woensdag 1 april 2015

Onderwijs en technologie: hebben we een match?

1. Samenvatting

“Schrijf een blog over onderwijstechnologisch nieuws.” Maar waar te beginnen als je, net als ik, een wat knullige technologieleek bent? Er zijn zoveel ontwikkelingen binnen het veld dat het soms moeilijk is om een overzicht te houden. Een overzicht is dus net wat ik nodig heb.

Ik bespreek enkele technologische ontwikkelingen binnen het talenonderwijs aan de hand van het artikel Technologies for foreign language learning: a review of technology types and their effectiveness (… et al, 2014). In het artikel worden de recentste technologieën binnen het talenonderwijs aan een grondig onderzoek onderworpen. Ook wordt de sterkte van de technologieën bekeken. Hoe verbeteren de technologieën de leerprestaties? In hoeverre is er wetenschappelijke bewijs voor de doeltreffendheid van de technologieën? Ik concentreer me in deze post op twee technologische ontwikkelingen in het veld: de interactieve lesborden en de virtuele wereld of de game.

Het interactieve lesbord werd voornamelijk geëvalueerd op basis van kwalitatieve studies waarbij de data verkregen werd door evaluatie van de gebruikers, bijvoorbeeld met interviews en vragenlijsten. De interactieve lesborden kunnen, volgens de resultaten van sommige studies, het geheugen van leerlingen verbeteren, hen een grotere geven en stimuleren om de geziene leerstof te herhalen. Niet alleen waren zowel leerkrachten als leerlingen positief, de interactieve lesborden lijken ook een soort van wow-effect mee te brengen.  

Bij de virtuele wereld of de game zijn de auteurs kritischer. Er lijkt nog geen bewijs te zijn dat het leren in een virtuele wereld doeltreffender is dan met traditionele onderwijsmethodes. De leerlingen geven wel affectieve redenen voor het gebruik van een virtuele wereld: ze vinden het bijvoorbeeld aangenaam om met een virtuele omgeving te werken. Verder geven enkele studies wel aan dat de leerlingen beter kunnen worden in bepaalde aspecten van taalonderwijs aan de hand van een virtuele wereld. Het is echter onduidelijk of de leerlingen met een virtuele wereld beter af zijn dan de leerlingen zonder.

De auteurs concluderen dat onderzoekers vaak affectieve argumenten gebruiken om hun argumentatie rond de doeltreffendheid van technologische ontwikkelingen te ondersteunen. Ze concentreren zich daarbij te vaak op affectieve reacties van leerlingen zonder te onderzoeken of de technologieën ook effectief een verhoogd leerrendement met zich meebrengen. De auteurs sporen daarom anderen aan om met empirisch onderzoek te kijken naar de doeltreffendheid van nieuwe onderwijstechnologieën ten opzichte van traditionele methodes.

2. Reflectie

Het lijkt me vanzelfsprekend dat nog niet alle nieuwe onderwijstechnologieën aan grondig wetenschappelijk onderzoek zijn onderworpen, aangezien de technologieën nog zo recent zijn. Toch leek het me interessant om te kijken naar twee technologieën die in België en over de hele wereld met mondjesmaat aan belang toenemen.

De interactieve lesborden zijn een eerste interessante ontwikkeling binnen de onderwijstechnologie waar we in België meer mee geconfronteerd worden. Hoewel ik net als de auteurs denk dat interactieve lesborden een meerwaarde kunnen bieden, stel ik me soms toch de vraag of de meerwaarde wel opweegt tegen de kost. Zoals in de wiki van onderwijstechnologie wordt vermeld, zijn er wel wat nadelen. De interactieve lesborden zijn kostelijk en kunnen -in tegenstelling tot een ouderwets schoolbord- crashen. Het is ook niet altijd eenvoudig voor leerkrachten en scholen om de stap naar deze nieuwe technologie te nemen. Wat me wel aanspreekt zijn de enorme mogelijkheden die de borden op didactisch vlak bieden. Het wordt voor een leerkracht eenvoudiger om leerstof actief en gevarieerd aan te bieden. Volgens de leerpiramide van Bales kunnen we de hoogste leerresultaten halen bij leerlingen door hun actief onderwijs aan te bieden aan anderen. Met de interactieve lesborden is het eenvoudiger voor een leerkracht om leerlingen hierin te ondersteunen.

Op het gebied van games en virtuele werelden hebben al enkele van mijn medebloggers hun licht laten schijnen. Wat daarbij duidelijk naar voor komt, is dat het wetenschappelijk onderzoek en de knowhow hierover nog in haar kinderschoenen staan, en dat de ervaring ontbreekt. Dat neemt niet weg dat het best leerrijk is om elke leerkracht binnen zijn/haar mogelijkheden te laten nadenken hoe we games kunnen implementeren in onze lesopdracht. In mijn zoektocht naar informatie vond ik een boeiende YouTube-video ‘Classroom Game Design: Paul Andersen at TEDxBozeman’ terug. Wat ik zo fascinerend vond, was niet alleen dat meneer Andersen de game uitprobeerde als nieuwe technologie in zijn klas, maar vooral dat hij ook stil stond bij mogelijke verbeteringen.

Als leerkracht is het steeds onze taak om stil te staan bij onze lespraktijk en te zoeken naar verbetering. Of dat nu op met traditionele middelen of technologie gebeurt, is bijzaak.

3. Bronnen

Ewa M. Golonka , Anita R. Bowles , Victor M. Frank , Dorna L. Richardson
& Suzanne Freynik (2014) Technologies for foreign language learning: a review of technology types and their effectiveness, Computer Assisted Language Learning, 27:1, 70-105, DOI: 10.1080/09588221.2012.700315

Classroom Game Design: Paul Andersen at TEDxBozeman, geraadpleegd op 1/04/2015 via  https://www.youtube.com/watch?v=4qlYGX0H6Ec


Onderwijstechnologie/Elektronische leeromgevingen wikipedia, geraadpleegd op 1/04/2015 via http://nl.wikibooks.org/wiki/Onderwijstechnologie/Elektronische_leeromgevingen  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten