woensdag 23 april 2014

Virtuele therapie: is het écht mogelijk om fobieën in een virtuele wereld te verslaan?

Samenvatting
Virtual Reality Exposure Therapy (VRET) methode. Dit is een methode om mensen met angsten beter te begrijpen om bijgevolg ook beter te gaan kunnen helpen. Mensen die bang zijn, zijn niet in staat om hun angsten te confronteren in het echte leven. Bij deze cliënten kan dergelijke virtuele therapie een mogelijke oplossing zijn.

Onderzoek heeft al kunnen aantonen dat de VRET niet enkel voor de cliënt nuttig is, maar ook voor deKan deze methode ook worden ingezet in de behandeling van mensen met een psychose? Wat met het inzetten van de virtuele therapie bij mensen met een licht verstandelijke beperking of Autisme?

Nog een uitdaging naar de toekomst toe is de therapie te verbeteren in interactie in de virtuele wereld. Het doel is om de virtuele wereld zo echt mogelijk te maken. Cliënten moeten in de toekomst kunnen praten met de mensen in de virtuele wereld. 





Bron: 

4 opmerkingen:

  1. Interessant! Zou dit ook uit te werken zijn voor een onderwijscontext? Kunnen leerlingenbegeleiders (evt. leerkrachten) hier ook mee aan de slag in de toekomst? Voor leerlingen met autisme en/of angsten, bijvoorbeeld...

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ik denk dat het zeker belangrijk is dat er daar naar gewerkt wordt! Daarom dat ik dit artikel op deze blog heb geplaatst (het heeft niet meteen iets te maken met de onderwijscontext - maar dat wil niet zeggen dat het niet mogelijk is). Als leerkracht zijn we ook opvoeder en naar mijn mening is het niet onbelangrijk om alle toekomstige leerkrachten over de verschillende mogelijkheden te laten nadenken en bijscholen. Ik denk vooral dat autisme in de schoolcontext met dergelijke therapie kan geoefend worden... Hopelijk binnenkort meer vooruitgang hierin

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het lijkt me inderdaad zeker realistisch dat dergelijke problematiek virtueel wordt aangepakt. Angsten maken namelijk deel uit van onze "instincten", het zijn evolutionair zeer sterk bewaarde en gefinetunde mechanismen die het overleven bevorderen. Wanneer deze angsten pathologische vormen aannemen, spreekt men van fobieën, dwz de angst is niet meer functioneel, en is net disfunctioneel. Men is geconditioneerd tov de stimulus die de fobie oproept. Deze conditionering is niet cognitief, er wordt niet bewust over nagedacht. Het is dan ook logisch dat die fenomenen opgeroepen kunnen worden door of in een virtuele wereld, aangezien de persoon in kwestie wel WEET (cognitief) dat het niet echt is, maar de onderliggende conditionering (onbewust!!) zal toch de overhand krijgen.
    Het enorme voordeel van een dergelijke aanpak in psychotherapeutische interventies is dat het om een virtuele wereld gaat, die per definitie volledig veilig en 100% controleerbaar is. Wanneer men principes als tegenconditionering wil gaan toepassen, waarbij de proefpersoon dient te worden blootgesteld aan de trigger, is dit dan ook te verkiezen boven "the real thing"; vb: arachnofobie: tegenconditioneren met echte spinnen is gevaarlijk daar levende wezens niet te controleren zijn, en een onverwachte beweging van de spin de persoon reeds over de drempel kan jagen; wanneer dit gebeurt in een virtuele beweging kan de "spin" 100% gecontroleerd worden en zal onverwachte overschrijding van de fobiedrempel uitgelokt door de aangeboden stimulus niet kunnen voorkomen.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Zeer interessant artikel! Lijkt me een goede eerste stap in de begeleiding van dergelijke problematieken. Zoals aangehaald vind ik het ook zeer belangrijk dat daarna de stap wordt gezet naar de "echte wereld". Ook in de onderwijscontext kan dit naar mijn mening zeker zijn nut hebben. Differentiëren, zich afstemmen op de leerling en rekening houden met hun noden en dergelijke zijn immers zeer belangrijke zaken in mijn ogen.

    BeantwoordenVerwijderen