woensdag 30 maart 2016

Exergaming tijdens de lessen LO


Samenvatting
Exergames, ofwel actieve videospelletjes, worden gezien als een mogelijke oplossing om de fysieke activiteit van kinderen te verbeteren aangezien het de beweging van het volledige lichaam vereist. Exergaming strekt zich uit van spelletjes thuis tot in de opvoedingssector, zoals de lessen lichamelijke opvoeding.
Deze studie is een kwalitatief onderzoek bij twee lagere school leerkrachten Lichamelijke Opvoeding, met ervaring in het lesgeven, maar nieuw in het concept 'exergaming', die een reflectie geven op een zes weken durend programma in exergaming tijdens de lessen LO.
Twee klassen (n=65) gebruikten een gevarieerd aanbod van exergames die verschillende aspecten van fysieke fitheid benadrukten zoals flexibiliteit, evenwicht en posturale stabiliteit, cardiovasculaire fitheid, ritmische coördinatie en hand-oog coördinatie. De gebruikte exergames waren iDance, WiiFit Plus, XR-Board en Lightspace. De leerlingen maakten hier vijf tot zes dagen per week gebruik van, gedurende zes weken, voor een half uur per dag. Ze moesten hier een persoonlijk logboek van bijhouden van hun prestaties, alsook welke vaardigheden makkelijk waren en welke ze konden verbeteren.

Men ging kijken naar volgende thema's: motivatie van de leerling, variëteit en individuele noden, verantwoording en zelfbewustzijn, en uitdagingen.

In het algemeen waren de leerkrachten zeer tevreden. Op het begin hadden ze schrik dat de tijdsduur te lang was, maar ze zagen net meer enthousiasme van de leerlingen gedurende het programma. Toch verkiezen ze in de toekomst voor een kortere periode en een meer gedetailleerde uitleg bij het materiaal. De grootste voorkeur ging bij beide leerkrachten naar de iDance, omdat deze toch wel het zwaarste was. Dit was te zien aan de verhoogde hartslag en energie-uitgaven (de kinderen droegen pedometers en hartslagmeters). Het XR-Board was dan weer de moeilijkste exergame.
Het enthousiasme was zeer hoog, dit was al zo tijdens de gewone LO-lessen, maar velen waren geïnteresseerd in het exergamen, aangezien ze thuis ook al een spelconsole hadden, andere vonden het dan weer een groot privilege dat zij de mogelijkheid hiertoe kregen in de les.
"T1: It was really highly motivating for them; they were really into exergaming. I thought that, depending on what station they were at, the engagement for all of them was almost equal, it didn’t matter what station they were at, they were all excited."
Zeker nadat de leerlingen hun prestaties ook zagen verbeteren waren ze zeer enthousiast, en dit zorgde ook voor een verhoging van hun hartslag.

Beide leerkracht vonden het aantal exergames nuttig om ook de band met de klas te behouden. Ook de diversiteit van interesse was hoog. Elk toestel voldeed ook aan een andere motorische vaardigheid, wat goed was voor de afwisseling van de leerlingen. De toestellen gaven ook meteen feedback en uitleg aan de leerlingen zodat de leerkracht minder noodzakelijk was en deze hun aandacht konden geven aan de leerlingen die het echt nodig hadden.

De leerlingen moesten dus een logboek bijhouden hoe zij het deden tijdens elke activiteit in de klas, deze waren altijd beschikbaar voor de leerkrachten en zij hadden dus ook een zicht op elke leerling. In plaats van gewoon de scores te noteren, moesten de leerlingen hun resultaten ook kritisch reflecteren en zoeken hoe ze dit konden verbeteren naar de volgende les toe. Dit hielp de leerlingen een gevoel van verantwoording te creëren over hun eigen fitheid, beschreven door T2 als:
"The accountability it gave to the kids was well worth it because then they didn’t feel like they were just going up there [to the CERC] to play; they were going there for learning, to learn about it, and then to record what they did, and then to build on that result to improve on what they’ve done already in their performance."
De zelfreflectie in het logboek zorgde voor een stijging in het zelfbewustzijn van de fitheid van de leerlingen. Ze begonnen na een tijd de feedback beter te begrijpen en kregen meer inzicht wat alle getallen betekenden, zo gingen ze hier meer op letten en deden nog harder hun best om hun resultaten te verbeteren. Zo gingen ze ook connecties maken van vaardigheden die ze hebben geleerd tijdens het exergamen en hoe ze dit konden overbrengen naar andere fysieke activiteiten (bv. XR-board <-> snowboarden).

Het exergamen heeft veel voordelen, maar natuurlijk zijn er ook bepaalde beperkingen. Eén grote beperking is de constante evolutie van de technologie, waardoor het moeilijk is om het materiaal up to date te houden. Niet elke school kan zich zo'n duur materiaal veroorloven, maar ook moet de ruimte aanwezig zijn om deze apparaten te vestigen. Een ander klein detail zijn de batterijen die gebruikt moeten worden voor de consoles en controllers.
Als laatste was er nog de kennis van de leerkrachten van het materiaal. Wanneer er iets fout loopt, moeten zij ook kunnen ingrijpen. Jammer genoeg zijn zij meestal niet meteen in staat om dit te repareren en dan staan de kinderen rond de leerkracht te wachten tot dit in orde is. Hierlangs duurt het ook nog een bepaalde tijd eer alles is opgezet en afgesloten.


Kritische reflectie
Alles evolueert, zo ook de sport, nieuwe trends binnen de sport en fitness en bewegen, en ik vind dat we mee moeten gaan met de tijd. Exergaming is hier een onderdeel van. Steeds meer kinderen en studenten hebben een spelconsole bij hun thuis en spenderen, naast televisie kijken, hier veel tijd aan. Door gebruik te maken van exergames tijdens de lessen LO krijgen de leerlingen een zicht op andere soort spellen waarbij het lichaam de controller is en kunnen deze ideeën ook mee naar huis nemen en hier verder beoefenen.
In dit artikel wordt er getest bij lagere school kinderen. Ik denk dat hier de drempel ook lager ligt ten opzichte van tieners/pubers om over te schakelen naar consoles zoals een Wii (fit) of een Xbox Kinect, omdat zij hier ook gewoonweg meer plezier aan beleven.
Ik zou hier zelf maar enkele lessen per schooljaar tijd aan besteden, de leerlingen een volledige uitleg geven over het materiaal, zodat ze hier verder mee overweg kunnen de komende lessen. Een andere optie is dat ze hier ook gebruik van kunnen maken tijdens de middagpauzes. Indien ze een goede uitleg hebben gekregen en weten hoe dit werkt, mag dit geen probleem zijn. Natuurlijk moet, zoals hierboven vermeld, er ook ruimte zijn om dit te installeren en moet het budget van de school dit ook toelaten. Een andere optie is, zover het mogelijk is, met andere scholen samenwerken en iedere school heeft een bepaalde tijd de exergames ter beschikking. Zo blijft dit ook vernieuwend en worden de kosten gedeeld. Deze vernieuwing zorgt ook voor meer enthousiasme en dit enthousiasme zorgt weer voor meer inzet en dus een betere fysieke activiteit tijdens de lessen.
Wat ik ook zeer nuttig vind, is dat de leerlingen meteen feedback krijgen van de apparatuur en ook een beter zicht hebben in o.a. cijfers hoe hun fysieke fitheid gesteld is, zo heeft de leerkracht ook tijd om de mindere leerlingen bij te sturen.
Ik ben dus zeker fan van exergaming, maar denk dat dit nog in hun kinderschoentjes staat, zeker betreft de kennis van de huidige generatie LO-leerkrachten. Er zijn nog teveel nadelen aan gebonden t.o.v. de voordelen. Toch verkies ik voor een stille opmars van het exergamen. Het grootste probleem is volgens mij het budget en de ruimte.

Referentie
Sheehan, D. P. (2015). Exergaming and physical education : A qualitative examination from the teachers ’ perspectives, 4, 1–14.

1 opmerking:

  1. Ik ben ook voorstander van de invoer van exergames in LO-lessen, omdat het lesmateriaal mee moet evolueren met de nieuwe technologieën en materialen die kinderen thuis en in andere lessen hebben. Ik vind het positief dat er, tijdens het onderzoek, verschillende standen waren zodat de leerlingen aan verschillende vaardigheden konden werken. Een ander positief aspect van het onderzoek vind ik het feit dat de leerlingen hun eigen resultaten kritisch moesten reflecteren en moesten nadenken over hoe ze die resultaten konden verbeteren. De leerlingen zijn zo niet alleen fysiek actief, maar zijn ook verplicht om na te denken over hun fitheid en vaardigheden. “Zo gingen ze ook connecties maken van vaardigheden die ze hebben geleerd tijdens het exergamen en hoe ze dit konden overbrengen naar andere fysieke activiteiten” vind ik misschien nog wel het belangrijkste deel van het onderzoek. Doordat leerlingen de vaardigheden, die ze leren tijdens LO-lessen, meenemen buiten de schoolmuren, hebben ze volgens mij meer kans om een levenslange, fitte levensstijl te ontwikkelen. Dit aspect is tegenwoordig enorm belangrijk in een wereld met een groeiend obesitasprobleem.

    Je lost het probleem van de kosten goed op door voor te stellen om de (kosten van de) exergames te delen met naburige scholen. De ruimte voor de exergames blijft natuurlijk wel nog een probleem voor scholen die geen eigen sportzaal ter beschikking hebben, maar hierover kunnen misschien wel goede afspraken gemaakt worden met de verantwoordelijken van publieke sportzalen?

    Ik denk dat vooral oudere LO-leerkrachten het moeilijk zullen hebben om de exergames te integreren in hun lessen omdat ze uiteraard al jaren ‘traditionele’ lessen geven en niet veel kennis hebben van de exergames. Hiervoor kunnen misschien bijscholingen georganiseerd worden om deze leerkrachten kennis te laten maken met exergames die interessant zijn om te gebruiken tijdens LO-lessen.

    Nieuwe technologieën, bijvoorbeeld de smartboards, hebben hun weg al gevonden naar de theorielessen. Daarom denk ik dat het niet lang zal duren vooraleer ze ook hun weg vinden naar LO-lessen.

    BeantwoordenVerwijderen