Aanleiding
Met grote interesse heb ik de bijdragen van mijn medestudenten
gelezen en herlezen en bij het verwerken van zo’n massa aan informatie, heb ik
meestal de neiging om naar de grote lijnen in het geheel te gaan zoeken. Zo hebben
sommigen onder jullie ingezoomd op concrete ICT-tools als de tablet,
smartboard, web lectures, virtueel chemie labo, digitaal prentenboek,
smartphone en gereflecteerd over de voor- en nadelen, wat bruikbaar en praktisch
materiaal oplevert voor wie er mee aan de slag zou willen gaan.Anderen bekeken de zaken op eerder macroniveau, zoals o.a. met de bijdragen over de Steve Jobs school, het artikel over mediawijsheid en over de zin en onzin van multitasking bij jongeren.
Wat mij vaak opvalt in discussies die didactisch/pedagogisch van aard zijn, is het feit dat er vele meningen geopperd worden, maar misschien te weinig die van de echte belanghebbende, in dit geval de leerlingen. Dit triggerde mij om op zoek te gaan naar ‘wat wil de leerling nu eigenlijk: wel/geen smartboard, smartphone, tablet… in de klas ?’.
Zo kwam ik in mijn zoektocht naar antwoorden , volgende artikelen
tegen:
Samenvatting van de twee
artikelen
Larry Rosen, professor psychologie aan de California State
University, heeft jarenlang onderzoek gedaan naar het multimedia gedrag van
jongeren en identificeerde een nieuwe generatie: de
iGeneration.
In
het artikel schetst Rosen een kort overzicht van de diverse generaties die
mekaar opgevolgd hebben: Silent Generation (geboren tussen 1925 en 1946), Baby
Boomers (geboren tussen 1946 en 1964), Generation X (geboren tussen 1965 en
1979, en waar ikzelf ook deel van uit maak), Generation Y (geboren tussen 1980
en jaren ’90), ook wel de NetGeneration genoemd (meer over deze generatie in
het artikel van medestudent Yannis Cordier).
Rosen
voegt er een nieuwe generatie aan toe,
geboren vanaf mid jaren negentig en dus nu ongeveer 18 jaar oud: iGeneration. De “i” staat voor de
digitale technologieën die deze jongeren gebruiken (iPhone, iPod, Wii enz…)
alsook voor de hoge mate van “i”ndividualisering die deze technologieën
mogelijk maken.
Feit
is dat deze generatie een massa aan media consumeren en vaak ook verschillende
media op hetzelfde moment.
Volgens
Rosen heeft de iGeneration zelfs het begrip ‘communicatie’ een nieuwe inhoud
gegeven en is een GSM-toestel dan ook niet zomaar een telefoon, maar een
draagbare computer die ze gebruiken om te twee-ten, te surfen op het web en te
sms’en.
Ik
kan niet beter parafraseren wat Rosen hierover zegt, vandaar zijn quote:
‘…to
them, the smartphone, the internet and everything technological are not ‘tools’
at all – they simply are… They expect
technology to be there and they expect it to do whatever they want it to do.
Their WWW doesn’t stand for World Wide Web, it stands for Whatever, Whenever,
Wherever.’
Kenmerken van deze generatie
volgens Rosen:
1)
Increased
media consumption
2) Task
switching (this is merely the capability of easily switching tasks, so not exactly
multitasking)
3) E-communication
whatever, whenever and wherever
4) Socializing
means connecting through devices
5) Creativity
and individuality (own apps, own song mixes…)
6) A lot of
writing and reading
7) Motivated
to deliver the final product, but not to be accounted for the proceedings or the
subproduct
Rosen
stelt dan ook dat het niet gaat om ‘te onderwijzen met technologie’ maar wel om
technologie te gebruiken om de inhoud krachtiger en effectiever te doen
aanslaan door in te spelen op de kenmerken van deze iGeneration.
Want terwijl ze thuis veelvuldig
switchen tussen hun laptop, GSM, TV, MP3 and game console, verwachten we dat ze
op school gedurende zeven lesuren aandachtig luisteren naar een docerende
leerkracht , waarna ze met pen en papier individueel een oefening of opdracht
moeten uitvoeren.
Eigen reflectie
Bovenstaande
beschrijving van Rosen is misschien wat zwart-wit maar geeft mijns inziens mooi
de controverse en onzekerheden mee
waar het onderwijs nog mee kampt als het om ICT gaat. En met ‘onderwijs’ doel
ik op alle niveaus: zowel
beleidsmakers, schooldirecties als leerkrachten.
Laat
mij Prof. Media en Communicatie aan de VUB Joke Bauwens citeren, in De Morgen
van 23 april jl.: `Ik merk in het onderwijs een zekere huiver om mee te gaan
met moderne technologie. Veel scholen vinden dat er al zoveel technologie is en
dat kinderen op school even vrij moeten zijn van die prikkels. Maar je creeert
op die manier een artificiele wereld, los van de realiteit. … Het wordt tijd
dat het onderwijs de scholen uitrust met hedendaagse technologie.`
Uit
de artikels op onze blog komt vaak dezelfde onderhuidse spanning naar boven:
een soort constante ‘drempelvrees’
en een neiging om naast de vele voordelen toch ook maar een reeks nadelen op te
sommen bij de diverse ICT-tools die bruikbaar zouden kunnen zijn in de klas.
Vanuit pedagogisch standpunt kan ik begrijpen dat er nood is aan grondig
wetenschappelijk onderzoek om te verzekeren dat deze middelen écht wel effectieve
leersituaties stimuleren. Dit onderzoek komt ondertussen tot stand en het
blijkt dat het gebruik van ICT mooi aansluit op een aantal basis didactisch/pedagogische
principes. Ik verwijs hiervoor naar het Jonassen-model dat aan bod kwam tijdens
het laatste hoorcollege van onderwijstechnologie.
Conclusie
De
meesten van ons zitten nog te vast in het stadium ‘ja, ICT oké, laat ons eerst eens
de voor-en nadelen afwegen’ of ‘tja, hoe begin je eraan ?’. Een soort liefde/haat-verhouding:
je kunt niet zonder, maar wanneer het er is, vragen we ons af of ‘het wel
allemaal goed zal werken?’. Anderzijds verwachten we als leerkrachten wel van
onze leerlingen dat zij zich in alle vakken interesseren of toch minstens
zorgen dat ze de leerstof kennen om op het einde van het jaar te slagen. Dus
mag van leerkrachten minstens dezelfde inspanning verwacht worden wat ICT
betreft…
En
eigenlijk is het een kwestie van de ‘klik
te maken’ en te geloven wat Rosen (en anderen met hem) zegt over de
iGeneration.
Ik citeer hier opnieuw uit het laatste hoorcollege van Prof.Questier: ‘Research studies show that how much and how effectively teachers
integrate ICT in their teaching process depends mainly on their educational vision’
!
M.a.w.
eerst moeten de leerkrachten ‘de klik maken’, en eens die gemaakt is, wordt ICT
als een zoveelste effectieve werkvorm: je
weet dat die voor-en nadelen heeft, je zoekt een en ander op, bereidt het goed voor en dan probeer je
het uit, maar je basisvisie is wel ‘het hoort er nu eenmaal bij, want dit sluit aan
bij de leefwereld van mijn leerlingen’. De ene keer lukt het fantastisch en dus
voor herhaling vatbaar, de andere keer
mislukt het grandioos, maar dan heb je ook iets geleerd en de leerlingen leren
sowieso altijd. En je deelt je
ervaringen en successen met je collega’s. En, last but not least, je blijft
beseffen dat goed onderwijs inhoudt dat je afwisseling
aanbiedt, in werkvormen, in al dan niet gebruik van ICT… om uiteindelijk zo
goed mogelijk aan te sluiten op de leerbehoeften van de leerlingen
(leerstijlen, leefwereld, vaardigheden…).
Dit
is een pragmatische visie en ik weet dat
er uiteraard moet voldaan zijn aan een aantal (praktische) vereisten: de schooldirecties dienen het gebruik van
ICT-middelen te faciliteren (infrastructuur voorzien, opleiding voor de
leerkrachten). Cfr. Unified Theory of
Acceptance and Use of Technology: de ‘facilitating conditions’ hebben nl. een
directe impact op het gebruiksgedrag ! (laatste hoorcollege ICT)
M.a.w.
leerkrachten dienen dus middelen, tijd en opleiding te krijgen om er mee aan de
slag te gaan. En eens de iGeneration doorgedrongen is in leerkrachtenbestand
(binnen een vijftal jaar) zal er mogelijks nog meer bottom up druk komen op het
onderwijsbeleid en schooldirecties om doorgedreven werk te maken van
ICT-voorzieningen op school. De realiteit zal uitwijzen in hoeverre de
beleidsmakers hier echt werk van willen maken.
Tip
Sta
me toe om nog een heel praktische tip
voor het ICT-vak van de VUB-lerarenopleiding te geven: laat dit vak in het eerste semester doorgaan, zodat, wat de
studenten hier leerden, kan gebruikt/uitgeprobeerd worden tijdens de stages van
het tweede semester. Er is vaak maar één succeservaring nodig om in iets te
geloven (‘educational vision’) en er blijvend
mee aan de slag te gaan en anderen te enthousiasmeren.
Ik
roep hierbij gelijkgezinden op om dit voorstel mee te ondersteunen door hierop
te reageren, zo is toch ook ooit de Arabische Lente begonnen ! J
O.a. volgende bijdrages op de blog
geven hierover nog meer stof tot nadenken en discussie:
Als de krokodil uit het riool
Bedenkingen bij de conceptnota rond mediawijsheid
Beleid en ICT
Bijkomende praktische info en
lectuur
Boeken van Larry
Rosen:
iDentity (2013)
Bronnen
Rosen, L.D. (2011). Teaching the iGeneration. Educational Leadership,
68(5), 10-15
Rosen,
L.D. (2010). Understanding the iGeneration before the Next Mini-Generation
Arrives. Nieman Foundation for Journalism at Harvard
Leuk blogbericht, ik wilde dezelfde kant opgaan maar helaas was je mij voor.
BeantwoordenVerwijderenIk ga akkoord met de inhoud van Rosen, zelf ben ik ook voorstander van zo veel mogelijk gebruik van ICT in de klas. Waarom? Eenvoudig, ik ben ervan overtuigd dat de toekomst in deze markt ligt. Meer en meer vervangt de machine de menskracht (en zelfs het denken van de mens). Ik vrees wel voor een grotere kloof tussen arm en rijk veroorzaakt door deze evolutie, maar daar kan het onderwijs weinig aan doen (behalve dan de ideologie bijsturen).
Één opmerking wel; je zei het volgende:
"verwachten we dat ze op school gedurende zeven lesuren aandachtig luisteren naar een docerende leerkracht"
Ik weet niet of dit jouw stelling is of die van Rosen, maar ik verwacht dit helemaal niet. We moeten net inspelen op 'task switching' van de leerlingen en voor veel variatie zorgen in de les, zo kan dit stroken met hoe ze buiten school ook 'werken'.
Zeer interessant!
Hey Bruno,
BeantwoordenVerwijderendit is de stelling van Rosen, nl. dat nog veel leerkrachten verwachten dat leerlingen gedurende zeven lesuren aandachtig kunnen luisteren naar een docerende leerkracht. Uiteraard behoor ikzelf niet tot de leerkrachten die er zo over denken...
Hey Bruno,
BeantwoordenVerwijderendit is de stelling van Rosen, nl. dat nog veel leerkrachten verwachten dat leerlingen gedurende zeven lesuren aandachtig kunnen luisteren naar een docerende leerkracht. Uiteraard behoor ikzelf niet tot de leerkrachten die er zo over denken...
Hé Leslie,
BeantwoordenVerwijdereninderdaad heel interessant blogbericht. alles wordt inderdaad misschien te vaak vanuit standpunt van leerkracht bekeken en de visie van leerlingen wordt al te vaak genegeerd. ik ben het met je eens dat we zo dicht mogelijk bij hun leefwereld moeten blijven willen we hun interesse blijvend kunnen opwekken. En ja, ook ik hoor tot de X generatie en geef toe dat ik niet veel kaas van ICT gegeten heb, maar ik ben me er wel van bewust dat het nodig is om ICT te integreren in het onderwijs en ik wil absoluut "de klik maken". Laat ze maar komen met de vormingen. Trouwens er is niets mis om als leerkracht te erkennen dat je ook van je leerlingen veel kan leren op ICT vlak. Tenslotte, ben ik het ook eens met je voorstel om onderwijstechnologie naar een 1ste semester te brengen zodaning dat de opgedane kennis en vaardigheden ook direct kunnen uitgeprobeerd worden in het tweede semester. Vaak heeft een mens tenslotte maar een kleine aanzet nodig om eraan te beginnen!
Goede bijdrage die zowat een samenvatting geeft van de digitale kloof die momenteel heerst. Ik denk om deze te dichten dat er van beide partijen een inspanning vereist is, en misschien nog iets meer vanuit de docentenhoek omdat die uiteraard minder vertrouwd zijn met deze materie (zie tevens mijn blogbericht betreffende het onderzoek aan de universiteit van Utrecht). Als ze debatten voeren over de hervorming van het onderwijs, hoop ik dat de oude garde onder de ministers zeker rekening houden met de digitalisering hiervan.
BeantwoordenVerwijderencollega's, hou bij de planning van het academiejaar aub ook rekening met de studenten die een flexibel programma volgen en de opleiding over meerdere jaren spreiden om ze te kunnen combineren met een job ! Danke ;-)
BeantwoordenVerwijderen