Samenvatting: In het artikel “Moving Students from Digital
Citizenship to Digital Leadership” (2015) van Terry Heick wordt de overgang van
digitale burgers naar digitale leiders kort beschreven. Het eerste wat ik me
afvroeg toen ik de titel las, was het volgende: Hoe verschillen digitale
burgers en digitale leiders van elkaar en hoe verbind je dit met een
klascontext? Kort samengevat: digitaal burgerschap verwijst naar respectvol en
verantwoordelijk gedrag in de digitale wereld. Digitale leiders zijn
daarentegen digital citizens die een
maatschappelijke of sociale verandering teweegbrengen. De volgende vraag wordt
in deze blog onder de loep genomen: Hoe kunnen leerlingen zich als digitale
leiders profileren?
Leerlingen
als nieuwe burgers
Iedereen kan
als digitale burger worden gezien, omdat we haast dagelijks in contact komen
met het internet, sociale media,… Net zoals in de offline-wereld gelden er bepaalde
waarden in de digitale wereld. Terry Heick gaf enkele jaren geleden de
volgende beschrijving van het digitaal burgerschap in “The Definition Of Digital Citizenship” (2013): “[T]he self-monitored habits that sustain and
improve the digital
communities you enjoy or depend on.”
Volgens Terry Heick is deze term
onontbeerlijk in het onderwijs aangezien studenten meer en meer digitaal met
elkaar interageren. Kortom, onze klassen worden dus al enige tijd door digitale
burgers bevolkt. Om deze reden zouden leerkrachten onder meer moeten wijzen op
het privacybeleid, het kunnen identificeren van spams en onveilige websites,
het vermijden van cyberpesten, het respecteren van andermans visie op het
internet, … In Digital Citizenschip in
Schools (2007) stelt Mark Ribble dat leraars een bepaalde structuur moeten
aanbrengen om het digitaal gedrag van leerlingen in de juiste richting te
sturen (2007, 9). Zijn boodschap is duidelijk:
It’s not
an understatement to say that the digital world has changed how we behave and
function as citizens of the “real world” […] As educators, we must prepare
students to live in a world without physical boundaries […] “Citizenship” in
this sense takes on a new meaning beyond our normal understanding of
geographical nations, states and communities. Indeed, this new citizenship is
global in nature (Ribble 2007, 12).
Volgens Terry Heick gaat het niet alleen om
bewustwording van de digitale wereld en de normen en waarden die hierin gelden,
maar moet er ook sprake zijn van een overgang naar digital leadership. Waarin ligt nu het verschil tussen een digitale
burger en een digitale leider?
Aan de
overkant van het eigen ik
De
bovenstaande afbeelding van Sylvia Duckworth zet de verschillen tussen digitale
burgers en leiders op een rijtje. Een digitale leider is eigenlijk een
geëngageerde burger die bepaalde zaken aankaart en zo door zijn of haar
digitaal gedrag een verandering uitlokt. Dit klinkt allemaal vrij abstract en
in “Moving Students from Digital Citizenship to Digital Leadership” (2015)
worden geen concrete voorbeelden van zulke leiders gegeven. Er wordt wel
vermeld dat empathie bepalend is voor de overgang van een burger naar
leiderfiguur. Dit houdt in dat digitale leiders over de grenzen van het eigen
ik kijken en zich inzetten voor anderen in de digitale wereld. Anders gezegd:
het digitaal gedrag beperkt zich niet alleen tot het surfen voor eigen plezier
of kennisdrang, maar komt de digitale gemeenschap ten goede. Dit klinkt
allemaal erg mooi, maar hoe kan deze visie over digitale leiders aan de
onderwijspraktijk worden gelinkt?
Omdat ik op
mijn honger bleef zitten over de concrete betekenis van digitale leiders
richtte ik me voor mogelijke antwoorden naar de websites van George Couros en Jennifer
Casa-Todd. Couros schreef het volgende in “Digital
Leadership Defined” (2013): “Just being “citizens” online is the average; kids already exist online.
We
should be pushing for much more than this.” Dit “much
more” gaat over het aangrijpen van digitale mogelijkheden om een stem te
creëren voor anderen. Enkele voorbeelden van digitale leiders:
1.
De
Amerikaanse tiener Jeremiah Anthony startte in 2011 een twitteraccount
“westhighbros”. Dit twitteraccount geeft complimenten aan mensen die men in de
bloemetjes wil zetten. Jeremiah kan door zijn account een groot verschil maken
in het online-leven van anderen. Zijn gedrag als digitale burger wordt als
tegenvoeter van cyberpesten gezien en heeft sinds de opstart een grote
reikwijdte gekregen.
2.
De Schotse Martha
Payne kreeg internationale aandacht door haar blog “NeverSeconds”. Op deze blog
post Marthe dagelijks een foto van de lunch die op haar school wordt
voorgeschoteld. Ze geeft elke maaltijd een punt op een “food-o-meter” en
beschrijft iedere maaltijd uitvoerig (van de prijs die ze moet betalen tot het
aantal haren dat ze aantreft in haar maaltijd). Er verschenen artikels over
haar in The Guardian en kok Jami Oliver betuigde op zijn twitteraccount zijn
steun aan haar blog. Martha’s school probeerde aanvankelijk haar blogberichten
te censureren, maar door haar digitale stem is er nu meer aandacht voor gezondere
maaltijden.
Andere voorbeelden van
digitale leiders worden door Jennifer Casa-Todd in haar blogbericht “Moving from Digital Citizenship to Leadership” (2015) vermeld. Haar volgende vraag over digitale
leiders is inspirerend: “Yes, these
students are perhaps the exception, rather than the norm right now, but how do
we help kids see the potential of social media as a way to develop
more positive digital identities and do good in the world?” (Casa-Todd 2015). Mark Anderson toont dat de school een grote steun kan
bieden voor het creëren van digitale leiders. Hij spreekt in zijn artikel “Digital Leader
Academy“ (2016) namelijk over verschillende leidergroepen of “student digital leader groups” die door
scholen worden georganiseerd en een platform bieden voor de uitwisseling van
ideeën. Anderson probeert overigens
om met de oprichting van een “Digital Leader Aacedemy” leerlingen uit
verschillende scholen te verzamelen, zodat zij een voorbeeld kunnen zijn voor
anderen en zodat zij als digitale leiders succesverhalen kunnen boeken.
Schipperen tussen menselijk en digitaal contact
Als leerkrachte tracht ik na te gaan welke meningen er
in me schuilen als ik naar de groeiende rol van technologie in het onderwijs en
in de maatschappij kijk. Ik zal de toenemende rol van de digitale wereld in het
onderwijs wellicht niet bejubelen door een aantal twijfels. Als taallerares
vraag ik me namelijk af of een grotere digitale input niet tot een mogelijke
taalachterstand zou kunnen leiden. Bovendien kan het zijn dat een toevloed aan
technologie in het leerproces een onevenwicht tussen de leerlingen in de hand werkt.
Hierbij denk ik aan de leerlingen die thuis geen gebruik kunnen maken van een
computer. Ik vrees stiekem voor een wereld waarin jongeren het saai vinden om
in de natuur te ravotten, omdat ze druk in de weer zijn met één van hun
digitale accounts. Kortom, ik wil graag een evenwicht behouden tussen menselijk
en digitaal contact. Verhalen over Jeremiah en Martha (lees: de digitale
leiders) intrigeren me echter en zorgen voor een positieve kijk op de mogelijkheden
van de digitale wereld. Het is immers interessant
om zelf als leerkracht iets te leren van deze leerlingen. Nu ik op de hoogte
ben van het “digital citizenship” zal
ik voornamelijk de volgende vraag voor ogen houden wanneer ik het klaslokaal na
de paasvakantie zal betreden: Zitten er in mijn klas digitale leiders van
morgen?
Bronvermelding
Casa-Todd, J. (2015). Endless Possibilities:
Reflections and Resources, a Learning
Journey. “Moving from Digital Citizenship to Leadership”. http://jcasatodd.com/?p=390. Geraadpleegd op 29 maart 2016.
Couros, G. (2013). The
Principal of Change: Stories of Learning and Leading. “Digital
Leadership Defined”. http://georgecouros.ca/blog/archives/3584. Geraadpleegd op 30 maart 2016.
Heick, T. (2013). „The Definition of Digital
Citizenship”.
http://www.teachthought.com/the-future-of-learning/digital-citizenship-the-future-of-learning/the-definition-of-digital-citzenship/ Geraadpleegd op 29 maart 2016.
Heick,
T. (2015). “Moving Students From Digital Citizenship To Digital Leadership”.
http://www.teachthought.com/the-future-of-learning/digital-citizenship-the-future-of-learning/moving-students-from-digital-citizenship-to-digital-leadership/ Geraadpleegd op 28 maart
2016.
Payne, M. NeverSeconds: One primary school pupil's
daily dose of school dinners.
http://neverseconds.blogspot.be/ Geraadpleegd op 29 maart 2016.
Ribble, M. (2007). Digital
Citizenship in Schools. USA: ISTE.
TeachThoughtStaff (2016). “9 Rules for Digital
Citizenship”.
http://www.teachthought.com/the-future-of-learning/digital-citizenship-the-future-of-learning/9-rules-digital-citizenship/ Geraadpleegd op 29 maart 2016.
Westhighbros.
https://twitter.com/westhighbros
Deze reactie is verwijderd door de auteur.
BeantwoordenVerwijderenDag Rosanne,
BeantwoordenVerwijderenInteressant artikel dat je geschreven hebt!
Reeds voor ik aan het einde van je artikel beland was, stelde ik mezelf dezelfde vraag: Wil ik de toenemende digitale rol in het onderwijs wel bejubelen?. Zeker in functie van de talen (Nederlands en Duits) die ik geef. Mijn conclusie was dezelfde als jou: Verhalen over digitale leider intrigeren me en zorgen voor een positieve kijk op de mogelijkheden van de digitale wereld. Digitale leiders intrigeren niet alleen mij, maar ook de leerlingen. Ik maakte laatst gebruik van een artikel van Alice Elliott. Zij is 17 jaar oud (een laatstejaarsstudente) en ‘zou momenteel wel eens goed op weg kunnen zijn om de nieuwe Vlaamse Tavi Gevinson te worden: jong, getalenteerd en ondernemend’. Zij schrijft over alles wat haar inspireert. Het artikel dat in mijn les aan bod kwam, was het artikel ‘Acht jaar Frans, et alors?’. In dit artikel beschrijft zij hoe je als leerling de eindtermen van Frans haalt en je toch na acht jaar Frans niet kan spreken met een Waal over het weer. Ikzelf was onder de indruk van het artikel, aangezien ik dat gevoel ook had na het secundair onderwijs, maar mijn leerlingen waren nog tienduizend keer meer onder de indruk. Niet alleen omdat ze de mening van Alice deelden, maar ook omdat een leeftijdsgenote van hen zo een teksten kan schrijven. Ze lazen de tekst met plezier door, er werd over gediscussieerd, ze maakten de oefening, … Doel bereikt: ook de leerlingen in mijn klas denken na over wat ze met technologie kunnen doen (naast het enkel communiceren via Facebook). Ik hoop dat ik met deze tekst ten eerste leerlingen warm gemaakt heb om nog zo’n teksten te lezen (kan zeker niet slecht zijn om nieuwe woordenschat op te pikken) en daarnaast hoop ik dat er misschien inderdaad enkele digitale leiders in mijn klassen verstopt zitten.
Ik ben net als jou een enorme voorstander van ravotten in de tuin. Niet dat ik het zelf de hele tijd zou doen, maar, als voormalig leidster van een jeugdbeweging, heb ik niet liever dat jongeren hun GSM op de zijkant leggen en hun digitale wereld even verlaten om gewoon te bewegen. Het moet toch mogelijk zijn om buiten (niet in een klaslokaal) ook iets bij te brengen. Zo stootte ik op het concept ‘Dirty Teaching’. De naam zelf is heel tof gevonden. Het is een handleiding voor beginners dat gaat over leren, maar dan outdoor. Het is creatief omgaan met de inhoud van de les dat een positieve invloed heeft op de inzet van de leerlingen. In het kader van een onderzoek op mijn stageschool ben ik momenteel ook zo’n spel aan het uitwerken. Ik sta er nog niet heel ver mee, maar hoop iets uit te werken dat voor elk vak gebruikt kan worden. Zo kunnen de leerkrachten van alle vakken dit hanteren zonder enorm veel aan te passen.
Met deze reactie wou ik aantonen dat ook ik mijn vragen heb bij de technologische vooruitgang in het onderwijs. Alleszins kan ik wel zeggen dat ik mijn klasdeur meer en meer op een grotere kier zet, niet enkel om de technologie op te nemen in mijn lessen, maar ook om de leerlingen een kans te geven af en toe eens buiten te gaan.