dinsdag 30 april 2013

Technologie in het onderwijs na de hervormingen

-->
In de vorige blogberichten, reacties op het forum en bij gesprekken met andere studenten merkte ik af en toe wat terughoudendheid om digitale technologie in te zetten in het onderwijs. Zelf ervaar ik ook de angst om technologie te gebruiken in mijn lessen gezien ik er steeds vanuit ga dat mijn leerlingen meer ervaring hebben met de nieuwste technologieën dan ik. Uit onderzoek van Thompson (2013) dat collega-student Veronique Beth aanhaalt in haar blogpost, blijkt dat de “technologiewijzen” toch niet zo ervaren zijn als we weleens willen denken en dat er voor de leerkracht een belangrijke taak weggelegd wordt. Uit het onderzoek bleek dat leerlingen eerder enkel gebruik maken van Snelle Communicatie Technologie, waar sociale media bijgerekend wordt net als snelle zoekmachines (‘zo snel mogelijk het juiste antwoord vinden’). Leerkrachten dienen dus de digitale capaciteiten van hun leerlingen niet te overschatten, wat ik eerder wel deed. Maar wat wordt er dan van de leerkracht verwacht in het onderwijs?

Gezien de actuele situatie met mogelijk drastische hervormingen van het onderwijs in Vlaanderen ben ik op zoek gegaan naar recente artikels die een beeld kunnen schetsen van technologie in het onderwijs na de hervormingen.

"Federaal minister van Economie Johan Vande Lanotte benoemde Saskia Van Uffelen tot ‘Digital Champion’ voor België. Ze heeft als taak de digitale vaardigheden te stimuleren in het onderwijs en bij kwetsbare doelgroepen." (Vanbrussel, 27/04/2013) "Het is een deel van een project van Europees commissaris voor Digitalisering Neelie Kroes." (Abbeloos, 26/04/2013)

Saskia Van Uffelen waarschuwt in het artikel voor de achterstand die leerlingen oplopen op het vlak van technologie en informatica. Zo schrapt het Katholieke Onderwijs volgend schooljaar het vak Informatica in het beroeps- en het technisch secundair onderwijs. Het vak zou geïntegreerd worden in andere vakken. Dit lijkt me een zeer slechte beslissing te zijn gezien technologie en informatica toch zeer belangrijk zijn voor leerlingen in het BSO en TSO. Deze leerlingen leren meer vaardigheden en hebben dus zeker een goede basis in technologie nodig om in een bedrijf te kunnen functioneren. Ook in nieuwe technologieën wordt weinig geïnvesteerd bijvoorbeeld voor de praktijkvakken. Bijvoorbeeld 3D-printing, waarbij driedimensionale objecten ‘geprint’ kunnen worden. Deze technologie zal de industrie sterk veranderen. Zo zou de productie van auto-onderdelen radicaal kunnen veranderen. Een ander voorbeeld is bijvoorbeeld lasersnijden, waarbij alle mogelijke vormen via een digitale tekening uitgesneden kunnen worden. Het is noodzakelijk dat deze leerlingen reeds in het onderwijs in aanraking komen met deze nieuwe technologieën, zodat ze in hun carrière later de beste kansen hebben. Als toekomstige leerkracht die zelf graag praktijkvakken zou geven, is er dus zeker een belangrijke taak weggelegd, gezien de onderwijskoepel zelf zeer weinig eisen vastlegt op vlak van nieuwe technologieën.

"Vlaams minister van Onderwijs Pascal Smet heeft de Vlaamse Onderwijsraad gevraagd een nieuwe ICT-strategie uit te denken. Zijn hervormingen zouden in mei concreet vorm krijgen. De nieuwe ICT-strategie zou vanaf 2014 operationeel moeten zijn." (Illgems, 25/04/2013) De Vlaamse minister lijkt te streven naar een nieuwe aanpak. Enkele scholen hebben de tablet al omarmd, deze zouden volgens Pascal Smet een pioniersrol moeten spelen en vooral informatie naar andere scholen moeten delen. Gelukkig blijkt uit het artikel dat er niet enkel gefocust wordt op tablets en andere middelen voor het verwerken van informatie. Zo wil de Vlaamse minister ook jongeren de juiste vaardigheden aanleren om zich te kunnen aanpassen aan de digitale en technologische evoluties.

Maar misschien begint de integratie van technologie en ICT in het onderwijs al bij de lerarenopleiding? Waarom leren wij in deze opleiding nog steeds werken met een bord en krijt? Ook in de bacheloropleidingen lijkt me weinig veranderd te zijn in onderwijstechnieken die leerkrachten krijgen aangeleerd. Wat op zich zeer jammer is, is het opleggen van omgaan met technologie in het onderwijs via leerplannen of andere regels. Het heeft weinig zin wanneer leerkrachten zelf niet vertrouwd zijn met de mogelijkheden binnen de klas. Daarbij kom ik terug bij het begin van deze tekst. Het zelfvertrouwen van leerkrachten in hun omgang met technologie zou volgens mij een stuk hoger liggen als we daadwerkelijk ook geleerd hebben om om te gaan met onderwijstechnologieën, waardoor deze technologieën sneller in de praktijk gebruikt zouden worden. Ik ben dus zeker benieuwd naar de maatregelen die Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet zal doorvoeren bij de lerarenopleidingen en bijscholingsdagen (pedagogische studiedagen).





Abbeloos, F. (26/04/2013). Neelie Kroes commisaris tegen de digitale genderkloof. De Standaard, p. 27.

Illegems, M. (25/04/2013). Pascal Smet wil meer aandacht voor ICT op school tegen 2014. Knack, Datanews.

Thompson, P. (2013). The digital natives as learners: Technology use patterns and approaches to learning. Computers & Education, 65, p.12-33. Volledige tekst beschikbaar op http://www.sciencedirect.com.ezproxy.vub.ac.be:2048/science/article/pii/S0360131513000225

Vanbrussel, E. (27/04/2013). Het Vlaamse onderwijs dreigt diep te vallen. De Morgen, p. 26.




1 opmerking:

  1. Beste Joke, ik vind de insteek van je artikel sterk, maar tegelijk vind ik dat je veel zaken op één hoop gooit, die toch best apart bekeken worden.

    - Wat betreft de schrik die je hebt om als leerkracht ICT in te zetten: gewoon doen als je ervan overtuigd bent dat je jouw leerdoelstellingen efficiënter bereikt door middel van ICT. Maak gebruik van de capaciteiten van je leerlingen, collega's en ict-coördinatoren moest dat nodig zijn. Wacht zeker niet op initiatieven van de overheid, maar ga zelf op zoek naar bijscholingen en informatie.

    - Wat betreft ICT-vaardigheden ben ik het absoluut eens met de beslissing van het VVKSO om Informatica af te schaffen als apart vak. Dit vak ging over tekstverwerking, rekenbladen en andere computervaardigheden die niets met informatica als wetenschap te maken hebben. Deze vaardigheden kunnen wel degelijk verworven worden in andere vakken (een boekbespreking maken op de computer voor Nederlands, met spreadsheets werken in de les economie,...). Niet voor niets noemt de richting Informatica aan de VUB Computerwetenschappen, omdat de term Informatica de wetenschappelijke lading in Vlaanderen niet meer dekt. De onderwerpen die je aanhaalt (3D-printing, lasersnijden) die zogezegd zouden verdwijnen bij de afschaffing van het vak informatica in het TSO & BSO zijn ook onderwerpen die niet eens tot het actueel leerplan van informatica behoren in het BSO of TSO.

    - Ik pleit als computerwetenschapper en wiskundige wel voor een inleidend vak tot de computerwetenschappen voor sterk wetenschappelijke richtingen in de 3de graad van het ASO & TSO. Hierin zou geen concrete toepassingssoftware aan bod komen, maar de absolute basis over programmeren, object-oriëntatie en algoritmiek. Dit vak ontbreekt echt, waardoor een keuze voor een computerwetenschappelijke richting in het hoger onderwijs minder evident is of juist heel onoverwogen gemaakt wordt. Bovendien is een basiskennis computerwetenschappen erg nuttig in elke wetenschappelijke richting.

    - Over de rol van ICT in de lerarenopleiding verwijs ik je graag naar mijn artikel op deze blog :).

    Vele groeten,
    Filip

    BeantwoordenVerwijderen