U zei…
Technologie?
Een technologisch brein, het is niet iedereen
gegeven. Wat jullie namelijk moeten weten, is dat ik niet mee ben met de trends
van deze tijd, althans op vlak van technologie. Ik bezit immers geen smartphone
of andere hebbedingetjes. Een computer bijvoorbeeld dient voor mij om
informatie op te zoeken en dit alles in een mooi jasje te gieten. En toch ben
ik van mening dat technologie in het onderwijs deze kan vooruit helpen, al moet
ik mezelf daarvoor eerst bijscholen.
Zora,
een vat vol technologische verrassingen!
In juni 2012 ben ik afgestudeerd als
kinesitherapeute aan de Vrije Universiteit Brussel. Nu een kleine 3 jaar later
zit ik weer op de schoolbanken, ditmaal voor de lerarenopleiding. Door mijn
werk als kinesitherapeute ben ik op zondag 15 maart, in kader van Dag van de
Zorg, in contact gekomen met Zora. Zora is een zorgrobot die sinds kort
patiënten helpt revalideren in het revalidatieziekenhuis Inkendaal, beter
bekend als De Bijtjes in Vlezenbeek. Collega-kinesitherapeute Hilde Vandenplas
vertelt het volgende: “Het was de directie die vond dat we mee moesten met de
tijd en personeelsleden vroegen om Zora als een soort mama te adopteren. Ik heb
dat gedaan omdat ik denk dat Zora een meerwaarde kan betekenen in de zorg. Zora
kan mensen activeren, in de ouderenzorg kan ze mensen laten bewegen en ook een
rol spelen tegen vereenzaming. Zora wordt in Inkendaal ook gebruikt bij
kinderen. Zo merken we dat kinderen met autisme vaak wel reageren op Zora en niet
op mensen.” Dit stemde me aan het denken. Is het mogelijk om Zora te betrekken
in het onderwijs, met name voor bijzondere doelgroepen zoals autisme spectrum
stoornissen (ASS)?
Autisme,
je kunt er niets aan doen, maar er wel iets mee doen
Autisme is een aangeboren pervasieve
ontwikkelingsstoornis die zich kenmerkt door beperkingen op het gebied van
sociale interactie en (non-)verbale communicatie en door een beperkt,
repetitief of stereotiep gedragspatroon (site Wikipedia). We kunnen dus stellen
dat autisme het gevolg is van een stoornis in de hersenen waardoor deze
personen informatie op een andere manier verwerken dan de doorsnee mens. Ze
hebben het moeilijk om verder te kijken dan de letterlijke werkelijkheid.
Mensen met autisme hebben een voorkeur voor details en vinden het moeilijk om
verschillende stukjes waarneming aan elkaar te knopen en het geheel te overzien
(brochure K.I. Spermalie). Problemen met omgaan met anderen en problemen met
communicatie behoort tot de kern van de zaak bij mensen met autisme. Hoe kunnen
we deze leerlingen beter integreren in het onderwijs? Hoe pakken we dit aan?
Alweer komt technologie om het hoekje piepen met een innovatief antwoord.
Literatuuronderzoek
“autisme en robots”
In een eerste recent onderzoek van Costescu et
al. (2014) ging men de rol van een robotspeeltje genaamd Keepon onderzoeken aan
de hand van een cognitieve taak. Ze maken hierbij de vergelijking tussen
kinderen met ASS en met normaal ontwikkelende kinderen. De studie bestaat uit 2
interventies: één met robotinteractie en één met menselijk contact waarbij de
leertaak plaats vond. Uit de resultaten blijkt dat kinderen met ASS meer inzet
vertoonden en meer plezier leken te hebben bij de taak wanneer er een interactie
was met de robot. Er is echter geen verschil gevonden in leerresultaat wanneer
men beide interventies vergeleek.
Er zijn verschillende studies die het effect
van een “robotinterventie” inzake communicatie en omgang met anderen onderzocht
hebben. Zo ondervonden Kim et al. (2013) dat kinderen met ASS spelend met een
dinosaurus robot meer communiceerden dan zonder het speeltje. Uit resultaten
van Huskens et al. (2013) blijkt dat een interventie met robots even efficiënt
is als een interventie met mensen inzake het motiveren voor het beantwoorden
van vragen. Lee et al. (2012) bestudeerden eveneens het sociale gedrag van
kinderen met ASS en robotinteractie. In een eerste studie gaat het over robots
met een “gezicht”, maar die niet konden praten. In een tweede studie kon de
robot wel overgaan tot verbale communicatie. In de eerste studie draagt de
robot bij tot sociale vaardigheden en gezichtsexpressie. In de tweede studie
reageren de kinderen met ASS nog beter op de pratende robot, die hen verbaal
enkele taken meegeeft en deze stimuleert van uit te voeren.
Conclusie
Robotspeeltjes kunnen kinderen met speciale
noden (ASS) helpen om hun sociale vaardigheden te verbeteren en nieuwe
vaardigheden te leren en ontdekken. Robots hebben namelijk enkele
karakteristieken die het interessant maken om met hen te werken. Ze vertonen
voorspelbaar gedrag, de situaties die ze creëren zijn gecontroleerd en ze
communiceren op een eenvoudige, simpele manier (Aresti-Bartolome &
Garcia-Zapirain, 2014).
De oplossing lijkt simpel: robots zoals Zora
kunnen het werk van de leerkracht vergemakkelijken. Met het M-decreet in ons
achterhoofd, is zo’n klas een heterogene groep waarbij elke leerling zijn eigen
specifieke noden en behoeften heeft. Zora kan een deel van de werklast van leerkrachten
overnemen waardoor er individueel meer tijd kan worden gespendeerd aan een
leerling met speciale noden, zoals een kind met ASS. Differentiatie, daar
draait het allemaal om. Mooi opgelost dankzij zo’n robot. Uiteraard is er een
keerzijde aan deze medaille. Hoe zit het met het kostplaatje? Ik kan me
voorstellen dat deze snufjes bakken vol geld kosten. De meeste scholen hebben
soms geen budget voor een smartboard of een degelijk computerlokaal, laat staan
voor een dergelijk robot. Daarnaast blijf ik septisch om het feit dat zo’n
robot een computer is, het bezit geen emoties. Ik denk dat je als goede
leerkracht oog moet hebben voor onder meer kinderen met ASS en dat je met een
geschikte opleiding, training en nodige aandachtspunten ook kans maakt op succes.
Moraal van het verhaal: niets boven de warmte
en echtheid van een mens die je als leerkracht volop kan benutten!
Bronnen
Aresti-Bartolome,
N., & Garcia-Zapirain, B. (2014). Technologies as Support Tools for Persons
with Autistic Spectrum Disorder: A Systematic Review. International Journal of Environmental Research and Public Health, 11(8),
7767-7802.
Costescu,
C.A., Vanderborght, B., David, D.O. (2014). Reversal Learning Task in Children
with Autism Spectrum Disorder: A Robot-Based Approach. Journal of Autism and Developmental Disorders.
Huskens, B.,
Verschuur, R., Gillesen, J., Didden, R., Barakova, E. (2013). Promoting
question-asking in school-aged children with autism spectrum disorders:
effectiveness of a robot intervention compared to a human-trainer intervention.
Developmental Neurorehabilitation, 16(5),
345-56.
Kim, E.S.,
Berkovits, L.D., Bernier, E.P., Leyzberg, D., Shic, F., Paul, R., Scassellati,
B. (2013). Social robots as embedded reinforcers of social behavior with
children with autism. Journal of Autism
and Developmental Disorders, 43(5), 1038-49.
Lee, J.,
Takehashi, H., Nagai, C., Obinata, G., Stefanov, D. (2012). Which Robot
Features Can Stimulate Better Responses from Children with Autism in
Robot-Assisted Therapy? International
Journal of Advanced Robotic Systems, 9.
Beste,
BeantwoordenVerwijderenHartelijk dank voor deze informatie. Ik had nog niets vernomen over het feit dat kinderen met autisme gemakkelijker toenadering zoeken bij robots dan bij mensen. Dit lijkt me inderdaad wel een groot hulpmiddel omdat veel leerkrachten het moeilijk hebben om een band te vormen met deze kinderen. Langs de andere kant zal het inderdaad niet goedkoop zijn om dit te voorzien in elke klas. Is het dan ook mogelijk om meerdere kinderen met autisme te laten werken met 1 robot? Daarnaast snap ik je standpunt dat je vindt dat robots geen emoties bevatten en dus nooit een mens kunnen vervangen.
Mvg,
Tess
Het project ZORA heb ik leren kennen via het televisieprogramma Koppen (www.een.be/programmas/koppen/robots-in-de-zorg). Ik wist echter niet dat het ook in het onderwijs bij kinderen met ASS kon gebruikt worden (www.een.be/programmas/iedereen-beroemd/zora-de-robot).
BeantwoordenVerwijderenWanneer ik de informatie omtrent dit gebruik lees, lijkt het alsof er geen nadelen aan verbonden zijn. Toch denk ik dat er ook een keerzijde is aan deze medaille. Kinderen met autisme die met de robot zullen leren, gaan zich aan deze robot hechten. De communicatie verloopt dan misschien wel vlotter langs deze weg, toch mag de robot niet alle communicatie overnemen. Op een bepaalde dag zal de robot namelijk geen deel meer uitmaken van het leven van het kind met autisme.
Daarnaast kunnen kinderen met autisme zich moeilijk aanpassen aan andere structuren. Ze slaan bij wijze van spreken ‘tilt’ als er iets verandert in hun leven/omgeving/… De robot zal een belangrijke plaats innemen in het leven van de kinderen met autisme, maar vroeg of laat wordt deze band noodlottig doorbroken. De manier waarop het kind hierop zal reageren, valt nog af te wachten. Ik ben van mening dat kinderen met autisme deze totale verandering dan ook als zeer moeilijk zullen ervaren.