dinsdag 29 april 2014

DIGITALE MEDIA VERSCHROMPELT GEHEUGEN VAN KLEINE KINDEREN


DIGITALE MEDIA VERSCHROMPELT GEHEUGEN VAN KLEINE KINDEREN

Artikel:



In de Volkskrant adviseert Manfred Spitzer, een Duitse psychiater en psycholoog en tevens auteur van het boek ‘digitale dementie’, om jonge kinderen zo min mogelijk bloot te stellen aan computers. De grote nadelen van computers zijn het verhoogd risico op verslaving en slechte schoolprestaties. Volgens Spitzer stimuleren ze een vluchtige manier van leren. In het interview met Knack zegt Spitzer dat informatietechnologie het werk overneemt van onze hersenen. Wanneer we altijd een rekenmachine gebruiken, leren we nooit zelf rekenen. Door dingen op te schrijven met een pen i.p.v. ze te typen op een computer zal je ze beter memoriseren. Ook de e-reader met internetconnectie vindt hij maar niets. Volgens hem dragen surfen en klikken niet bij aan het leerproces van kinderen.

Reflectie:

Manfred Spitzer zegt dat informatietechnologie het werk, dat ons brein eigenlijk zou moeten doen, overneemt. Hij maakt hierbij de analogie met de auto en onze beenspieren. Hij vindt digitale media dan ook totaal ongeschikt om onze hersenen te trainen en meent dat ze niet deugen als opvoedkundig instrument. Met de voorbeelden (rekenmachine, typen vs. pen en papier) die hij aanhaalt in het interview, ben ik het eens. Je moet eerst leren rekenen alvorens een rekenmachine te gebruiken. Daarna zijn rekenmachines er vooral om moeilijkere bewerkingen sneller te berekenen. Dat door met pen op papier te schrijven je beter de zaken memoriseert dan door met een tekstverwerker te schrijven, ondervind ik zelf. Ik onthoud meer van samenvattingen die ik met de hand schrijf dan als ik ze typ op de computer. Maar ik denk niet dat we alle technologieën over dezelfde kam mogen scheren. Misschien maakt Manfred Spitzer in zijn boek ‘digitale dementie’ wel een onderscheidt, maar uit het interview laat hij blijken dat alle digitale media slecht zijn voor jonge kinderen. De volgende twee artikels, die ik aanhaal, bewijzen dat multimedia wel een positief effect kan hebben om het leren van jonge kinderen. Verhallen et al. (2006) toonden aan dat geanimeerde verhalen gebaseerd op een kinderboek een groter positief effect hebben op de talenkennis en het begrijpen van het verhaal in vergelijking met prentjes als ondersteuning van het verhaal bij jonge kinderen die Nederlands leren als tweede taal. Wanneer de kinderen meerdere malen het verhaal via multimedia te zien en horen kregen was het effect nog groter. De auteurs duiden wel op het feit dat het effect bij kinderen met een gevorderde talenkennis misschien niet zo groot zal zijn. Ze wijzen ook aan dat de kwaliteit van de multimedia een rol kan spelen. Weiss et al. (2006) onderzochten het effect van wiskunde leren met multimedia (coöperatief of individueel) bij kleuters. De twee groepen die via multimedia wiskunde leren presteerden beter op de post-test dan de controle groep die werkte met blaadjes. Natuurlijk zijn er ook nadelen aan het digitale tijdperk waar we ons in bevinden. Kinderen gebruiken computers en andere media niet alleen om te leren maar misschien nog meer om te spelen. Hastings et al. (2009) onderzocht de relatie tussen het gebruik van video/computerspel en schoolresultaten en gedrag. Zij toonden aan dat de tijd die kinderen spenderen aan computerspelletjes en hoeveel ze in contact komen met gewelddadige spelletjes geassocieerd is met lagere schoolresultaten, toenemende agressie en aandachtsproblemen. Daar tegenover staat dat educatieve spelletjes in minder gevallen worden geassocieerd met aandachtsproblemen en zelf lichtjes de schoolresultaten verbeteren.
Ik ben het dus niet met Manfred Spitzer eens dat computers/tablets/… voor kleuters kindermishandeling is. Ik denk dat, zoals met alles in het leven, je het met mate moet gebruiken. Ik zie niet in waarom kleuters niet via een computerspel konijntjes mogen tellen of waarom geanimeerde verhalen slecht zijn voor de ontwikkeling van het brein. Maar ik vind dat kleuters ook moeten leren door met blokken te spelen en te kleuren en knutselen.
Ik zie veel jonge kinderen in mijn omgeving die met de iPad van mama of papa rondlopen. Daar kijk ik wel met gemengde gevoelens naar. Ten eerste vind ik een iPad redelijk duur om aan een 5-jarige te geven. Ten tweede denk ik niet dat die spelletjes een echte educatieve bijdrage leveren.

Mijn conclusie: digitale media? Ja, maar met mate!

Referenties:

  • Verhallen, M., Bus, A.G., de Jong, M.T. (2006) The promise of multimedia stories for kindergarten children at risk. Journal of Educational Psychology 98(2), 410-419.
  • Weiss, I., Kramarski, B., Talis, S. (2006). Effects of multimedia environments on kindergarten children’s mathematical achievements and style of learning. Educational Media International 43(1), 3-17.
  • Hastings, E.C., Karas, T.L., Winsler, E., Madigan, A., Tyler, S. (2009). Young children’s video/computer game use: relations with school performance and behavior. Issues in Mental Health Nursing 30(10), 638-649.

5 opmerkingen:

  1. Ik ben het eens en niet eens met dit artikel. Langs de ene kant vind ik inderdaad dat bepaalde media onze leerlingen "dommer" maken. Ze gaan al vlugger zeggen: ik zal het eens opzoeken op Google i.p.v. eerst eens logisch na te gaan denken. Langs de andere kant, vind ik dat nieuwe media ons een andere manier van leren aanbieden en die kansen moeten we dan ook grijpen. Maar elke 2-jarige een ipad kopen (zoals vandaag steeds meer gedaan wordt) vind ik geen goede evolutie.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik ben het ook niet helemaal eens met de stelling van Spitzer. Ik heb zelf de ervaring gemaakt dat ik veel beter en ook liever leer als ik met een goed programma op de pc werk. Als het programma goed geschreven is, dan is het ook niet juist dat de pc het werk voor de hersenen doet. Ik leer graag talen en heb me daarvoor bij babbel geregistreerd. Omdat dit programma zo interactief is, houd ik me daarmee veel langer bezig dan met leerstof op papier. Het hangt sowieso van elk programma af. Er zijn zeker ook nadelen voor kinderen als ze lang voor een pc zitten, maar het is toch beter dat ze zoiets aan de computer doen dan spelletjes spelen die geen educatieve doelen hebben.
    Het initiatief „Keine Bildung ohne Medien!“ (geen ontwikkeling zonder media) is van mening dat kennis over media en bijscholing over media tot de ontwikkeling van de 21e eeuw hoort, daar ben ik het ook mee eens. Het eist ook dat er inspanningen worden gedaan op alle vlakken van het onderwijs. Op zijn internetsite wordt gezegd dat ook politici in toenemende mate die mening delen. Bovendien wordt er gesteld dat Spitzer praktische ervaringen in de media-pedagogiek alsook resultaten van onderzoeken buiten beschouwing laat. (http://www.keine-bildung-ohne-medien.de/zur-kontroverse-um-das-buch-von-manfred-spitzer-digitale-demenz-2012/). Het boek 'Digitale Demenz' is volgens mij dus ook geen betrouwbare bron. Op een andere internetsite heb ik daarboven gevonden dat door studies in Berlijn achterhaald werd dat spelletjes op de pc positieve effecten op de hersenen kunnen hebben (bijvoorbeeld: het hersenvolume wordt groter) en niet „dommer maken“. (http://www.morgenpost.de/web-wissen/article1824182/Computer-Spieler-haben-mehr-Gehirn.html)
    Anika Thommen

    BeantwoordenVerwijderen
  3. We weten dat er verschillende leertypes bestaan. Voor sommige leerlingen kunnen multimedia het duwtje in de rug zijn om leerstof te memoriseren, anderen zullen de leerstof beter memoriseren door de stof neer te schrijven. Ik ben bijvoorbeeld het type dat het beste studeert door te schrijven, maar ik ken anderen waarbij multimedia tools kunnen helpen om te studeren.Daarom ben ik het niet eens met Spitzer die beweert dat multimedia geen bijdrage kunnen leveren aan het leerproces. Educatieve tools kunnen een educatieve bijdrage leveren!

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Het is moeilijk om te zeggen vanaf welke leeftijd kinderen in contact dienen te komen met technologie op school. Een van de grote struikelblokken is de investering in deze technologie die de school aardig wat kan kosten. Persoonlijk heb ik het gevoel: "wij hadden dat niet toen wij kinderen waren en we misten het niet" , maar dat heeft al veel vernieuwing tegengegaan.

    Volgens mij is het actief gebruik van computers en tablets door een kleuter te vroeg, want wat ze op school hebben, zullen ze thuis ook willen. Kinderen spelen graag, dus is het normaal dat ze snel zullen overgaan naar games op jongere leeftijd. Dit kan verslavend zijn, wat kan leiden tot minder tijdsbesteding in buitenspelen, kleuren, tekenen en in de toekomst ook leren enz. Dit risico is volgens mij groter dan leerwinst uit het gebruik van computers en tablets op jonge leeftijd.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Ik zie hier niet echt een probleem in Bart. Er zijn misschien kinderen en jongeren die verslaafd zijn aan internet en gaming, maar vroeger waren er gewoon andere dingen om geobsedeerd over te raken. De manier is anders, de onderliggende oorzaak niet.
      Het is wel belangrijk om risico's te erkennen en te kaderen (vind ik), maar mijn motto is en zal altijd zijn:

      "Risico" en "Gevaar" betekenen NIETS als je niet definiëert ten opzichte van welke basis ze gemeten worden.

      Je kan dus wel (objectief) zeggen: "er zijn jonge kinderen die verslaafd zijn aan spelletjes", maar om daaruit af te leiden dat een computer meer risico inhoudt dan pakweg een gokspel uit het jaar '80 is niets meer dan een zuivere cognitieve bias.

      Verwijderen