woensdag 3 april 2013

Als de krokodil uit het riool: over de kloof tussen geloof en wetenschap.



Als de krokodil uit het riool: over de kloof tussen geloof en wetenschap.


Velen onder ons klinkt de problematiek waar Paul Kirschner en Ellen van den Berg het in ‘Pas op: Hypes!’ (2012) over hebben ongetwijfeld bekend in de oren. In deze bijdrage aan “het Trendrapport” hekelen Kirschner en Van den Berg namelijk drie, inmiddels tot hype geworden, zogenaamde “Trends”. Met dit laatste doelen ze op opvattingen, ICT-gerelateerde in dit geval, die zonder enige wetenschappelijke onderbouw toch verspreid raakten omwille van de schijnbare logica die er achter schuilt, het onkritische geloof dat we er aan hechten of louter omwille van de persoonlijke ervaringen die sommigen er mee hebben. De auteurs hekelen bovendien de gevolgen die deze aannames hebben, waarbij onder meer “slecht onderwijs, geldverslindende aankopen, innovatiemoeheid en ontevredenheid” worden aangehaald.

Informatietechnologie in het onderwijs en de manier waarop ICT onderwezen worden zijn een “trending topic”, waarmee Kirschner en Van den Berg geen verwijzing naar Twitter maken maar er louter op willen wijzen dat beide “gevoelig zijn voor alle trends in de maatschappij”. En net hierin schuilt volgens hen het gevaar. De meeste lezers van dit blogbericht, of tenminste diegenen geboren tussen 1982 en 2001, zijn er ongetwijfeld al ooit op gewezen dat ze deel uitmaken van de Net of Y-generatie. Deze nieuwe generatie is opgegroeid en opgevoed met en door moderne technologie, wat hen in staan heeft gesteld om zelfstandig en probleemoplossend te leren werken; of zo wordt althans aangenomen. Dat de jongeren van vandaag “digital natives” zouden zijn is volgens de auteurs van het artikel immers de eerste en misschien ook wel grootste misvatting. De andere twee misvattingen waar ze het daarnaast over hebben zijn ten eerste de idee dat “kinderen en adolescenten kunnen multitasken” en ten tweede de idee dat “het verwerven van kennis niet meer nodig is aangezien enerzijds de halfwaardetijd van kennis steeds korter wordt en ‘Googlificatie’ die optreedt anderzijds”, of m.a.w. dat alles via internet teruggevonden kan worden.

In dit artikel ontkrachten Kirschner en Van den Berg deze drie stellingen door simpelweg wél wetenschappelijk onderzoek aan te halen. Hieruit trekken zij de onder meer de conclusie dat de doorgevoerde vernieuwingen in het onderwijs gebaseerd op (een van) deze stellingen dan ook logischerwijze geen kans op slagen hebben.
Dat er een nieuwe generatie van “digitale autochtonen” zou opgestaan zijn wordt weerlegd door onder meer een onderzoek aan te halen dat wijst op een gebrekkige en oppervlakkige technologische kennis van leraars-in-opleiding in Finland, geboren tussen 1984 en 1989; en dus eigenlijk typische Y-generatieproducten. Ook wat zelfgestuurd leren betreft blijkt dat de gebruikte technologieën enkel aangewend worden voor “basale vaardigheden” en dat 'leren' beperkt blijft tot een “passieve consumptie van informatie” zoals bijvoorbeeld het gebruik van sites als Wikipedia.
Maar verder komt ook onderzoek aan bod dat de multitask-mythe tegenspreekt en ontkracht. Hierbij wordt gesteld dat het eigenlijk geen zin heeft om het onderwijs aan te passen aan studenten die gelijktijdig twee verschillende denktaken kunnen uitvoeren. Dit blijkt immers zowel op het niveau van de “informatieverwerking als op het neurale niveau” onmogelijk te zijn: we kunnen slechts tussen twee denkprocessen schakelen. Wanneer iemand zogezegd ‘tegelijkertijd’ zijn/haar huiswerk maakt, op Facebook zit en mailtjes verstuurt, schakelt hij/zij eigenlijk tussen deze verschillende taken; waar qua doeltreffendheid en resultaat vraagtekens bij geplaatst kunnen worden.
De derde stelling, dat onderwijs niet langer dient te focussen op kennisoverlevering doordat enerzijds de overgeleverde informatie sneller achterhaald wordt en de studenten anderzijds eigenlijk alles online kunnen opzoeken, wordt genuanceerd. Illustratief is volgende quote: “what we know determines what we see (and how we see it) and not the other way around”. Kennis is nodig; en meer specifiek kennis van de manier waarop informatie “gezocht, gevonden, geëvalueerd, geselecteerd, verwerkt, georganiseerd en gepresenteerd” wordt.

Tot slot wil ik bij dit artikel toch een kleine kanttekening maken, die al dan niet zelf reeds door de auteurs wordt aangereikt. Zoals eerder aangehaald wordt in het artikel vrij snel gesteld dat de “onderwijsvernieuwingen die van deze ‘nieuwe mens’ uitgaan gedoemd zijn om te mislukken”. Volgens mij is dit wat te cru gesteld: is er wel degelijk een logische oorzaak-gevolgrelatie & werd hier al specifiek onderzoek naar verricht? Misschien worden de beoogde effecten niet bereikt, maar welke dan wel en zijn deze dan ook minder waardevol? Het is nu aan de Y-generatie om dat antwoord te bieden.


Bron

Kirschner, P. A., & Van den Berg, E. (2012). Pas op: Hypes - ICT-trends in en voor het onderwijs [Be careful with hypes - ICT Trends in and for education]. In L. A. Plugge (Ed.), WTR Trendrapport 2012: De Bakens verzetten (pp. 1-11). Utrecht, The Nederlands: Stichting SURF. http://dspace.ou.nl/bitstream/1820/4773/1/WTRrapport2012%20web%20-%20Pas%20Op%20Hypes.pdf


Andere themagerelateerde links

1 opmerking:

  1. Over de mythe van multitasking:
    http://www.docstoc.com/docs/73285078/BRAIN-ABUSE

    BeantwoordenVerwijderen