMS video:



Een belangrijke vraag is volgens Ghanashyam Sharma: “…what happens when thousands of students constituting a vast spectrum of proficiency levels and academic backgrounds try to catch up with one’s attempt to educate the world primarily through video-recorded lectures. This problem is evident in the design and delivery of any MOOC in almost any discipline at this time.
Volgens hem dient de aandacht gericht te worden op de intellectuele obstakels die aanwezig zijn ondanks de technologische toegang.
Daarenboven vindt hij dat de organisatoren van MOOCs ofwel onwetend zijn ofwel niet bereid om de geopolitieke dynamieken te erkennen die volgens hem de leerervaringen vormgeven op wereldschaal.
In een ander kritisch artikel over MOOCs waarnaar hij verwijst, stelt men het iets meer cru: Some educators worry a one-way transfer of educational materials from the rich north to the poor south will amount to a wave of “intellectual neo-colonialism.”