vrijdag 2 december 2011

Can ICT give children with disabilities equal opportunities in school?

Bordin, J. (2010).Can ICT give children with disabilities equal opportunities in school? Improving Schools 13(1) pp. 99-112.

Volledige tekst: http://imp.sagepub.com/content/13/1/99.short

In dit artikel wordt besproken of ICT wel werkelijk voldoet aan de verwachtingen die mensen erin stellen. Vaak wordt ICT als dé oplossing aanzien om te communiceren met leerlingen met een handicap en deze leerlingen in de groep te integreren (inclusion).
Uit eerdere onderzoeken blijkt dat er een opwaartse trend is van segregatie van gehandicapte leerlingen of leerlingen met stoornissen in scholen en dat er steeds meer maatregelen worden getroffen om deze groep van leerlingen beter op te vangen. Toegankelijkheid (accessibility) en inclusie (inclusion) blijken de twee belangrijkste factoren te zijn voor leerlingen met stoornissen op school op te vangen.
De auteur onderzoekt of het gebruik van computers en ICT in scholen de nodige inclusie en gelijke kansen gecreëerd voor leerlingen met motorische beperkingen. Zestien ouders van gehandicapte kinderen worden geïnterviewd en er wordt een interview afgenomen met een 15-jarige invalide leerling, Adam, die naar niet naar een ‘gewone’ school gaat. Het onderzoek wordt in Zweden uitgevoerd.
De belangrijkste vaststellingen zijn:

- Ouders beschouwen de computer als een nuttig instrument op school en in hun vrije tijd. Ze kaarten wel het tekort aan computers aan op school per kind.

- De leerlingen gebruiken bijna dagelijks een computer.

- Grote problemen worden gesignaleerd betreffende het gebruik van de computer op school; de competenties van de leerkrachten worden in vraag gesteld. Er is onvoldoende kennis van zaken over het gebruik van nieuwe technologieën op school.

- De leerlingen kunnen dankzij de computer beter communiceren met leeftijdsgenoten.

- Ouders beschouwen de computer vooral als een goed leermiddel waarmee hun kinderen nieuwe woorden en concepten kunnen aanleren, er wordt niets gezegd over het (on)nut van de computer in de training van de motorische vaardigheden van hun kind.

- Adam gebruikt zijn computer om taken en tekstbestanden via e-mails door te sturen van thuis naar school en omgekeerd.

- De computer wordt ook gebruikt voor huiswerk, surfen en te emailen met vrienden. Toch benadrukt Adam dat emails niet hetzelfde gevoel bij hem opwekken als een telefoongesprek waar je de stem van de andere persoon kan horen.

Conclusie: Helaas blijkt ICT niet te voldoen aan de vooropgestelde verwachtingen. Vaak hebben leerkrachten onvoldoende kennis over het gebruik van ICT in de klas. Het gevolg is dat leerlingen met een handicap of stoornis vaak worden geïsoleerd en apart worden onderwezen, in tegenstelling tot inclusie.

De resultaten van dit onderzoek zijn voor mij niet zo verrassend maar wel teleurstellend. De meeste leraren zijn "technology immigrants" -zoals het in de tekst genoemd wordt- en krijgen onvoldoende opportuniteiten om hun vaardigheden op te krikken. Soms zijn er financiële beperkingen maar ook een verkeerde instelling bij leraren tegenover technologie, moet aangepakt worden.

1 opmerking:

  1. Interessant artikel! Ik moet direct denken aan de observatiestage die ik nu in Dilbeek loop waar er in een bepaalde klas minstens 5 leerlingen hun eigen laptop ind e klas mogen gebruiken. Ik dacht dat dat niet toegelaten was en toen heb ik de vraag gesteld aan mijn mentor waarom die leerlingen wel hun laptop mogen gebruiken. Blijkbaar hebben die 5 leerlingen dyslexie en het zou voor hen gemakkelijker zijn zouden ze met een laptop werken. Het was voor hen de eerste keer dat ze zulk een experiment lieten doorgaan. Ik wist niet wat ik er echt van moest denken, hoewel mijn eerste vraag was 'hebben ze toegang tijdens de les tot internet?' en ja hoor.. Die leerlingen kunnen in de les dus zomaar chatten, spelletjes spelen, facebook checken, alles wat niet met de les te maken heeft. Uiteindelijk heb ik in al mijn observatieuren maar één keer opgemerkt dat één leerlingen een 5tal minuutjes een youtubefilmpje aan het bekijken was dus uiteindelijk is er blijkbaar toch niet zo veel afleiding. Of dat het experiment wel degelijk tot een goed einde zal gebracht worden, is een andere vraag..

    BeantwoordenVerwijderen