zaterdag 31 december 2011
Mindmapping: softwaretool of kleurstiften en papier?
ICT-integratie in Europese scholen
Het Eurydice Netwerk vergaart informatie omtrent het onderwijs in Europese landen. In het recentste onderzoek van 2011 word de focus gelegd op de mate waarin de evolutie in het ICT gebruik een impact heeft op de gebruikte onderwijsmethodes, leerinhouden en evaluatiemethodes. De resultaten zijn gebaseerd op onderzoeksgegevens uit de EU-lidstaten en Ijsland, Liechtenstein, Noorwegen en Turkije).
Er werd ondermeer onderzocht in welke mate computers en internet beschikbaar zijn, in hoeverre het computergebruik thuis gerelateerd is aan schoolopdrachten, hoe ICT gepromoot wordt om als onderwijsmiddel in te zetten, de aanwezigheid van ICT materiaal in scholen, in hoeverre de leerkrachten kunnen omgaan met de software en in welke mate ze hun vaardigheden hebben opgebouwd of trachten bij te scholen
- Er is een stijging voor het aantal huishoudens met kinderen die toegang hebben tot een computer én internet. Deze stijging is zichtbaar voor ieder land, zo stijgt men in België van 75% in 2006 naar 87% in 2009.
- Leerlingen maken vaker gebruik van een computer thuis dan op school. Het blijkt echter wel zo dat het gebruik van de computer thuis eerder dient als entertainment dan voor schoolgerelateerde activiteiten: 83% van de ondervraagde 15-jarigen gebruikt de computer thuis voor entertainment en ontspanning, slechts 46% doet dit om huiswerk op te lossen.
- Bij wetenschapsvakken blijft dat 60% van de leerlingen nooit een computer moesten gebruiken van hun leerkracht om een natuurlijk fenomeen te bestuderen of de procedure van een experiment op te zoeken.
- Uit PISA 2009 resultaten blijkt dat minstens 50% van de studenten in een school zitten waar men 1 computer per 2 leerlingen ter beschikking heeft. Ten opzichte van hun resultaten uit 2000 is dit enorm gestegen (1computer per 25 à 90 leerlingen).
- Er wordt verwacht dat leerkrachten de nodige ICT vaardigheden opdoen bij hun eerste opleiding, maar er blijkt toch een probleem te zijn in het vinden van voldoende ICT-geletterde leerkrachten.
-------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Bij een onderzoek vind ik het altijd wel wat ‘tricky’ om de opgegeven bevindingen zomaar te aanvaarden, vermits er vaak onderzoeksfouten aan bod komen. In dit onderzoek werden ook geregeld enkele landen niet betrokken bij een bepaalde hypothese, zoals België niet betrokken werd bij ‘meer computer thuis dan op school’. Daarnaast is het ook moeilijk om Europese landen te vergelijken op vlak van onderwijs, wegens de verschillende vormen.
Rekening houdend met de technologische vooruitgang en de toch wel merkbare achterstand in het onderwijs om hierop in te pikken, lijkt het me wel belangrijk om zo’n ‘één computer per twee leerlingen’- ratio na te streven. Als men in de leerplannen ICT als vakoverschrijdende eindtermen wenst te benadrukken, moeten de middelen wel degelijk aanwezig zijn om dit te kunnen verwezenlijken. Dit is inderdaad niet altijd even makkelijk, rekening houdend met het budget, de nodige ruimte en vakkennis.
Ik las in een onderzoek (OIVO, 2011) dat reeds 91% van de jongeren (tussen 10 en 17jaar) een gsm bezit. Op zich lijkt dit nog normaal, ervan uitgaand dat het hier niet om een gelijke verdeling gaat, met het kleinste aandeel bij de 10jarigen. Echter, 2 op 3 jongeren van 10 jaar bezit reeds een gsm, in vergelijking met 2009 is dit aandeel gestegen met 21%. Ik vind het echt absurd dat jongeren reeds in de basisschool een gsm op zak zouden hebben. Ok, de tijden veranderen, maar er moeten toch nog enkele grenzen getrokken worden. Waarvoor heeft men op zo’n jonge leeftijd een gsm nodig? Het lijkt me hoe dan ook overbodig. Zelfs 59% van de geïnterviewde jongeren geven toe dat ze hun gsm al eens in de klas gebruikt hebben. Moeten we hierover verbaasd zijn of het eerder beschouwen als een opportuniteit en trachten om het gsmgebruik te integreren in het klasgebeuren? Het lijkt me alvast een moeilijke opdracht om zo’n integratie goed te laten verlopen.
Er werden voor dit onderzoek 2862 kwantitatieve interviews afgenomen d.m.v. een schriftelijke vragenlijst bij franstalige en nederlandstalige leerlingen (10-17 jaar) van het lager en secundair onderwijs in heel België. Het onderzoek werd door OIVO afgenomen in de klas zelf in de periode oktober-december 2010 en januari 2011.
De bevinding over het computergebruik thuis, zijnde meer gerelateerd aan entertainment- dan schoolactiviteiten, vond ik niet echt verrassend vermits ik de toegang tot een computer voor jongeren wel interessant vind, maar het baart me enerzijds toch zorgen. Ik herinner me nog dat ik als klein meisje Miel monteur, Freddy Fish en Guus in Cyberstad speelde. Geweldig vond ik dat. Je oefende ludiek wat rekensommetjes, ging op avontuur, e.d. Als ik nu rondkijk in mijn familie zie ik kleine neefjes van 5 jaar reeds op vechtspelletjes spelen op de computer. Dat is al geen goed begin... Ik ken iemand die een gameverslaving heeft opgebouwd met een psychose tot gevolg, om niet te spreken over de sociale achterstand die dat teweegbrengt. (Misschien moet ik hiervoor best een nieuwe blogpost plaatsen, want ik begin wat af te wijken.)
Als toekomstige leerkracht denk ik dat ik nog veel aan zelfstudie zal moeten doen, opdat ik qua ICT-niveau op eenzelfde lijn zou staan als leerlingen uit het middelbaar. Het lijkt me niet meer dan normaal om van leerkrachten te verwachten dat ze toch een gemiddelde kennis hebben van de ICT mogelijkheden in plaats van slechts een basiskennis van de Officepakketten. Je kan inderdaad zeggen dat je voor je vak niet meer nodig hebt dan bijvoorbeeld Microsoft Word om je cursus te typen, maar de taak van de leerkracht gaat toch veel verder dan enkel het samenstellen van een leerkracht. Collega’s hadden het hier ook reeds aangehaald dat het ook belangrijk is om leerlingen te wijzen op het belang van privacy op het internet. Daarnaast zijn er zovele snufjes die zouden kunnen helpen bij het verwerkingsproces van de leerlingen en ik vind dat het aan de leerkracht is om je best te doen om dit ook aan je leerlingen te proberen over te brengen.
Key Data on Learning and Innovation through ICT at School in Europe 2011, Europese Commissie (2011) http://www.ond.vlaanderen.be/ict/onderzoek/files/Key_Data_ICT_in_Education_2011.pdf en http://www.ond.vlaanderen.be/ict/onderzoek/files/KD_ICT_Highlights.pdfEU rapport over ICT integratie in Europese scholen http://www.edublogs.be/
OIVO, http://www.oivo.be/index.php?mode=document&id_doc=6228&lang=nl (pdf bestand: http://www.oivo-crioc.org/files/nl/6228nl.pdf)
dinsdag 27 december 2011
ICT vanaf de lagere school
De onderwijsmethode van de lerares uit de video is gebaseerd op een studie van de universiteit van Helsinki. Het gaat hier om progressive thinking dat weergegeven is in het schema. De wetenschappers geloven dat ze zo aan een “deeper kind of thinking” geraken en dat ze dan ook beter voorbereid zijn op de samenleving.
De vastgestelde voordelen zijn:
- er is geen les voorzien voor ICT want die wordt constant gebruikt in de klas;
- de leerlingen zijn er zich niet van bewust dat ze ICT gebruiken wat een natuurlijker gebruik bevordert;
- de leerlingen leren kritischer omgaan met de informatie die ze vinden;
- de leerlingen leren samenwerken en elkaar helpen;
- de rol van de leerkracht verandert: hij is niet meer de ‘alwetende’ leerkracht, maar hij wordt een moderator die de kinderen in de goeie richting stuurt;
- zoals de lerares zegt, gaat het om progressif learning. Daarmee wordt bedoeld dat leren een proces is. De computer kan dat weergeven, wat de situering van de leerlingen in dat proces vergemakkelijkt voor de leerkracht.
Leerkrachten die niet met nieuwe technologie willen werken, zijn volgens mij bang om de controle over hun klas te verliezen. Maar de leerlingen zijn verandert en kennen meer stimuli dan ooit te voren dus je moet ze als leerkracht ook op al die vlakken kunnen en willen stimuleren. Dat is ook wat gebeurt in de video. De leerlingen gaan op uitstap, ze werken op de computer, ze tekenen, etc. Daarom vind ik dat leerlingen van het secundair onderwijs ook op verscheidene manieren gemotiveerd moeten worden. Leerlingen willen geen ‘alwetende’ leerkracht meer: wat ze niet weten zoeken ze op zonder dat de leerkracht er ergens voor tussenkomt. De leerkracht moet dus aanvaarden dat hij of zij een nieuwe rol toegeschreven heeft gekregen, namelijk die van wegwijzer. Daarmee bedoel ik dat hij ze moet helpen om informatie te selecteren en om kritisch na te denken over wat ze vinden aangezien niet alles altijd even betrouwbaar is.
Een belangrijk aspect dat in het filmpje wordt weergeven, is dat er maar negen computers zijn voor een vijftiental leerlingen. Dat betekent dat de verhouding niet één leerling – één computer is, waardoor ze moeten overeenkomen over wie de computer wanneer mag gebruiken. Dat is volgens mij ook positief omdat ICT niet centraal mag staan in de les. ICT moet een medium zijn om de les interactiever en interessanter te maken.
zaterdag 24 december 2011
Leerkrachten met leerlingen als Facebook-vriend
Reflectie
Stemkastjes in je les: meerwaarde of niet?
Cloud computing: The easy way out?
Vele van de zorgen in het onderwijs met betrekking tot ICT gaan over de veranderingen en de moeilijkheid hiervan. Daarom stelt men cloud computing voor.
Cloud computing is
een ICT-ontwikkeling waarmee alle functionaliteiten en gegevens die gebruikt
worden beschikbaar worden gemaakt via de internetbrowser. Dit zorgt dat de
technische kennis niet meer vanuit de scholen moet komen en ze zich dan ook
geen zorgen moeten maken over een beheerder van het hele netwerk aan te
stellen. Het voordeel hier is dat er wat kopzorgen verdwijnen en dat er meer
tijd en geld in andere zaken gestoken kan worden.
Het concept van cloud computing is niet nieuw, denk aan smartschool, maar het
aanbod groeit zeer snel. Het gaat over verschillende diensten relevant voor het
onderwijs zoals leerlingvolgsysteem, administratie, communicatie en
bestandenopslag voor samenwerkende groepen van mensen. Ze helpen ook bij het gebruik van digitaal
leermateriaal en digitale schoolborden.
http://www.youtube.com/watch?v=WPmsWD7C0mo&feature=player_embedded
Voordelen:
-minder kennis nodig ICT
-plaatsonafhankelijk werken
-samenwerken een bestanden
- eventueel gratis voor onderwijs
-grote opslagcapaciteit
-privacy
-samenwerking nodig tussen verschillende clouddiensten.
Cloud computing biedt vele mogelijkheden voor scholen met een lage kennis van ICT en die weinig in ICT willen investeren. De scholen die hiervan gebruik maken zijn echter enorm afhankelijk van de clouddiensten en kunnen amper personaliseren. Het zijn enkel standaardprogramma’s die niet specifiek aangepast kunnen worden aan de noden en behoeften van de school en leerlingen.
Wel een goed vertrekpunt voor een school die net begint of denkt aan een ICT-uitbreiding.
Bron:
http://www.cloudcamper.be/onderwijs
Gewoon speciaal ICT
“The most profound technologies are those that disappear. They weave themselves into the fabric of everyday life until they are indistinguishable from it”.- Mark Weiser
Bronnen:
http://www.ipon.nl/gewoon-speciaal
vrijdag 23 december 2011
Minister Lieten steunt projecten dichten digitale kloof
Via Mediaargus: http://academic.mediargus.be/pg/article/download?format=HTML&mediargus_id=44457854
Daarnaast wil vzw Educentrum meewerken aan het vormen van 'wijze mediaklassen'. Klassen uit het lager onderwijs en de eerste graad secundair onderwijs zullen de kans krijgen om via creatieve workshops een kritische houding aan te nemen t.o.v. media.
Dit filmpje is een hulpmiddel voor doven en slechthorende. Tip voor de ongeduldige kijker: vanaf 3:33 wordt het leuk.
Digitale vaardigheden en kennis worden steeds belangrijker in onze samenleving. E-competenties bepalen onze kansen op de arbeidsmarkt, de beleving van onze cultuur en onze sociale banden (facebook, twitter, ...). Hoewel sommigen deze keuze van Minister Lieten bestempelen als Sinterklaaspolitiek of geldmorsen in tijden van budgetaire crises (cfr. http://www.tijd.be/reactie/9139406-3137-0), moeten deze maatregelen volgens mij gezien worden als een preventieve actie tegen werkloosheid, afkeringheid t.o.v. ICT en de desintegratie van bepaalde groepen.
donderdag 22 december 2011
Voor wanneer is het tijdperk van Open source in het onderwijs ?
Het is niet te geloven dat zo een vraag werd afgewezen. Open source software heeft heel veel voordelen te bieden, onder andere:
- Gratis
- Geen beperkingen
- Flexibilteit
- Aanpasbaarheid
Daarboven zou het gebruik van open source software bijdragen tot een beter onderwijs dat gericht is op gelijke kansen, welke de doelstellingen zijn van Pascal Smet, minister van Onderwijs. Vele leerlingen hebben geen Microsoft Office thuis omdat de ouders het niet kunnen betalen. Het is vaak een probleem omdat ze op school worden opgeleid om Microsoft Office te kunnen gebruiken en niets anders. Die kunnen dan thuis niet degelijk hun open source software gebruiken. Uit ervaring weten ze zelfs niet waar ze de filename extension kunnen veranderen. Dit zorgt voor vele problemen bvb. de leerlingen maken een presentatie thuis voor een vak en op de dag van de presentatie kunnen ze het niet gebruiken omdat de computers op school alleen maar beschikken over Microsoft Office.
Men wil allerlei besparingen maken, maar een mogelijkheid om dit te doen wordt niet benut. Dit zou willen zeggen dat men in tijden van besparingen meer geld zou uitgeven en tegelijkertijd minder gelijke kansen zou creëren in het onderwijs.
Bron: http://datanews.knack.be/ict/nieuws/nieuwsoverzicht/2011/03/08/open-source-met-geen-stokken-in-het-parlement-te-krijgen/article-1194964778670.htm?utm_source=twitterfeed&utm_medium=twitter
Twitter in concreet project
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=003J5H28
Het artikel geeft een idee van hoe Twitter kan ingeschakeld worden als informatiebron bij het werken aan een opdracht in de klas.
Meteen biedt het voor de leerlingen een andere kijk op dit medium: dat het niet enkel een leuke manier is om mekaar berichten te sturen in de privé-sfeer, maar dat het ook kan gebruikt worden als bron van informatie over allerlei - ook "serieuze" - onderwerpen. En dat het met dit doel voor ogen ook systematisch kan worden ingezet zodat ze het ontdekken als een alternatief voor een klassieke search engine.
Bovendien laat het de leerling kennis maken met een internationale omgeving van kennisvergaring en oefent het de talenkennis. Ben wel overtuigd.