“Engels leren met een mobieltje”
1. Samenvatting
Deze tekst
gaat over een initiatief, weliswaar, in de basisschool om leerlingen op een
interactieve manier kennis te laten maken met de Engelse taal. Het is een
initiatief van de Universiteit van Antwerpen in samenwerking met het EarlyBird
programma. Zij zijn op verkenning gegaan hoe de verhouding tussen formeel leren
op school en het informeel leren thuis versterkt kan worden. Ze hebben twee
verschillende onderzoeken opgesteld: MEL1 en een vervolgonderzoek MEL2. MEL
staat Mobiel Engels Leren. Tijdens het eerste onderzoek werd onderzocht of een
smartphone-app een aanvulling en versterking kan zijn voor het leren van de
Engelse taal op school. In het tweede onderzoek werd een sterkere koppeling
tussen spel en het leren van taal in kaart gebracht.
Dit artikel handelt
eigenlijk over een andere manier van les geven. Het originele concept, waarbij
de leerkracht de leerstof aanreikt op een doceerwijze, wordt steeds vaker in
vraag gesteld. Er wordt, ook in de lerarenopleiding, meer nadruk gelegd op het
toepassen van interactieve werkvormen. Wanneer leerlingen zelf ontdekken en
ervaren hebben ze een grotere leerbereidheid en blijft de leerstof ook langer
hangen.
In dit
onderzoek hebben ze zich toegespitst op het leren van de Engelse taal. Het is
ook een onderzoek gevoerd in de lagere school. Wat ik echter interessant vond
aan dit artikel is dat we apps ook zouden kunnen gebruiken in het middelbaar en
voor elk vak. In plaats van apps te creëren die de GSM uitschakelen tijdens de
les, zouden we beter apps ontwikkelen die de leeromgeving versterken en
uitbreiden. GSM kunnen de leerlingen ook de vrijheid bieden om te leren waar en
vooral wanneer ze willen. De leerstof zelf, en dit is misschien nog het
interessantste, kan aangepast worden aan de omgeving van de leerling zelf. Dit kan
zorgen voor een rijkere leerervaring.
De rol van
de leerkracht in dit alles lijkt me zeer belangrijk. De leerkracht zelf kan
namelijk niet al deze apps zelf ontwikkelen (dit lijkt me onmogelijk!). Het is,
voor mij, dus de taak van de overheid om hierin te investeren en deze apps te
ontwikkelen op een manier zodat deze zo min mogelijk kosten aan de leerling. De
leerkracht zelf moet ook bereid zijn om mee te gaan met zijn tijd en het leren
ook als een spelelement te zien.
3. Referenties
Hoogendoorn, P. & Philipsen
K. (2013). Engels leren met een mobieltje. In: Levende Talen Magazine, nr. 6 ,
p. 16 – 19. Te raadplegen
via: http://www.lt-tijdschriften.nl/ojs/index.php/ltm/article/viewFile/554/546
Sandberg, J., Maris, M.,
& Hoogendoorn, P. (2013). De toegevoegde waarde van een spelcontext en
intelligente aanpassingen voor een mobiele leerapplicatie. Zoetermeer:
Kennisnet. Te raadplegen via http://kennisnet.nl
Sandberg, J., Maris, M.,
& Philipsen, K. (2010). Leren met je mobiel: Engels met mobiele telefoon in
het basisonderwijs (Deel 30, Kennisnet Onderzoeksreeks). Zoetermeer: Kennisnet.
Te raadplegen via http://www.vosabb.nl/uploads/media/Leren_met_je_mobiel.pdf
Dit lijkt me zeker interessant. Informeel leren buiten school is, uit eigen ervaring, zeer effectief (en dit zeker voor talen). Ik vind dit echter niet gepast voor de basisschool: dat is ervan uitgaan dat jongeren onder de 12 jaar een gsm (of eigenlijk zelfs smartphone) bezitten. Al leven we in een steeds meer technologische samenleving, waarbij men steeds jonger nieuwe technologieën leren, vind ik dit toch veel te vroeg. In het secundair zou dit wel goed zijn, al zou dat meer voor het consolideren van de taal zijn, dan voor het aanleren ervan. Ook hier wordt er dan van uitgegaan dat iedereen en smartphone heeft. Als het niet hebben van een smartphone/apps geen verschillen zou creëren in de klas, waarom ook niet?
BeantwoordenVerwijderenIk denk dat we echter wel evolueren naar een tijd waarin elke leerling (ook basisschool) een tablet of smartphone zal (nodig) hebben. Of dit een goede evolutie is, laat ik hier in het midden...
Verwijderen