Als de krokodil uit het riool: over de
kloof tussen geloof en wetenschap.
Velen onder
ons klinkt de problematiek waar Paul Kirschner en Ellen van den Berg het in ‘Pas op: Hypes!’ (2012) over hebben
ongetwijfeld bekend in de oren. In deze bijdrage aan “het Trendrapport” hekelen Kirschner en Van den Berg namelijk drie,
inmiddels tot hype geworden, zogenaamde “Trends”.
Met dit laatste doelen ze op opvattingen, ICT-gerelateerde in dit geval, die
zonder enige wetenschappelijke onderbouw toch verspreid raakten omwille van de
schijnbare logica die er achter schuilt, het onkritische geloof dat we er aan
hechten of louter omwille van de persoonlijke ervaringen die sommigen er mee
hebben. De auteurs hekelen bovendien de gevolgen die deze aannames hebben,
waarbij onder meer “slecht onderwijs,
geldverslindende aankopen, innovatiemoeheid en ontevredenheid”
worden aangehaald.
Informatietechnologie in het
onderwijs en de manier waarop ICT onderwezen worden zijn een
“trending topic”, waarmee Kirschner en Van den
Berg geen verwijzing naar Twitter maken maar er louter op willen
wijzen dat beide “gevoelig zijn voor alle
trends in de maatschappij”. En net hierin schuilt volgens hen het gevaar.
De meeste lezers van dit blogbericht, of tenminste diegenen geboren tussen 1982
en 2001, zijn er ongetwijfeld al ooit op gewezen dat ze deel uitmaken van de Net
of Y-generatie. Deze nieuwe generatie is opgegroeid en opgevoed met en door
moderne technologie, wat hen in staan heeft gesteld om zelfstandig en
probleemoplossend te leren werken; of zo wordt althans aangenomen. Dat de
jongeren van vandaag “digital natives”
zouden zijn is volgens de auteurs van het artikel immers de eerste en misschien
ook wel grootste misvatting. De andere twee misvattingen waar ze het daarnaast
over hebben zijn ten eerste de idee dat “kinderen
en adolescenten kunnen multitasken” en ten tweede de idee dat “het verwerven van kennis niet meer nodig is
aangezien enerzijds de halfwaardetijd van kennis steeds korter wordt en ‘Googlificatie’ die optreedt anderzijds”, of m.a.w. dat alles via internet teruggevonden
kan worden.
In dit
artikel ontkrachten Kirschner en Van den Berg deze drie stellingen door
simpelweg wél wetenschappelijk onderzoek aan te halen. Hieruit trekken zij de
onder meer de conclusie dat de doorgevoerde vernieuwingen in het onderwijs
gebaseerd op (een van) deze stellingen dan ook logischerwijze geen kans op
slagen hebben.
Dat er een nieuwe generatie van “digitale
autochtonen” zou opgestaan zijn wordt weerlegd door onder meer een onderzoek
aan te halen dat wijst op een gebrekkige en oppervlakkige technologische kennis van
leraars-in-opleiding in Finland, geboren tussen 1984 en 1989; en dus eigenlijk
typische Y-generatieproducten. Ook wat zelfgestuurd leren betreft blijkt dat de
gebruikte technologieën enkel aangewend worden voor “basale vaardigheden” en dat 'leren' beperkt blijft tot een “passieve consumptie van informatie”
zoals bijvoorbeeld het gebruik van sites als Wikipedia.
Maar verder komt ook onderzoek aan bod dat de multitask-mythe tegenspreekt en
ontkracht. Hierbij wordt gesteld dat het eigenlijk geen zin heeft om
het onderwijs aan te passen aan studenten die gelijktijdig twee verschillende
denktaken kunnen uitvoeren. Dit blijkt immers zowel op het niveau van de “informatieverwerking als op het neurale niveau” onmogelijk te
zijn: we kunnen slechts tussen twee denkprocessen schakelen. Wanneer iemand
zogezegd ‘tegelijkertijd’ zijn/haar huiswerk maakt, op Facebook zit en mailtjes
verstuurt, schakelt hij/zij eigenlijk tussen deze verschillende taken; waar qua
doeltreffendheid en resultaat vraagtekens bij geplaatst kunnen worden.
De derde stelling, dat onderwijs niet langer dient te focussen op
kennisoverlevering doordat enerzijds de overgeleverde informatie sneller
achterhaald wordt en de studenten anderzijds eigenlijk alles online kunnen
opzoeken, wordt genuanceerd. Illustratief is volgende quote: “what we know determines what we see (and how
we see it) and not the other way around”. Kennis is nodig; en meer
specifiek kennis van de manier waarop informatie “gezocht, gevonden, geëvalueerd, geselecteerd, verwerkt, georganiseerd
en gepresenteerd” wordt.
Tot slot wil
ik bij dit artikel toch een kleine kanttekening maken, die al dan niet zelf
reeds door de auteurs wordt aangereikt. Zoals eerder aangehaald wordt in het
artikel vrij snel gesteld dat de “onderwijsvernieuwingen
die van deze ‘nieuwe mens’ uitgaan gedoemd zijn om te mislukken”. Volgens
mij is dit wat te cru gesteld: is er wel degelijk een logische oorzaak-gevolgrelatie
& werd hier al specifiek onderzoek naar verricht? Misschien worden de
beoogde effecten niet bereikt, maar welke dan wel en zijn deze dan ook minder
waardevol? Het is nu aan de Y-generatie om dat antwoord te bieden.
Bron
Kirschner, P. A., & Van den Berg, E. (2012). Pas op: Hypes -
ICT-trends in en voor het onderwijs [Be careful with hypes - ICT Trends in and
for education]. In L. A. Plugge (Ed.), WTR Trendrapport 2012: De Bakens
verzetten (pp. 1-11). Utrecht, The Nederlands: Stichting SURF. http://dspace.ou.nl/bitstream/1820/4773/1/WTRrapport2012%20web%20-%20Pas%20Op%20Hypes.pdf
Andere themagerelateerde
links
Over de mythe van multitasking:
BeantwoordenVerwijderenhttp://www.docstoc.com/docs/73285078/BRAIN-ABUSE