Digitale kansen voor kansarme groepen
- Samenvatting
Het artikel digitale kansen voor kansarme groepen (Mariën, I.) is een korte samenvatting van het volledige onderzoek dat in
Mariën et al. wordt uitgewerkt.
De
kern van deze artikels bestaat erin dat iedereen recht heeft op
digitale mogelijkheden en dat er dus structurele maatregelen genomen
moeten worden om dat recht te verwezenlijken. De reden voor die
digitale inclusie is
in de eerste plaats dat de maatschappij steeds verder digitaliseert
en dat kansarmen als in een vicieuze cirkel steeds achtergesteld
zullen blijven, hoe erg ze ook hun best doen om mee te blijven met
steeds veranderende maatschappij. Het bekende Mattheus-effect waarbij
sterkeren steeds sterker worden en zwakkeren steeds zwakker, is een
reële tragedie.
Het
is duidelijk dat kansarmoede zich op alle vlakken van de maatschappij
en het individuele leven nestelt en zijn sporen achterlaat. Tel daar
de digitale kansarmoede bij op en de kloof zal alleen maar groter
worden.
Daarom
moeten er dringend maatregelen genomen worden. Volgens het artikel
zou iedereen toegang tot digitale media moeten hebben; en dat nog het
liefst van al in de thuisomgeving. Internettoegang en digitalisering
thuis hebben immers veel voordelen op vlak van organisatie, sociaal
contact, informatie en maatschappelijke participatie.
Toch
volstaat die toegang alleen niet om tot digitale inclusie
te komen. Zo moeten de digitale vaardigheden aangebracht worden en
moet er een bewustwording komen over de meerwaarde van die nieuwe
media.
Er
bestaan al verschillende grote en kleine initiatieven om dat ideaal
te verwezenlijken. Op Europees niveau is er bijvoorbeeld het
eScouts-project en Web in de Wijk (cf. Mariën et al., p.21-27 ). Op Vlaams niveau zijn er
verschillende kleine projectjes die meestal onafhankelijk van elkaar
werken. Daardoor ontbreekt elke vorm van continuïteit en is een
structurele aanpak noodzakelijk.
2. Kritische reflectie
Dit artikel brengt de
aandacht op een heel evident probleem dat de nieuwe mediamaatschappij
met zich meebrengt en toch vaak onder de radar sluimert. Allereerst
vind ik het heel goed dat er wel degelijk veel initiatieven
bestaan en pilootprojecten worden opgestart om oplossingen voor de digitale-kloof-problematiek te zoeken.
Toch vind ik het spijtig
dat de oplossingen in het artikel nogal vaag worden gesuggereerd. Er
worden weinig concrete beleidstips geformuleerd voor de overheid of – op kleiner
niveau – voor gemeentelijke organisaties. Waarop
moeten de organisatoren dan letten als ze dergelijke projecten willen
starten en de problematiek proberen aan te pakken? Er bestaan ongetwijfeld verschillende onderzoeken die elk tips voor een beleid geven, maar toch vind ik geen concreet overzicht van richtlijnen terug.
Ten derde vind ik dat ook
op school de digitale inclusie kan bevorderd worden. Zoals we in de
lessen van onderwijstechnologie leren, moet er een grotere
bewustwording komen van welke digitale programma's we
gebruiken in onze lessen en hoe we die gebruiken; en dus verwachten van onze leerlingen (cf.
open source media).
Daarnaast moet er zoals
in het artikel staat een grotere bewustwording komen van de voordelen
van die nieuwe media en moeten de digitale vaardigheden van
leerlingen opgekrikt worden. Dat kunnen we gemakkelijk doen door de
vakoverschrijdende eindtermen van technologische vorming. Zo kan er
in elk vak wel op een of andere manier aandacht besteed worden aan
het gebruik van die nieuwe media en het belang van technische skills.
Hoewel dit dus al vaak
gebeurt op school en wel degelijk in de eindtermen is opgenomen, kan er volgens mij nog veel
meer aandacht besteed worden aan de bewustwording over de
mogelijkheden van ICT. Bovendien moeten leerlingen en ook leerkrachten
zich veel meer bewust worden over het debat van digitale inclusie. Leerkrachten moeten deze problematiek bespreekbaar maken.
Volgens mij is het dus
belangrijk om naast de hulp en vorming van de kansarmere groepen zelf - zoals uitvoerig in het artikel beschreven wordt - ook de rest van de
maatschappij (dus de kansrijkere groepen) bewust maken van de
problematiek. Zo verdwijnt de taboesfeer rond de digitale kloof en
kunnen andere , bredere oplossingen bedacht worden. Op die manier
kunnen scholen op een uitdrukkelijke manier hun steentje
bijdragen voor een kleinere digitale kloof.
3. Referenties
Mariën,
I. (2014). Dossier: digitale kansen voor kansarme groepen. Over de
noodzaak van een digitaal inclusiebeleid. Geraadpleegd op 28/03/2014,
via
http://mediawijs.be/dossiers/dossier-digitale-kansen-voor-kansarme-groepen/over-de-noodzaak-van-een-digitaal
Mariën,
I., Baelden, D., Bens, J., Schurmans, D., Van Audenhove, L., Smukste,
K., Pierson, J., Lemal, M., Goubin, E. (2014). Van digitale
naar maatschappelijke participatie: opportuniteiten en uitdagingen.
Geraadpleegd op 28/03/2014, via
http://ilsemarien.com/system/files/1581/original/Sociale_Staat_van_Vlaanderen-Participatie.pdf
Ik ben het ermee eens dat het taboe van de digitale kloof doorbroken moet worden, maar dat taboe is verbonden met dat andere (bredere) amper uitgesproken probleem van kansarmoede in het algemeen. Pakken we dat aan, dan zal hopelijk ook die digitale kloof volgen.
BeantwoordenVerwijderenHet is treffend dat technologische vorming een vakoverschrijdende eindterm is, maar dat die niet voor iedereen even haalbaar is. De overheid lijkt ervan uit te gaan dat iedereen een even vlotte toegang heeft tot technologie. Is dat dan zo? Je zou kunnen zeggen dat wie thuis geen toegang heeft tot computer of internet op school in een computerklas aan de slag kan. Toch, ongelijkheid blijft overeind. Hoe zou een kind of jongere het bijvoorbeeld aan vrienden uitleggen dat hij of zij tijdens de pauze of na school naar de computerklas moet om een taak te maken omdat hij/zij dat thuis niet kan? Open source is ook een oplossing, maar dan moeten scholen en leerkrachten er mee instappen. Dat blijkt echter (nog) niet vanzelfsprekend. Zoals sommige blogberichten het hier aangeven, hinkt ons onderwijs achterop wanneer het gaat over ICT in de klas. Laat staan dat open software gangbaar is.
Zolang kansarmoede en de digitale kloof in een taboesfeer blijven hangen, hoe meer die kloof gaat gapen. Dat initiatieven vaag blijven heeft daar volgens mij ook mee te maken. Hoe immers iets concreet aanpakken dat weinig concreet wordt uitgesproken in onze maatschappij?
Ik ben het eens met het belang om met specifieke initiatieven de digitale kloof van kansarmoede aan te pakken. Het risico dat ik zie is dat dit aspect de focus zal worden voor investeringen tegen kansarmoede, onder druk van beperkte beschikbare werkmiddelen en van de eisen van de arbeidsmarkt. Kansarmoede bestrijding is veel meer dan het het voorzien van ICT hardware, software en opleidingen voor iedereen, en vereist blijvende en gedifferentieerde investeringen in ALLE aspecten van het onderwijs. Deze holistische aanpak is complex en vraagt engagement, flexibiliteit en geduld. De "Quick Fix" van ICT is geen volwaardig alternatief hiervoor.
Verwijderen